Hoorzitting

2004

Op 25 november 2004 werd ik opgebeld door de jurist mr. G. van het UWV, hij vroeg of ik op 15 december kon komen naar een hoorzitting. Even later sprak hij in het antwoordapparaat in, dat het niet doorging.
Vervolgens ontving ik onderstaande brief van zijn collega mr. L2.

thumbnail thumbnail
UWV
B.

Dhr. D.

Datum -8 DEC 2004
Van Bezwaar en Beroep

Onderwerp
Uitnodiging hoorzitting

Geachte heer D.,

In onze brief van 18 augustus 2004 hebben we u gewezen op de mogelijkheid van een hoorzitting. Wij nodigen u hierbij uit voor een hoorzitting over het bezwaarschrift.

De hoorzitting zal plaatsvinden op 5 januari 2005 om 09:00 uur, in ons kantoor te G., ###. U kunt zich melden bij de receptie.

Als u absoluut verhinderd bent om te komen, kunt u uitstel van de hoorzitting vragen. Dat kan telefonisch tot uiterlijk één week na dagtekening van deze brief. U moet dan wel aangeven waarom u uitstel vraagt.

U kunt zich tijdens de hoorzitting laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. Die moet dan wel een schriftelijke, door u ondertekende machtiging meenemen. Dit is niet nodig als u al een machtiging heeft verstrekt, als u samen met uw gemachtigde verschijnt, of als uw gemachtigde advocaat is.
U kunt ook anderen meenemen naar de hoorzitting. Als dit een getuige of een deskundige is, verzoeken wij u ons dat van tevoren te laten weten. U moet deze personen zelf op de hoogte brengen van plaats en tijd van de hoorzitting.

Tijdens de hoorzitting kan een bezwaarverzekeringsarts aanwezig zijn. Houdt u er rekening mee dat deze u na de hoorzitting medisch kan onderzoeken.

Wij verzoeken u alle gegevens die mogelijk van belang zijn, mee te nemen naar de hoorzitting. Bijvoorbeeld medicijnen (in de oorspronkelijke verpakking), namen en adressen en afsprakenkaarten van behandelend artsen, fysiotherapeuten en dergelijke.
Ook verzoeken wij u een geldig legitimatiebewijs mee te nemen. Dat is bijvoorbeeld een Nederlands paspoort. Een rijbewijs is geen geldig legitimatiebewijs.

U kunt de stukken die van belang zijn in deze procedure, inzien op ons kantoor. Als u dat wilt, kunt u contact met ons opnemen om hiervoor een afspraak te maken.

U kunt ons tot uiterlijk tien dagen voor de hoorzitting nieuwe stukken sturen.

Heeft u nog vragen?
U vindt meer informatie op www.uwv.nl. U kunt ons uiteraard ook bellen. Het telefoonnummer staat boven aan de brief. Als u belt, houd dan deze brief bij de hand. Wij kunnen u dan beter van dienst zijn. Als u ons schrijft, stuur uw brief dan naar de afdeling Bezwaar en Beroep. Vermeld daarin dan ook ons kenmerk.

Hoogachtend,
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
L.
Medewerker bezwaar en beroep


De hoorzitting duurde een half uur. Ik deed m'n best om wat antwoorden te krijgen, en de jurist van het UWV deed zijn best om daar niet op in te gaan.

Diezelfde dag is een cassettebandje met een kopie van de opname aangetekend naar de bezwaarverzekeringsarts gestuurd. Hieronder staat de brief die ik erbij deed:

thumbnail
Aan: UWV B.
Afdeling Bezwaar en Beroep
t.a.v. bezwaarverzekeringsarts D2.
B.

5 januari 2005
Uw kenmerk: B&B ###
bijlage: cassettebandje

Geachte dokter,

Ter bevestiging van de hoorzitting van vandaag om 09:00 uur, stuur ik u hierbij een cassettebandje met een kopie van de opname van dat gesprek.

Met vriendelijke groet,
D.


