Klacht voorgelegd aan De Nationale Ombudsman
2001
Aan: De Nationale Ombudsman
3 maart 2001
betreft: klacht tegen het G.
bijlagen: zie bijlagen overzicht
Geachte mevrouw, heer,
Klacht in het kort:
Mijn klacht betreft de wijze waarop G., is omgegaan
met een klacht over een verzekeringsarts, en de wijze waarop
met mij gecorrespondeerd wordt.
Mededeling:
Op dit moment wordt een andere klacht van mij behandeld door
mw. mr. D. (2000.02268 008). De correspondentie van die
klacht is met mijn advocaat. Van deze nieuwe klacht zou ik graag
een aparte ontvangstbevestiging willen ontvangen, en de correspondentie
zou ik zelf willen doen.
Machtiging:
Hierbij machtig ik De Nationale Ombudsman tot inzage, en het
opvragen van (al) mijn dossier(s) bij G..
Achtergrond informatie:
Het probleem begint wanneer verzekeringsarts K. over mijn
gezondheid en arbeidsongeschiktheid iets anders opschrijft,
dan wat hij tijdens de herkeuring vertelde. Omdat iets dergelijks
meer is voorgekomen, vind ik dit vanzelfsprekend bijzonder oneerlijk.
Uit de bijlagen blijkt hoe de ene brief tot de andere leidt.
Alleen de brief van 14 juli 2000 hoort daar niet tussen, maar
omdat het G. daar naar verwijst heb ik die toch bij de bijlagen
gevoegd.
Opsomming van klachten:
1) In mijn brief van 20 mei 2000 had ik vijf serieuze klachten
opgeschreven. Het G. heeft in haar reactie van 29 juni 2000
niet één klacht serieus behandeld:
Bij punt 1: Dit betreft een medisch punt, maar als een correctie
wordt geweigerd, dan wil ik een duidelijke motivatie. De Registratiekamer
bemiddeld alleen, en geeft geen inhoudelijk oordeel.
Bij punt 2: Dit is geen herhaling van punt 1. Punt 1 ging over
"substraat die klachten zou kunnen verklaren" en punt 2 gaat
over "meest relevante en terzake dienende gegevens".
Bij punt 3: De klacht, dat het een denkbeeldig belastbaarheidsprofiel
betrof, wordt onvoldoende behandeld. Blijkbaar moet ik het woord
"belastbaarheidsprofiel" lezen als "belastbaarheid", maar dat
ben ik niet van plan, omdat "belastbaarheid" is algemen begrip
is, en "belastbaarheidsprofiel" een term is, waar wettelijke
regels aan zijn verbonden.
Bij punt 4: Op deze klacht wordt niet ingegaan. Ik vermeld duidelijk
dat dokter K. dat oordeel niet tijdens de keuring had, maar
bij de reactie wordt gedaan alsof dat toch wel zo was.
Bij punt 5: Deze zeer serieuze klacht wordt geheel niet behandeld.
De reactie heeft niets met mijn klacht te maken. Rond februari
1997 is mijn gezondheid verslechterd, en als ik dan zeg dat
mijn gezondheid niet veel is veranderd sinds september 1997,
dan is mijn gezondheid wel heel wat anders dan in 1996. In 1997
zijn er ook verslagen van een verzekeringsarts voor de Ziektewet,
een verzekeringsarts voor de WAO, een bezwaar-verzekeringsarts,
een psychologisch onderzoek, en een brief van een specialist.
Zowel de verslechtering van mijn gezondheid in 1997, als de
rapporten uit 1997, lijken te worden genegeerd.
2) In mijn klacht van 18 september 2000 heb ik duidelijk genoemd
waarover het ging, namelijk dat een correctie uitgevoerd moet
worden, danwel dat een weigering gemotiveerd moet worden. In
de reactie van 4 oktober 2000 wordt daar niet op ingegaan. Tevens
zijn de reacties van het G. onvoldoende, zodat het iedere keer
weer tot een nieuwe brief van mij leidt.
3) De brief van het G., van 13 februari 2001, is een reactie
op andere brieven van mij. Toch heb ik die brief hierbij toegevoegd,
omdat ik graag wil dat u de juistheid daarvan beoordeeld.
