Huisarts J5.
1998
Vanwege mijn problemen met huisarts S9.
ben ik naar een andere huisarts gegaan. In dezelfde huisartsenpraktijk
werkte ook huisarts J5.. Ik dacht dat huisarts J5. niet zo veroordelend zou zijn,
en dus de goede huisarts voor mij zou zijn.
Dus ondanks mijn zeer negatieve ervaring met mijn vorige huisarts
had ik toch vertrouwen in huisarts J5., maar daar
zou ik later nog veel spijt van krijgen. Ook dacht ik dat
huisarts J5. niet zo geobsedeerd was als andere dokters om mijn klachten
als psychisch te bestempelen, maar achteraf blijkt hij op dat punt net zo
te zijn als zijn collega's in dezelfde huisartsenpraktijk, zoals
huisarts S9.,
huisarts A6. (dat zou later blijken), en
huisarts B1. (dat zou later blijken).
Op de volgende datums ging ik naar huisarts J5.:
• 10 augustus 1998, 13:30 (ik had een dubbele afspraak gemaakt)
• 23 november 1998, 14:00 (ik had een dubbele afspraak gemaakt.)
• 26 juli 1999, 14:30 (ik had een dubbele afspraak gemaakt)
• 25 januari 2000, 9:00 (ik had een dubbele afspraak gemaakt)
10 augustus 1998
Hieronder staan de notities van huisarts J5. op de medische kaart.
Vertaling:
10-8-98
Wil bij mij HA worden, voelt zich niet serieus genomen
door WS.
Komt voor chronische nekklachten, zit nu voor 20% in WAO, heeft
beroepsprocedure met GAK.
Werkt niet.
Wil graag andere pijnstiller. Gegeven: Tramal.
Verwacht géén onderzoek C : ???.
Ik kreeg gelukkig pijnstillers die wel iets deden (Tramadol), alhoewel het
daarna nog een half jaar duurde voordat een anesthesist (pijnarts) me
vertelde hoe ik ze het best kon gebruiken.
De migraine kon toch nog zover oplopen, dat Tramadol nauwelijks of geen effect had.
En een probleem is dat het na twee uur begon te werken, en nog eens twee
uur later is het helemaal uitgewerkt.
Doordat de pijn door de pijnstiller op en neer gaat, kost het veel moeite om daar steeds aan te wennen.
Dat kostte soms meer moeite dan wanneer ik geen pijnstiller had genomen.
Als de Tramadol uitgewerkt raakte dan liep de migraine soms zo snel op,
dat ik het een stuk erger ervaarde dan het was voordat ik de pijnstiller nam.
Ook kon ik eigenlijk maar één tablet van 50mg Tramadol nemen. Als
ik er twee nam, dan onderdrukte het mijn ademhaling (die minder was door
de druk van mijn nekwervels op mijn nek) zodat ik niet meer kon slapen,
en alleen maar een beetje bleef doezelen, maar wel alles hoorde.
Om de bonzende hoofdpijn wat minder bonzend te maken, drukte ik soms
mijn vingers een beetje tegen de linker halsslagader. Daardoor werd
de bloeddoorstroming wat afgeremd, zodat het bonzen van de hartslag
wat minder werd doorgegeven. Maar daardoor moest ik mijn hand zo houden,
waardoor ik mijn nekspieren weer minder goed kon ontspannen.
23 november 1998
Vertaling:
23-11-98
Wil verwezen worden i.v.m. chronische nek- en rugklachten
naar Neuroloog mevr. dr. R3., Breda.
Onderzoek : ??? : geen bijzonderheden
Armen : kracht, ???, ??? : geen bijzonderheden.
Vrij hoog gespannen symm refl, géén path refl,
geen ???
BHR : + , ??? : ???
Benen : idem als armen.
Hakken terug gang : 96.
Diagnose : Bewegingsbeperking HalsWervelKolom -> Neuroloog.
Ik vroeg aan huisarts J5. om doorverwezen te worden naar
neuroloog R3., en dat wilde huisarts J5.
wel doen.