Hieronder staat het verslag dat bezwaarverzekeringsarts D2. maakte:

thumbnail thumbnail thumbnail
UWV
KCC G.
Afd. AG

VERZEKERINGSGENEESKUNDIGE RAPPORTAGE

Naam belanghebbende : D.
Gehuwd met :
Woonplaats : ###
Naam rapporteur : Mevr. D2.
Teamnummer :
Datum rapportage : 5 januari 2005

Bezwaarschriftprocedure

1. Onderzoekskader
Verzekeringsgeneeskundig onderzoek naar aanleiding van een bezwaarschrift tegen de WAO beslissing dd 16-7-04 waarin betrokkene wordt meegedeeld dat het arbeidsongeschiktheidspercentage per 1-6-04 is toegenomen van 45-55% naar 55-65 %.
Het voorlopig bezwaarschrift wordt 12-8-04 ingediend. De aanvullende gronden zijn gedateerd 11-11-04.
Als eerste stelt hij enkele vragen aan bezwaarverzekeringsarts D2., nl hoe komt zij aan de 6 uur. Wat heeft de reumatoloog volgens haar vastgesteld, welke gegevens van het onderzoek van het R. worden gebruikt. Hij heeft een woordelijk verslag gemaakt van het onderzoek bij verzekeringsarts P2.. Hij zou het rapport van dr P2. willen corrigeren, maar is er nog niet aan toegekomen. Dokter P2. heeft haar rapport eenzijdig opgesteld Zij neemt klakkeloos het belastbaarheidspatroon en vorige rapporten over terwijl allang bekend is dat die op zeer onjuiste wijze tot stand zijn gekomen. Betrokkene maakt diverse aanmerkingen op de opgetekende gegevens in de anamnese en schrijft dat hij dit anders heeft gezegd, waarbij hij verwijst naar het woordelijk verslag. Haar weergave van het lichamelijk onderzoek is niet onderbouwd. Ook vindt hij de psyche niet juist verwoord. De onderzoeksbevindingen kenschetst hij als onsamenhangend. Hij is het niet eens met de diagnose en de term functionele nekklachten. Zij gaat voorbij aan de uitspraken van de Centrale Raad van beroep, het centraal college van de gezondheidszorg en de Raad van beroep van het NIvP. Zij heeft niet het rapportage-protocol gevolgd. De motivering en de conclusie zijn niet inzichtelijke en plausibel. Naar de mening van betrokkene zijn de redeneringen en conclusies van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek niet vrij van innerlijke tegenspraak. Ook is de verminderde arbeidsduur niet goed onderbouwd. Hij vindt dat hij wel goed conflicten kan hanteren en dat hij gezien zijn problemen met het UWV toch nog positief is. Hij is meer dan 11 weken met het bezwaarschrift bezig geweest.
Hij heeft het woordelijk verslag van de keuring bijgevoegd. Het is te uitgebreid om dat beknopt over te nemen. Het gaat hem bovendien om de letterlijke tekst. Wel blijkt uit het verslag dat de arts en betrokkene een goed gesprek hebben gevoerd en dat betrokkene zijn klachten heeft kunnen toelichten. Ook zegt hij dat hij het procederen tegen het G./UWV als werk ziet.

2. Vraagstelling
Zijn er medische argumenten om af te wijken van het oordeel van de primaire verzekeringsarts?

3. Onderzoeksactiviteiten
- Bestudering dossiergegevens.
- Hoorzitting dd 5-1-05, in aanwezigheid van betrokkene en begeleider.

4. Onderzoeksgegevens
- Dossiergegevens
Rapportage arbeidsdeskundige L1. dd 7-7-04: Telefonisch besproken, klant is het oneens.
Rapportage verzekeringsarts P2. dd 29-4-04: 5e jaarsherbeoordeling. Anamnese bevat gegevens in verkorte vorm. Er staan geen onwaarheden in, wel in woorden van de verzekeringsarts. LO beperkte beweeglijkheid CWK, geen instabiliteit. Uit recente informatie blijkt geen toename. Beschouwing; De beleving van de pijn van belanghebbende en de beperkingen komen niet overeen met oorzaak en gevolg volgens algemeen medisch wetenschappelijke maatstaven.
Brief van de heer D. aan dokter P2. dd 2-4-04: De heer A2. kan weinig toevoegen aan wat al op de rekening staat aangegeven. Over verkampen van de spieren en de mate waarin kan hij weinig zeggen omdat dat verschilt per keer.
Aanvraag herbeoordeling 20-2-04: Vraagteken bij laatste beoordeling. Gaat incidenteel op bezoek, besteedt een uur per dag aan de procedures. Geen serieuze begeleiding. Nek en rugklachten, pijn, vermoeidheid, duizeligheid, kouwelijk, niet lang kunnen zitten/staan. Als nekproblemen te veel oplopen dan migraine, krachtverlies, blokkeren van spieren - problemen met de ademhaling. Medicijnen; Indometacine en Tramadol zonodig. Fysiotherapie en manuele therapie zo nodig. Veel aanpassingen, leven erop ingesteld. Verwacht geen verandering.

