Aan: G.
t.a.v. dhr. M., districtsdirecteur
20 mei 2000
onderwerp: klachtenprocedure
Geachte heer M.,
Hierbij dien ik een klacht in tegen verzekeringsgeneeskundige K..
Hij is onvoldoende bereid om fouten te corrigeren, en geeft een
verkeerde voorstelling van het gesprek van een keuring.
Hierna volgt een opsomming van de klachten:
1) substraat die klachten zou kunnen verklaren
In zijn rapport van 26 mei 1999 schrijft dokter K.,
bij "Voorgeschiedenis", dat er reumatologisch, neurologisch
alsook internistisch geen substraat gevonden zou zijn, die
de klachten enigszins zou kunnen verklaren. Dokter K. baseert
zich daarbij blijkbaar op voorgaande rapporten van het G.
Zowel dokter L. (alsook dokter G.) gingen er van uit dat de
reumatoloog een psychische oorzaak had vastgesteld. Dat is
overduidelijk weerlegd door de brief van reumatoloog S8.,
d.d.
18 decenber 1997. Dokter G. heeft in haar brief van
2 maart 1998 ook enigszins toegegeven, dat die fout gemaakt
is. Daarom vind ik het des te kwalijker, dat dokter K. zich
baseert op een achterhaalde leugen.
2) meest relevante en terzake dienende gegevens
In zijn brief aan de Registratiekamer, d.d. 25 oktober 1999,
schrijft dokter K., dat hij heeft gekozen voor de meest
relevante en terzake dienende gegevens. Toch weigert hij om
de duidelijke constateringen van reumatoloog S8. in zijn
rapport te verwerken. Zijn onderbouwing is dat er in de
alinea "conclusie" veel meer staat. Daar staat o.a. de
term "mechanisch-funktionele stoornis", waarvoor ik verwijs
naar de brief van
18 decenber 1997. Ook staat daar de term
"nerveus-gespannen", en dat kwam doordat ik na een wachttijd
van 2 uren nauwelijks nog op een (te kleine) stoel kon
zitten van de pijn.
3) belastbaarheidsprofiel van 1994
Op meerdere plaatsen in het rapport van dokter K. staat,
dat de belastbaarheid conform het belastbaarheidsprofiel
van 1994 is. Het betreft echter een denkbeeldig
belastbaarheidsprofiel.
In een brief van bezwaar-verzekeringsarts mevr. D., d.d.
10 februari 2000, schrijft zij, dat het begrip belastbaarheid
of belastbaarheidsprofiel ruim genomen kan worden. Daar ben
ik het niet mee eens, omdat het (denkbeeldige)
belastbaarheidsprofiel aangeeft welke specifieke mogelijkheden
en beperkingen ik zou hebben.
Dokter K. had zijn beoordeling moeten toetsen aan mijn
beperkingen en mogelijkheden van het belastbaarheidsprofiel.
Als hij dat had gedaan, dan had vanzelf geconstateerd, dat
het een denkbeeldig belastbaarheidsprofiel betrof.
4) reactie van belanghebbende / oordeel
Tijdens het gesprek zei dokter K., dat hij mijn uitkering
minimaal of marginaal vond, dat hij het dossier nog beter
zou bekijken, en dat hij met de arbeidsdeskundige zou
overleggen of mijn uitkering verhoogd zou kunnen worden.
In zijn rapport staat echter, dat uit mijn reactie niet was
op te maken in hoeverre ik het met zijn oordeel (15-25%
arbeidsongeschikt) eens was. Dat oordeel heeft hij zeker niet
tijdens het gesprek gehad, en daarom geeft het rapport niet
het gesprek van de keuring weer.
5) verwijzing naar vorige rapportages
In de rapportage van dokter K., staat een verwijzing naar
vorige rapportages van 1992 tot en met 1996 (bij "Betreft",
en bij "Beschouwing"). Bij "Anamnese" staat dat ik van mening
ben, dat het klachtenpatroon sinds de hoorzitting van september
1997 niet veel is veranderd.
Daarmee is een serieus conflict geschapen, omdat mijn gezondheid
tussen de keuring van 1996 en de hoorzitting van 1997 wel is
gewijzigd. Dokter K. gaat voorbij aan de verschillende
rapporten en brieven van 1997 en 1998, en lijkt dat zelfs
te negeren.