Op dat moment had ik al een afspraak met neuroloog R3. gemaakt,
maar ik heb dat niet verteld, omdat ik huisarts J5. niet onder druk
wilde zetten. Desnoods zou ik op eigen kosten naar de neuroloog
gaan.
Huisarts J5. zei dat ik dan zelf een afspraak bij het ziekenhuis
moest maken. En ik antwoordde zoiets als: "dat zal wel lukken",
maar die afspraak had ik dus al gemaakt.
Onderstaande brief is zijn verwijsbrief naar de neuroloog:
25-11-'98
Geachte collega,
D., geb. ###-'65, won. ###, ### verzocht mij hem naar U te
verwijzen i.v.m. hardnekkige rug en nekklachten.
O: Bew. Beperking CWK
Neurolog: Hersenzenuwen gb.
Armen: Kracht, sensib, tonus: gb, vrij hoge symm. reflexen,
géén path. refl. Géén atrofie
BHR +
Benen: idem onderzoek armen
Bekken-beweging : gb.
Gaarne Uw onderzoek en event. behandeling.
Med: -
Vroeger: Adenotomie, als kind eczeem gehad.
In 1972 onderzoek door
Kinderarts, hij kreeg een vetarm dieet.
1992: psycholoog : somatisatiestoornis
1993: Rheumatoloog : géén RA.
Hij heeft al een aantal behandelingen gehad met weinig resultaat.
Een copie van zijn specialistenbrieven neemt hij mee ter inzage.
Met coll. groet, J5.
In bovenstaande brief schrijft hij dat een psycholoog in 1992 een
somatisatiestoornis heeft vastgesteld. Dat is niet juist, in het
dossier van de huisarts zat alleen het verslag waarin staat dat
het "mogelijk" een somatisatiestoornis is. En in het dossier zat
een verslag van een andere psycholoog, waarin staat dat ik geen
somatiseerder ben.
Verder schrijft mijn huisarts dat in 1993 een rheumatoloog geen
reumatische aandoening heeft gevonden. Dat is juist, maar hij
laat weg, dat de reumatoloog wel een diagnose heeft gesteld.
Ik had nooit met deze verwijsbrief naar een neuroloog moeten gaan,
omdat dat volgens mij flinke gevolgen heeft gehad. Mijn huisarts wekt de
indruk dat mijn klachten onderzocht waren en dat er niets was
gevonden, en dat al wel een psychische diagnose is gesteld.
In werkelijkheid is het net andersom.
Omdat ik me toen nog niet realiseerde hoe verkeerd de verwijsbrief
was, ben ik toch met deze verwijsbrief naar de neuroloog gegaan.
In het dossier van mijn huisarts kwam ik later nog iets tegen.
Op de medische kaart staat dat mijn huisarts op 3 februari 1999 een
aangetekende brief van de neuroloog ontving.
Maar wat voor brief dat was, dat heb ik niet kunnen vinden.
Later bij het afrondende gesprek bij neuroloog R3. zei de
neuroloog op verwijtende/dreigende toon tegen mij dat er al een brief naar mijn huisarts was
gestuurd. Ik vermoed dat het om deze brief gaat.
Die brief heb ik niet terug kunnen vinden in het dossier van de neuroloog, en ook
niet in het dossier van de huisarts. Terwijl ik als patiënt er recht op heb
om te weten wat daar in stond.
Stel dat er iets in stond ten nadele van mij. Dan had de huisarts dat misschien
recht kunnen zetten. Dan had de huisarts dat misschien aan mij kunnen laten weten.
Dan had misschien voorkomen kunnen worden dat ik mijn gezondheid zou beschadigen
in 1999 (door de reis naar neuroloog R3. en doordaat ik mezelf belastte voor een
revalidatiearts).
Het is dus mogelijk dat huisarts J5. mij ook op dit punt belazerd heeft.
26 juli 1999
Vertaling:
26-7-99
Gesprekje : Indocid zonodig 1 (caps 50mg).