Naar mijn mening mag het G. niet brieven onbeantwoord aan het
dossier toevoegen. Dat de gang van zaken (zoals uit de bijlagen
blijkt) voor irritatie zorgt is logisch, maar dat komt doordat
het G. onzorgvuldig is, en zich niet houdt aan de regels van
inzage en correctie.
Met vriendelijke groet,
D.
Bijlagen overzicht.
Behorend bij brief van 3 maart 2001.
Datum Beschrijving
26 mei 1999
Rapportage algemeen, 2 bladzijden.
26 mei 1999
Rappartage algemeen, 4 bladzijden.
14 juni 1999
Verzoek voor correctie van rapportage.
15 juli 1999
Brief van verzekeringsarts, over correctie.
22 juli 1999
Brief aan verzekeringsarts, over correctie.
26 juli 1999
Brief van verzekeringsarts, over correctie, met bijlage:
26 mei 1999
Rapportage algemeen, 4 bladzijden met cursieve tekst.
5 augustus 1999
Brief aan Registratiekamer, over correctie (datum moet 6 sep zijn).
28 september 1999
Brief aan Registratiekamer, datum 5 aug. moet 6 sep. zijn.
4 oktober 1999
Brief van Registratiekamer.
25 oktober 1999
Brief van verzekeringsarts aan Registratiekamer.
29 oktober 1999
Brief van Registratiekamer, bemiddeling beëndigd.
29 oktober 1999
Brief van Registratiekamer aan D., bemiddeling beëndigd.
19 november 1999
Brief van D., over correctie.
17 januari 2000
Brief aan D., over correctie, inzage, etc.
20 mei 2000
Klacht tegen verzekeringsarts.
23 mei 2000
Ontvangstbevestiging van klacht.
22 juni 2000
Onderzoek naar klacht niet binnen vier weken.
29 juni 2000
Reactie op klacht tegen verzekeringsarts van 20 mei.
14 juli 2000
Reactie op brieven van 23 juni en 30 juni.
23 augustus 2000
Verzoek voor correctie.
25 augustus 2000
Reactie op verzoek voor correctie.
8 september 2000
Herhaalde verzoek voor correctie.
12 september 2000
Reactie op herhaalde verzoek voor correctie.
18 september 2000
Formele klacht over correctie.
29 september 2000
Herhaling formele klacht, aangetekend.
4 oktober 2000
Reactie op herhaalde formele klacht.
13 februari 2001
Brief van directeur.
Hieronder staat de ontvangstbevestiging van de Nationale Ombudsman.
de nationale ombudsman
Den Haag
De heer/mevrouw D.
Doorkiesnummer Afdeling 1
Datum 07-03-2001
Ons nummer 200101639
Uw brief 03-03-2001
Onderwerp ontvangstbevestiging
Geachte heer/mevrouw,
Hiermede bevestig ik de ontvangst van uw brief,
die hier onder het bovengenoemde dossiernummer is geregistreerd.
Ik verzoek u in alle correspondentie met mij dit dossiernummer te vermelden.
Uw brief zal zo spoedig mogelijk worden beantwoord.
Met vriendelijke groet en hoogachting,
DE NATIONALE OMBUDSMAN,
mr. F?
Daarna ontving ik de volgende brief van de Nationale Ombudsman.
de nationale ombudsman
Datum 17 APR. 2001
Ons nummer 2001.01639 001
Uw brief 3 maart 2001
Behandelend medewerker ###
Onderwerp uw brief
De heer D.
Geachte heer D.,
Met uw bovengenoemde brief heeft u zich opnieuw tot de Nationale
ombudsman gewend vanwege
de problemen die u ondervindt in uw relatie met het G.. Aangaande
deze problemen is op
13 november 2000 een onderzoek door de Nationale ombudsman
ingesteld (dossiernummer
2000.02268). De correspondentie in het kader van dit onderzoek
verloopt sinds 20 juli 2000 via uw
gemachtigde de heer mr. P.. U verzoekt de Nationale ombudsman
om een onderzoek in
te stellen naast het onderzoek dat reeds aanhangig is.
In antwoord hierop deel ik u mee geen aanleiding te zien voor
het instellen van een aanvullend
onderzoek. De reden hiervoor is tweeledig.