Een mogelijk oorzaak van bovenstaande problemen is het feit,
dat tijdens de keuring van dokter K., er een lopende
beroepszaak was. Ik vermoed dat dokter K. niet over alle
stukken van die lopende beroepszaak beschikte. De brieven
die de verkeerde gegevens van dokter L. aantonen
(zie punt "1"), zaten namelijk niet in het dossier wat ik
in november 1999 ontving.
Graag verneem ik van u, op welke punten u deze klacht gegrond vindt.
Met vriendelijke groet,
D.
Directie G.
De weledele heer D.
Ons kenmerk k120031
Datum 29 juni 2000
Uw kenmerk
Uw brief van 20 mei 2000
Betreft: uw klacht
Geachte heer D.,
In uw brief van 20 mei jl. doet u uw beklag over verzekerings arts dr. K..
Hij zou volgens uw zeggen onvoldoende bereid zijn fouten te corrigeren en een
verkeerde voorstelling geven van het keuringsgesprek. Ik heb hiernaar onderzoek
gedaan en kan u hierover als volgt berichten.
Punt 1:
Deze klacht heeft u al diverse malen aangekaart zowel bij dr. K. als bij de
registratiekamer.
Mijns inziens is daar naar behoren op gereageerd.
Punt 2:
Dit is een herhaling van punt 1.
Punt 3:
U heeft gelijk indien u stelt dat er in 1994 geen belastbaarheidspatroon
opgesteld is. In 1993 is echter gesteld dat u geschikt geacht wordt voor 6 uur
werken per dag in uw eigen werk. Dit is gezien de eisen die in die tijd golden
voldoende verantwoord. Dat dr. K. verwijst naar een belastbaarheidpatroon uit
1994 is mogelijk verwarrend voor u. Toch beschrijft hij in zijn beschouwing dat
het gaat om de beoordeling of u in staat moet worden geacht 6 uur in eigen werk
te werken. Dit is dan ook de belastbaarheid die hij nu ook voor u mogelijk acht
en waarop u nu wederom ook geschat bent.
U stelt verder dat dr. K. zijn beoordeling moet toetsen aan uw beperkingen en
mogelijkheden van het belastbaarheidprofiel. Dr. K. heeft inderdaad afgewogen
of u, gezien uw klachten en bevindingen bij onderzoek, in staat moest worden
geacht 6 uur programmeerwerk te verrichten. Hij stelt dat er geen
wijzigingen zijn opgetreden in het reeds gestelde belastbaarheidpatroon (lees
de gestelde belastbaarheid), zo leert huidige onderzoek. Met andere woorden hij
heeft in de beoordeling wel degelijk uw beperkingen getoetst aan de
belastbaarheid zoals deze bestond.
Punt 4:
Aangezien een WAO-beoordeling een samenspel is van medische en een
arbeidskundige beoordeling kan dr. K. inderdaad geen uitspraak doen over een
definitieve uitkering tijdens zijn medische boordeling. Uw reactie, zoals in de
rapportage verwoord gaat dan ook niet over uw reactie op het definitieve
percentage maar over uw reactie op de door hem vastgestelde medische
beperkingen.
Punt 5:
In de gewijzigde rapportage verwijst dr. K. bij het hoofdje anamnese naar
punt 4 van uw correctieschrijven. Blijkbaar heeft u nu wederom commentaar op
een zin of woord. Middels dit punt doet u dus wederom een verzoek tot
correctierecht van de gewraakte rapportage. Onze staf verzekerings arts,
mevrouw V., heeft u al eerder medegedeeld dat eventuele verdere op- en
aanmerkingen in brieven volledig worden toegevoegd aan het dossier zonder dat
dit aanleiding zal geven de betreffende rapportages daadwerkelijk te wijzigen.
Deze brief zal dus ook in zijn geheel aan het dossier worden toegevoegd.
Op basis van bovenstaande acht ik uw klachten ongegrond.
Wanneer u geen genoegen neemt met de afhandeling van de klacht, dan kunt u zich
wenden tot de Nationale Ombudsman. De Nationale Ombudsman is een onafhankelijke
instantie die gedragingen van overheidsorganen en andere organisaties, belast
met publieke taken, onderzoekt en beoordeelt.
Het postadres van deze instantie:
Nationale Ombudsman, Postbus ###, Den Haag.
Wij vertrouwen erop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
M.