In 1999 vroeg ik aan manueel therapeut H22. om een brief
aan mijn huisarts te sturen, en dat hij willen doen.
25 januari 2000
Vertaling:
25-1-00
Wil gesprek met psychiater in Breda. Kan hij niet heen i.v.m.
spierverkramping, kan wel naar revalidatie in Rotterdam !
Onderzoek : Komt binnen met eigen stoel.
Vraagt om raad : Antwoord : Eventueel pijnpolikliniek.
Heeft afspraak met manuele therapie arts (dokter L11.),
hierna beslissing over eventuele pijnpolikliniek.
Mijn verslag van het gesprek en mijn commentaar:
Bij een vorig gesprek had huisarts J5. gevraagd om de
uitslag van een onderzoek door
een psychiater in Breda.
Ik vertelde dat die psychiater de uitslag niet zo wilde geven,
maar eerst nog een uur een gesprek
met mij wilde. En dat was voor mij met twee keer anderhalf
uur reistijd erbij niet verantwoord omdat mijn spieren
in mijn nek dan teveel gaan verkrampen. En ik vertelde
dat ik trouwens al bijvoorbeeld door het Riagg was onderzocht,
en dat die ook niets konden vinden.
Dat ze niets konden vinden
is tegen mij gezegd, op papier stond iets anders.
Er was eerder over revalidatie in Rotterdam gesproken, en
ik vertelde dat ik met de nodige voorbereiding daar wel een keer
naar toe kon gaan (de reistijd naar Rotterdam is twee keer een uur),
maar dat ik er niet iedere week naar toe kon gaan.
Dus als huisarts J5. schrijft dat ik wel naar Rotterdam kan met
een uitroepteken daar achter, dan komt niet serieus over.
Ik vertelde over de problemen met de pijnstiller. Ik vertelde
dat de spieren in mijn nek voor zo'n druk in mijn nek kunnen
zorgen dat ik niet de kracht heb om ergens naar toe te kruipen,
en dat ik dan niet normaal adem kan halen, maar alleen mijn
bovenste borstspieren kan gebruiken om adem te halen.
En dat de bijwerkingen van Tramal daar nadelig voor zijn.
Huisarts J5. geloofde daar niets van, volgens hem als ik te weinig lucht
zou hebben dan kon ik gewoon adem halen. En als de pijn zou oplopen,
dan gaat volgens hem de ademhaling altijd door.
Hij zei recht in mijn gezicht dat dat medisch niet kon.
En hij benadrukte
dat nog eens door te zeggen dat hij dat gewoon weet, en hij zei nog eens:
"Zoals ik het vertel, zo is het".
Dat mijn klachten zo ver kunnen oplopen, dat is erg persoonlijk
en ik vertel het niet graag. Ik probeer het aan huisarts J5.
duidelijk te maken, maar hij gelooft er niets van.
Dit was de eerste keer dat ik zo duidelijk
een serieus probleem aan huisarts J5. voorlegde.
Hij doet alsof ik mezelf iets aan zou praten, of alsof ik
zou overdrijven.
Ik vond het nogal kwetsend dat er problemen ontstaan zodra
ik duidelijk en eerlijk een serieus probleem voorleg.
Wat ook opvalt is dat hij het niet opschrijft.
Huisarts J5. zocht het nog wel even op, en leest bij de
bijwerking van Tramal dat het de ademhaling kan onderdrukken.
Nog tijdens gesprek corrigeerde hij zich dus gelukkig een beetje.
Over de pijnstillers vertelde ik dat als ik Indocid
een paar dagen gebruik dat ik dan een bloedneus krijg en
bruine vlekken op mijn voeten.
En ik vroeg of hij een brief van een manuele therapeut had gezien,
hij pakte het dossier erbij en heeft dat gelezen.
Ik vroeg vervolgens of hij nog een goed idee had, wat ik zou
kunnen doen.
Huisarts J5. vroeg of ik veel pijn had. Ik antwoordde dat
ik procedures met het GAK heb, en daarbij wel eens te ver ga
met te lang achter de computer zitten brieven schrijven.