Het onderzoek zoals dat op 13 november 2000 is ingesteld met
betrekking tot de problemen met het
G., is gericht op de klacht zoals die in de klachtformulering
is samengevat. Deze samenvatting van
uw klacht over het G., is tot stand gekomen op basis van uw
verzoekschrift van 10 april 2000 en
de aanvullende informatie die uw gemachtigde bij brieven van
20 en 24 juli 2000 heeft verstrekt. Een
dergelijke samenvatting is erop gericht te fungeren als een
adequate en volledige weergave van datgene waarop een klacht
zich blijkens het ingediende verzoekschrift
richt, rekening houdend met de
bevoegdheid en de taak van de Nationale ombudsman en de beperkingen
die de Wet Nationale
ombudsman in dat verband met zich mee brengt. Het onderzoek
van de Nationale ombudsman
wordt verricht op basis van deze klachtformulering en ook zijn
beoordeling van de gedraging van het
bestuursorgaan die is onderzocht, is hier op gericht.
Sporadisch komt het voor dat degene die een klacht bij de Nationale
ombudsman indient dan wel
zijn gemachtigde naar aanleiding van de samenvatting van de
klacht zoals neergelegd in de
klachtformulering, de Nationale ombudsman te kennen geeft dat
hetgeen waarop zijn klacht is
gericht, ziet op andere of meer aspecten dan is weergegeven
in de klachtformulering. In die gevallen
beziet de Nationale ombudsman of er aanleiding bestaat tot het
aanpassen van de klachtformulering
naar aanleiding van het commentaar van de verzoeker hierop.
Ter gelegenheid van de opening van het onderzoek naar aanleiding
van uw klacht over het G. op
13 november heeft de Nationale ombudsman noch van uw gemachtigde
noch van uzelf berichten
ontvangen dat de klacht en de formuierlng waarin deze was verwoord
niet adequaat waren Nu het onderzoek inmiddels is gevorderd
en Uw gemachtigde gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om
te reageren op het standpunt van het G. ten aanzien van de
klacht zoals die aan het G. is voorgelegd, heeft Uw gemachtigde
bij deze gelegenheid evenmin laten blijken het niet eens te
zijn met de reikwijdte of strekking van het onderzoek. Ik zie
dan ook op voorhand geen aanleiding om ten aanzien van de problemen
zoals u deze in Uw contacten met het G. ervaart, opnieuw een
onderzoek te starten naast het momenteel al lopende onderzoek
waar en voor zover het aspecten betreft die blijkens Uw verzoekschrift
op 10 april 2000 tezamen met de aanvullende informatie van Uw
gemachtigde op 20 en 24 juli 2000 en in de periode die verstreek
tot aan het moment van de start van het onderzoek op 13 november
2000, ook al bekend waren maar waarop Uw verzoekschrift noch
de aanvulling van Uw gemachtigde zich kennelijk richtten. Dit
betreft dus de klachten in Uw brief genoemd onder 1) en 2) deze
zien op gedragingen van het G. in de periode 20 mei - 4 oktober
2000.
Daarnaast is er ten aanzien van de klachten die u onder 1) en
2) opsomt nog een andere reden die het instellen van een onderzoek
door de Nationale ombudsman hiernaar verhindert. De klachten
die u op 20 mei 2000 en op 18 september 2000 bij het G. heeft
ingediend, zijn gericht tegen de wijze waarop de betrokken verzekeringsarts
op 26 mei 1999 een verzekeringsgeneeskundige rapportage heeft
opgesteld en de weigering van het G. om naar Uw mening voldoende
tegemoet te komen aan Uw verzoeken om aanpassing van deze rapportage
U heeft het G. bij brieven van 14 juni en 22 juli 1999 verzocht
om correctie van de rapportage. Het G. is hier bij brief van
26 juli 1999 op ingegaan. Vervolgens heeft u de Registratiekamer
op 5 augustus 1999 om bemiddeling verzocht. De Registratiekamer
heeft hieraan gehoor gegeven en vervolgens de bemiddeling beëindigd
naar aanleiding van een brief van het G. van 25 oktober 1999,
aangezien verdere bemiddeling naar het inzicht van de Registratiekamer
niet tot een ander resultaat zou leiden. Uw klachten van 20 mei
en 18 september 2000 behelzen dus in feite hetzelfde als die
u met Uw verzoek om bemiddeling aan de Registratiekamer heeft
voorgelegd, resulterend in de brief van het G. van 25 oktober
1999 en de beëindiging van de bemiddeling door de Registratiekamer.