- Hoorzitting; zie tevens verslag
Betrokkene is het niet eens met de mening van de primaire verzekeringsarts. Hij vindt letterlijk dat ze zit te liegen. Uit de opname en zijn toelichting in zijn bezwaarschrift is te concluderen dat dokter P2. niet heeft opgeschreven wat zij heeft gezegd. Zij heeft gezegd dat er reden was voor de klachten, maar heeft dat niet opgeschreven in het rapport. Wat betreft het psychisch aspect zegt betrokkene dat zijn klachten toenemen als hij meer stress ervaart en dat toename van de klachten weer meer psychisch onwelbevinden geeft. Ook zegt hij, zoals in zijn bezwaarschrift staat, dat hij geen conflicten heeft gehad in zijn werk.
Verder gaat betrokkene in op de juridische procedure. Hij is het er niet mee eens dat wij voortborduren op onze oude beslissingen. Het rapport van de reumatoloog van dr. S. haalt hij aan. Daar stond immers in dat er wel wat aan de hand was. Dat is destijds niet meegenomen en wordt door dokter P2. ook niet meegenomen. Ook wordt geen rekening gehouden met de uitspraak van het Centraal Medisch Tuchtcollege dat het medisch rapport van de destijds ingeschakelde medicus niet deugde.
Betrokkene vraagt mij antwoord te geven op de drie door hem gestelde vragen. De voorzitter zegt dat ik deze in mijn rapportage zal beantwoorden voor zover deze relevant zijn.
Het feit dat het hier alleen gat om de beslissing van 16-7-04 en dat er sprake moet zijn van nieuwe feiten of nieuwe medische informatie lijkt niet over te komen bij betrokkene.

5. Diagnose
conform

6. Beschouwing
Het betreft een 39 jarige man die bezwaar heeft gemaakt tegen de WAO beslissing dd 16-7-04 waarin betrokkene wordt meegedeeld dat het arbeidsongeschiktheidspercentage per 1-6-04 is toegenomen van 45-55% naar 55-65 %.

Hij is het niet eens met de weergave van de inhoud van het gesprek door de primaire verzekeringsarts. Hij meent het anders gezegd te hebben. Daarnaast meent hij minder te kunnen als door de primaire verzekeringsarts is aangegeven. Hij acht zich niet beperkt in het omgaan met conflicten. Hij is het er niet mee eens dat de primaire verzekeringsarts door is gegaan op de oude beoordelingen en geen wijziging heeft aangebracht. Hij beargumenteert dit dor het woordelijk verslag bij te voegen en daaruit te citeren.

Uit de rapportage blijkt niet dat de verzekeringsarts onwaarheden heeft geschreven. Zij heeft opgeschreven wat betrokkene heeft gezegd vanuit haar standpunt. Hierin is geen tegenspraak met het woordelijk verslag. Er is wel een verschil van interpretatie. Betrokkene gaat uit van zijn klachten. De verzekeringsarts gaat uit van eventueel gewijzigde objectiveerbare medische bevindingen of gegevens. Hierin zijn geen wijzigingen. Betrokkene heeft dat niet kunnen aantonen. Zoals ook is gezegd door hem is hij al jaren bezig met de bezwaar en beroepsprocedure. In de loop der jaren heeft hij altijd vele klachten gehad. Deze klachten konden niet verklaard worden door een somatisch substraat. Ook nu is er geen verklaring voor de ernst in de beleving van de klachten.
De ernst van de klachten wordt niet gedragen door een objectiveerbare medische afwijking. Daarnaast maakt betrokkene een opmerking over zijn omgaan met conflicten. Als betrokkene meer stress heeft nemen zijn klachten toe. Ook daarom is het niet goed het conflict op te zoeken. Daarnaast lijkt betrokkene heel erg gericht op zijn eigen mening en staat hij weinig open voor een andere mening. Ook dit kan een conflict in de hand werken. Dat zijn houding met betrekking tot zijn problematiek positief is doet hier niet aan af. De drie vragen die betrokkene heeft gesteld zijn voor de te beoordelen beslissing niet relevant. Wat betreft vraag 1 en 2 gaat het om oude gegevens die bij voorgaande beslissingen reeds zijn beoordeeld. Wat betreft vraag 3 is het antwoord dat mij geen gegevens van het R. bekend zijn, die gebruikt zouden kunnen worden. Mocht betrokkene nieuwe informatie hebben van die kant dan staat het hem vrij dit in te brengen.