Ik liet ook een uitspraak van de Rechtbank zien, die oordeelde
dat het GAK de keuring overnieuw moest doen. En ik zei er
nog bij dat die procedure mij 20.000,- gulden had gekost.
Tot slot vertelde ik dat ik naar dokter L11.
(arts voor manuele therapie) ik Rotterdam zou gaan.
Huisarts J5. vroeg of dokter L11. hem een brief/verslag zou
willen sturen, en zei dat ik later misschien naar een
pijnpolikliniek zou kunnen gaan.
Voor zover ik weet, vroeg ik ook nog naar de brief die
hij aan het GAK stuurde. Maar hij zei zoiets, dat hij
hun vragen had beantwoord, en dat hij er geen kopie van
had.
Dat was het laatste consult bij huisarts J5., want daarna ging
hij met pensioen.
Huisarts J5. zei een keer, dat pijn 'subjectief' is. Dat leek mij
een vreemde opmerking, omdat mij een keer opviel hoe hij zijn rug bewoog, en
hoe hij op een stoel ging zitten. Volgens mij weet hij heel goed
wat pijn is.
Huisarts J5. schreef ook nog een
brief
naar de uitvoeringsinstelling (het Gak).
In die brief noemt hij brieven van specialisten die
hij toegevoegd had,
en schrijft zelf maar heel weinig op.
Die specialisten schrijven zo ongeveer dat ze niets gevonden
hebben. Dat die specialisten dat opschreven heeft volgens
mij voor een deel te maken met de foute verwijsbrief
van huisarts J5.
Dus huisarts J5. verschuilt zich volgens mij een beetje
achter die brieven van de specialisten, terwijl hij
volgens mij er zelf voor gezorgd heeft dat daar zo
weinig uit kwam.
Ik trouwens zelf bij het Gak gezegd dat ze contact met mijn
huisarts konden opnemen. Op dat moment vertrouwde ik huisarts J5. nog.
Nadat huisarts J5. met pensioen ging, ging ik naar
zijn opvolger:
huisarts A6.
2002
Toen ik in november 2002 de verwijsbrief aan de neuroloog aan deze pagina
toevoegde, viel het mij op, dat de verwijsbrief niet juist was. Daarom
schreef ik de gepensioneerde huisarts maar eens een brief.
Op dat moment leek het mij wat overdreven om mijn gepensioneerde huisarts
daar mee te confronteren. Maar ik wist toen nog niet
hoeveel negatieve gevolgen die verwijsbrief bij de neuroloog heeft gehad.
Aan: dhr. J5., voormalig huisarts
22 november 2002
Bijlagen:
• uw verwijsbrief, d.d. 25 november 1998.
•
verslag psychologisch onderzoek van drs. K7., d.d. 1992.
•
rapport van reumatoloog S8., d.d. 23 augustus 1993.
•
brief van psycholoog mw. drs. F3., d.d. juli 1997.
Geachte dokter J5.,
In 1998 heeft u een verwijsbrief geschreven voor neuroloog
dr. R3. in Breda.
De neuroloog heeft bij het eerste gesprek allerlei aannames gedaan,
die het verdere onderzoek beïnvloed hebben. En wat zij zei bij
het laatste gesprek, zoals haar conclusie (probleem met belastbaarheid
van de nek) en haar advies (revalidatie), heeft zij niet in haar brief
aan u geschreven.
Deze week las ik uw verwijsbrief, en ik kan me niet aan de indruk
onttrekken, dat die brief daar mede van invloed op is geweest.
Met uw verwijsbrief geeft u aan, dat een psycholoog in 1992 een
somatisatiestoornis heeft vastgesteld, en dat een reumatoloog heeft
in 1993 geen reumatische aandoening vastgesteld.
Voor zover ik weet, bevindt zich van psycholoog drs. K7. alleen het
"verslag psychologisch onderzoek" in het dossier, waarin staat dat
er
mogelijk sprake is van een somatisatiestoornis. Verder
is er een verslag uit 1997 van een andere psycholoog, die schrijft
dat ik geen 'somatiseerder' ben. En in 1993 heeft de reumatoloog
geen reuma vastgesteld, maar wel een (lichamelijke) diagnose gesteld.