De Nationale ombudsman stelt volgens vast beleid dat is gebaseerd
op de Wet Nationale ombudsman, geen onderzoek in naar een klacht
over een gedraging die langer dan een jaar geleden heeft plaatsgevonden
Daarbij geldt ingeval de klacht eerst aan het bestuursorgaan
is voorgelegd dat de jaartermijn begint te lopen op het moment
waarop de klacht door het bestuursorgaan is afgedaan. Uit het
vorenstaande volgt dat u Uw klacht over de rapportage van de
verzekeringsarts dan ook uiterlijk 25 oktober 2000 bij de Nationale
ombudsman had moeten indienen. Ik heb in Uw geval geen aanleiding
gevonden om af te wijken van dit vaste beleid.
Voorts klaagt u over de brief van het G. van 13 februari 2001
Hierin schrijft het G. u dat Uw brieven aan het dossier worden
toegevoegd zonder beantwoording tenzij het G. aanleiding ziet
om u antwoord te sturen en dat de beantwoording uitsluitend plaatsvindt
door de regiodirecteur terwijl de overige medewerkers van het
G. is opgedragen om u niet meer te woord te staan noch brieven
te beantwoorden Ook deze klacht komt niet in aanmerking voor
een apart onderzoek door de Nationale ombudsman. Van het onderzcek
dat reeds aanhangig is maakt deel uit het klachtonderdeel dat
het G. u bij brief van 14 juli 2000 heeft meegedeeld dat voortaan
niet automatisch een inhoudelijk onderzoek zal worden gestart
naar aanleiding van klachten die u indient. De brief die het
G. u op 13 februari jongstleden heeft geschreven ligt feitelijk
in het verlengde van voornoemde brief van 14 juli 2000 waarop
het al lopende onderzoek van de Nationale ombudsman betrekking
heeft. De mededeling van het G. dat Uw brieven niet zonder meer
beantwoord zullen worden houdt geen nieuwe of andere maatregel
in dan die het G. reeds bij brief van 14 juli 2000 had getroffen.
Dit blijkt ook uit de bewoordingen van de brief van 13 februari
2001 waarin met zoveel woorden wordt verwezen naar de eerdere
brief van het G. aan u. In zijn brieven aan u van 12 september
en 4 oktober 2001 verwijst het G. eveneens terug naar zijn
brief van 14 juli 2000. Ik merk hierbij op dat de toevoeging
in de brief van 13 februari 2001 met betrekking tot de instructies
aan de medewerkers van het G. en de aanwijzing van een medewerker
die uitsluitend Uw correspondentie behandelt een en ander niet
wezenlijk anders maakt.
Er is dan ook geen sprake van een nieuwe
gedraging van het G. waar het huidige onderzoek zich nog niet
toe uitstrekt en ten aanzien waarvan een nieuwonderzoek in de
rede ligt.
Ik zal de genoemde brieven, van het G. van 12 september
en 4 oktober 2000 en van 13 februari 2001 aan het reeds aanwezige
dossier toevoegenen en de stukken als aanvullende informatie in het
lopende onderzoek betrekken.
Met vriendelijke groet en hoogachting,
DE NATIONALE OMBUDSMAN
mevrouw mr. ###
substituut-ombudsman
Aan: De Nationale Ombudsman
t.a.v. mw. mr. ###
Per fax
24 april 2001
Uw nummer: 2001.01639 001
Geachte mr. ###,
Naar aanleiding van uw brief van 17 april 2001, wil ik u vragen,
om toch de punten 1) en 2) in mijn brief van 3 maart 2001 in
behandeling te nemen.
Dat ik die klachten niet eerder heb genoemd, komt doordat het
opstellen van die brief en het nagaan van de briefwisseling
mij de nodige moeite kost, en ik vrijwel al mijn mogelijkheden
al reeds gebruik voor mijn gezondheid en voor het G..
Ik heb daarom vorig jaar gebeld met De Nationale Ombudsman,
en het was niet nodig dat alle problemen van dat moment bij
één onderzoek verzameld zouden moeten worden (het
had wel de voorkeur). Tevens zou ik een jaar de tijd hebben,
ingaande vanaf de reactie van het G. op een klacht.
Naar mijn weten bestaat er geen eis, dat er geen tweede of aanvullend
onderzoek ingesteld zou mogen worden, als er tijdens een ander
onderzoek al reeds nieuwe problemen bekend zijn, die pas later
ingediend worden.