7. Conclusie
Er zijn geen argumenten om af te wijken van het oordeel van de primaire verzekeringsarts. De ernst van de klachten wordt niet gedragen door een objectiveerbare medische afwijking. Daarnaast is er geen wijzing in de objectiveerbare medische gegevens opgetreden.

Mevr. D2.
Bezwaarverzekeringsarts


Hieronder staat het verslag dat de notulist van het UWV maakte:

thumbnail thumbnail
UWV

Verslag hoorzitting

ons kenmerk : B&B ### ME2

datum hoorzitting : 5 januari 2005
plaats hoorzitting : UWV G.

belanghebbende : Dhr. D.
woonplaats : ###
sofi-nummer : ###

aanwezigen:
belanghebbende : Dhr. D.
getuige : Dhr. ###

voorzitter : G4.
Verslaglegger : E.
BVA : mw. D2.

Nadat de medewerkers van UWV zich hebben voorgesteld en het doel van de hoorzitting hebben uitgelegd, wordt belanghebbende in de gelegenheid gesteld het bezwaar toe te lichten.

Blh. vraagt of H. er bezwaar tegen heeft dat hij de hele hoorzitting woordelijk opneemt. H. geeft blh. hiervoor toestemming. Hiertoe installeert blh. zijn Mp3 speler met microfoon.

Blh. wil eerst een aantal opmerkingen maken over de bezwaarprocedure.
- Blh. vraagt of de uitspraak van het medisch tuchtcollege van invloed is op de uitkomst van deze procedure.
- Verder wil blh. weten of hij tijdens de hoorzitting antwoord kan krijgen op de vooraf door hem schriftelijk ingediende vragen
- De door Va P2. opgestelde rapportage zou op leugens gebaseerd zijn.

Volgens H. beperken we ons in de bezwaarprocedure op de inhoudelijke beoordeling van de thans in geding zijnde beslissing van 16-07-2004.
Vervolgens deelt blh. mede dat er volgens de fysiotherapeut sprake is van een tegenreactie in de wervelkolom. Deze veroorzaakt de nekklachten. Deze aandoening zou destijds in 1994 zijn bevestigd en beschreven door dr S..
Als gevolg van de nekklachten en de UWV rapportages ontstaan er bij blh. op bepaalde momenten psychische spanningen. Blh. deelt desgevraagd mede dat hij zich nimmer voor psychische klachten heeft ziekgemeld. In de omgang met collega's had blh. toen hij nog werkte geen problemen.

Bva wil van blh. weten of er sprake is van toegenomen klachten.
De beoordeling door de primaire Va vond plaats in het kader van een 5e jaars herbeoordeling. Blh. blijft bij zijn standpunt dat deze Va tijdens het onderzoek iets anders heeft gezegd dan er is gerapporteerd. Overigens deelt blh. mede dat hij de uitspraken van Va mw P2. t.z.t. juridisch zal aanvechten op de rechtbank.

Blh. herhaalt zijn vraag of er tijdens de hoorzitting antwoord kan worden gegeven op zijn schriftelijk ingediende vragen.
H. deelt daarop mede dat de hoorzitting daarvoor niet bedoeld is en dat deze vragen door de Bva in haar rapportage worden meegenomen.
Verder wenst blh. dat door H. een beoordeling conform de daartoe opgestelde richtlijnen wordt gemaakt. H. haalt hiertoe het gestelde in artikel 7.11 van de Algemene Wet Bestuursrecht aan. Blh. Citeert daartoe Uit de brief van 28 juni 2004 die hij heeft ontvangen van dhr M2..

Alvorens de hoorzitting af te sluiten wordt blh. door H. de verdere bezwaarprocedure uitgelegd en wordt hij gewezen op de beroepsmogelijkheden.
Blh. vraagt of hoorcommissie bezwaar heeft dat hij deze kwestie in de publiciteit brengt.
H. deelt mede dat hij op persoonlijke titel er geen probleem mee heeft.
Echter als UWV medewerker zal hij toestemming van het UWV management moeten vragen.

B., 5 januari 2005

voorzitter ###
verslaglegger ###


Zelf nam ik de hoorzitting op, en liet het uitwerken tot een woordelijk verslag van de hoorzitting.

Laatste wijziging van deze bladzijde: maart 2005