Met uw verwijsbrief wekt u de indruk dat er geen lichamelijke diagnose
is gesteld, en u schrijft dat er wel een psychische diagnose is gesteld,
terwijl het volgens het dossier net andersom is.
Uw verwijsbrief lijkt mij daarom onzorgvuldig.
Mijn vraag aan u is: hoe gaat u dit probleem oplossen?
met vriendelijke groet,
D.
Hieronder volgt zijn reactie. Het linkse plaatje is het ingescande
papier van de huisarts, het rechtse plaatje is de getypte versie die ik zelf heb gemaakt
op 4 juni 2005.
2-12-02
Geachte Heer D.,
N.a.v. Uw brief van 22-11 jl gaarne het volgende.
Strikt genomen heeft U gelijk, dat ik niet geheel
nauwkeurig geweest ben in het vermelden van Uw voorgeschiedenis.
Daar had inderdaad moeten staan 1992: mogelijk somatisatiestoornis
en 1993: Chronisch recidiverende nek en rugklachten etc
(Zie verwijsbrief van de rheumatoloog), maar
géén rheumatische ziekte
Ondanks deze constateringen lijkt me Uw vermoeden dat de
opmerkingen in bovengenoemde verwijsbrief door mij gemaakt
van invloed geweest zouden zijn op het oordeel van de neurologe
mevr. R3. erg onwaarschijnlijk. Dit omdat de volledige
verwijsbrieven, waar ik aan refereerde in Uw bezit waren
en door haar gelezen zijn.
Verder kan ik hier ook niets aan doen.
Hopenlijk stelt mijn brief U tevreden
met vr. groeten
J5.
Hij vergeet om zijn excuses aan te bieden, terwijl hij
wel een dokter is die dat kan. Maar ik had dat ook niet
gevraagd.
Hij schrijft dat het hem erg onwaarschijnlijk lijkt dat de verwijsbrief
van invloed zou zijn geweest op het oordeel van de neurologe. Maar
die verwijsbrief is wel waar de neuroloog vanuit is gegaan. Wat ik
bij de neuroloog vertelde heeft blijkbaar minder waarde gehad.
De verwijsbrief heeft waarschijnlijk zelfs meer gewicht gehad
dan de rapporten waaraan gerefereerd werd.
De neuroloog verwees mij ook door andere specialisten, en gaf aan
die andere specialisten door dat het om "onbegrepen nekklachten" zou
gaan. Dat woord "onbegrepen" betekend meestal dat ik al onderzocht
zou zijn en dat er niets zou zijn gevonden. Dat lijkt me het gevolg
van de verwijsbrief.
Ik heb erg mijn best gedaan bij de neuroloog en andere specialisten
(met de reis er naar toe en me lichamelijk belasten voor de revalidatiearts),
en wel zodanig dat mijn gezondheid er door is verslechterd.
Het lijkt er op (nu in 2008) dat mijn gezondheid daardoor blijvend verslechterd is. Maar dat
is dus allemaal voor niets geweest, en huisarts J5. heeft met die verwijsbrief
volgens mij daar aan meegeholpen.
Wanneer een dokter iemands lichamelijke klachten als psychisch bestempeld,
dan zijn andere dokters daar over het algemeen erg gevoelig voor,
en zullen zo'n patiënt minder serieus nemen. En het is
erg lastig om daar onder uit te komen.
Tot vandaag (2008) ben ik dan ook nog steeds niet onder de gevolgen
uit van wat huisarts J5. opgeschreven heeft, en word ik nauwelijks serieus
genomen door dokters.
Toch heeft huisarts J5. de moeite genomen om iets terug te schrijven.
Dat is heel wat beter dan de eerste huisarts waar ik naar toe ging toen ik mijn
werk niet meer kon doen: huisarts B2..
Ik stuurde daarop een ansichtkaart met het volgende terug:
dokter J5.