Volgens u zou ik een jaar de tijd hebben, gerekend vanaf de
reactie van het G. van 25 oktober 1999. Dat is naar mijn mening
geen reactie op een klacht, en gaat over iets anders, dan waar
ik uw beoordeling over zou willen.
De Registratiekamer heeft geprobeerd te bemiddelen betreffende
het correctierecht. De reactie van dokter K. van 25 oktober
1999 bevat een (onjuist) verweer op het medische vlak. Dat gedeelte
kunt u buiten beschouwing laten.
Mijn klacht tegen dokter K. is van 20 mei 2000. De reactie
van het G. is van 29 juni 2000, zodat de reactie op mijn klacht
nog geen jaar geleden is.
Zoals verwoord in mijn brief van 3 maart 2001, zou ik vooral
uw beoordeling willen over de wijze waarop het G. is omgegaan
met de klacht over dokter K., en de wijze waarop met mij
gecorrespondeerd wordt. Het gaat mij niet zozeer om de inhoudelijke
medische verslaglegging van dokter K.. Eventueel kunt de
eerste twee punten van mijn klacht van 20 mei 2000 buiten beschouwing
laten. Maar met name punt 5 (van de klacht van 20 mei 2000)
heb ik niet eerder genoemd, en is voor mij belangrijk. Tevens
is de reactie van het G. op dat punt klachtwaardig, omdat de
reactie niets met mijn klacht te maken heeft. Ook is volgens
mij de wijze waarop het G. op mijn brieven reageert steeds
opnieuw onzorgvuldig, daarover heb ik zelfs een formele klacht
ingediend op 18 september 2000.
Wilt u mij laten weten, of u alsnog de punten 1) en 2) van mijn
brief van 3 maart 2001 in behandeling neemt?
Met vriendelijke groet,
D.
de nationale ombudsman
Datum 18 MEI 2001
Ons nummer 2001.01639 003
Uw brief 24 april 2001
Onderwerp uw brief
Behandelend medewerker ###
de heer D.
Geachte heer D.,
In uw bovengenoemde brief verzoekt u de Nationale ombudsman
nogmaals een onderzoek in te stellen naar aanleiding van een
aantal klachten over het G. die u in uw brief van 3 maart 2001
aan de Nationale ombudsman heeft opgesomd. In mijn brief van
17 april 2001 heb ik u meegedeeld geen aanleiding te zien tot
het instellen van een nieuw onderzoek naast het al lopende onderzoek
naar aanleiding van uw klachten over het G., alsmede u de argumenten
gegeven die tot deze
beslissing hebben geleid. In uw bovengenoemde brief vind ik
geen aanleiding om op deze beslissing terug te komen.
Voor zover u de nadruk legt op de wijze waarop het G. omgaat
met uw klacht over de door u genoemde verzekeringsarts en de
wijze waarop het G. met u correspondeert, merk ik het volgende
op. Deze aspecten van uw grieven tegen het G. maken reeds onderdeel
uit van het aanhangige onderzoek, waar deze aspecten onderdeel
vormen van en mede hebben geleid tot de brief van het G. van
14 juli 2000, waarin het G. meedeelt voortaan niet automatisch
meer een inhoudelijk onderzoek te zullen starten. In de klachtformulering
die de basis vormt voor het momenteel aanhangige onderzoek,
is expliciet opgenomen dat naar uw mening het feit dat u herhaaldelijk
klachten heeft ingediend, is te wijten aan de onzorgvuldige
handelwijze van het G. en dat dit uzelf niet valt te verwijten.
In zoverre acht ik het starten van een tweede onderzoek naast
het reeds lopende onderzoek ook niet opportuun, nu de overlap
in het onderzoeksterrein te groot zou zijn.
Overigens verwijs ik u naar de motivering zoals gegeven in mijn
brief van 17 april 2001.
Met vriendelijke groet en hoogachting,
DE NATIONALE OMBUDSMAN,
mevrouw mr. ###,
substituut-ombudsman
De Nationale Ombudsman wilde de punten 1) en 2) niet
inhoudelijk in behandeling nemen. Dat betekend dat
twee jaar lang brieven schrijven, voor niets is geweest.
Als ik dat had geweten was ik er nooit aan begonnen.
Later besloot ik om een
klacht bij het Medisch Tuchtcollege
in te dienen.
Laatste wijziging van deze bladzijde: juli 2001