3 dec 2002
Hartelijk dank voor uw reactie. Of Uw brief mij tevreden
stelt is misschien teveel gezegd, maar het is voor mij
wel voldoende
met vriendelijke groet,
D.
Ik schreef dus op de ansichtkaar dat het voor mij voldoende was.
Pas later werd mij duidelijk dat zijn verwijsbrief bij de neuroloog
waarschijnlijk heel wat meer negatieve gevolgen heeft gehad dan ik toen wist.
2007
Toen ik op
25 april 2007 mijn dossier van de huisartsen
in handen kreeg, zaten daar ook de originele medische kaarten bij met notities van 1974 tot 2000.
Voorop de kaarten stond in het handschrift van huisarts J5. het volgende:
1992 Psychol : Somatisatiestoornis
1993 Rheum : geen RA
Dat vind ik erg kwalijk, daarmee is waarschijnlijk de volgende huisarts beïnvloed.
Als huisarts J5. dat eerst met mij had besproken dan had ik kunnen
vertellen dat de "mogelijke somatisatiestoornis" is gebaseerd op een
psychologische test uit 1992, waar ik de volgende vragen als "onjuist" heb
aangekruist:
• Mijn gezondheid is even goed als die van de meeste van mijn vrienden.
• Ik voel haast nooit pijn in mijn nek.
• De laatste jaren heb ik mij meestal goed gezond gevoeld.
• Ik word zelden of nooit duizelig.
• Ik heb heel weinig last van hoofdpijn.
• Ik heb zelden of nooit pijn.
Ik had in die psychologische test dus ingevuld dat ik lichamelijk klachten had.
Op basis daarvan stellen dat ik een somatisatiestoornis zou hebben,
en dat dus mijn klachten psychisch zijn is nogal belachelijk.
Dat had ik graag aan huisarts J5. uit willen leggen, maar hij heeft niet
gezegd wat hij in de verwijsbrief en op de medische kaart opgeschreven had.
Die brief waarin die term "mogelijke somatisatiestoornis" staat,
had ik trouwens zelf aan het dossier bij mijn huisarts toegevoegd
(maar toen wist ik nog niet helemaal wat al die woorden betekenen).
Over mijn vader:
Dat huisarts J5. zo deed is extra wrang omdat de huisartsen mijn vader
ook niet serieus namen.
Wat er gebeurde heb ik beschreven op een aparte bladzijde:
Mijn vader en de huisartsen.
Als ik vijf jaar later bij huisarts J5. kom, en hij besluit mij
niet serieus te nemen, en hij schrijft op dat het psychisch is, zonder dat
tegen mij te vertellen. En waar ik volgens mij de rest van mijn leven
flinke nadelen van heb. Dan is dat erg wrang.
2010
Van deze webpagina maakte ik een document,
en dat stuurde ik naar de gepensioneerde huisarts J5..
Hieronder staat alleen de begeleidende brief uitgewerkt, want de
rest is een kopie van deze hele webpagina.
Aan: dhr. J5., voormalig huisarts
22 maart 2010
Geachte dokter J5.,
Bij deze brief zit een verslag waarin ik heb beschreven
hoe het contact tussen u en mij is gegaan. Dat verslag publiceer ik ook.
met vriendelijke groet,
D.
Hier doe ik de brief in de bus:
Op die brief kreeg ik geen reactie.
Ik was altijd nog van plan om een paar papieren te verzamelen, en daarmee bij
de gepensioneerde huisarts aan te bellen, om te vertellen hoe veel nadeel en leed ik
heb van zijn handelen, en hoe veel nadelige gevolgen dat heeft voor mijn gezondheid en mijn leven.
Ik zou hem willen vragen wat in een aangetekende brief van een specialist stond,
die ik niet mocht lezen en die hij heeft weggegooid.
In 2016 was ik dat nog steeds van plan, maar het zag er niet naar uit dat het zou lukken.
2018
In 2018 is huisarts J5. overleden.
Laatste wijziging van deze bladzijde: oktober 2018