Arrondissementsrechtbank te M.
Sector Bestuursrecht
De heer dr. S2.
orthopaedisch chirurg
ST. STREEKZIEKENHUIS W.
V.
reg.nr.: 93 / 732 AAW /WAO
M., 14 april 1994
onderwerp: het beroep van D. te ###
Geachte heer,
Bij deze rechtbank is het bovengenoemde beroep aanhangig.
Het dossier zend ik u hierbij toe.
De rechtbank heeft u als deskundige benoemd voor het instellen
van een onderzoek. Indien u deze benoeming aanvaardt bent u verplicht
de in de bijlage bij deze brief geformuleerde opdracht onpartijdig
en naar beste weten te vervullen.
Voor de oproeping van betrokkene kunt u desgewenst gebruik maken
van bijgaand formulier, waarop tijd en plaats van het onderzoek
nog moeten worden ingevuld.
Ik stel het op prijs uw schriftelijk verslag,
vergezeld van het dossier, binnen twee maanden
na de dagtekening van deze brief te ontvangen.
Hoogachtend,
###,
griffier.
Arrondissementsrechtbank te M.
Sector Bestuursrecht
t.a.v. fungerend president
27 juni 1994
Uw ref. : 93 / 732 AAW / WAO
Onze ref. : ES/eb
Onderwerp: De heer D.
Weledelgestrenge heer,
Hierbij heb ik de eer u verslag uit te brengen van het onderzoek, verricht op
10 mei 1994, te 14.30 uur, bij de heer D., werkzaam als programmeur bij
C..
ANAMNESE:
Tot januari 1988 was patiënt in opleiding bij de HTS in R., vanaf
november 1989 werkte hij in B. als programmeur, vanaf juli 1990 werkzaam
bij C..
Ongeveer vanaf september 1991 kreeg patiënt last van frequent opspelende
hoofdpijn, rugpijn en vermoeidheidsklachten, hij raakte overspannen. In dit
verband merkt patiënt op dat hij vanaf de lagere school-leeftijd weet dat
het onderste deel van zijn rug slecht beweegbaar is. Hij heeft er destijds ook
fysiotherapie voor gehad. In die tijd waren er ook duizeligheidsklachten. Vijf
jaar geleden had hij al veel slaap nodig, hij kon slecht tegen lawaai, Bij
autorijden had hij zijn
stoel moeten aanpassen.
Verder wat betreft de huidige klachten: patiënt moest zijn werk steeds
vaker verzuimen, hij merkte dat hij zich steeds meer ging ergeren en vanaf
maart 1992 verbleef hij acht maanden in de ziektewet, in verband met
vermoeidheid en hoofdpijn. Hij is onder behandeling geweest bij het R.. Er
trad niet veel verbetering op in de situatie en patiënt zocht heil bij een
psychologe, deze vertelde patiënt dat er geen relatie was tussen de
psychische klachten en lichamelijke klachten. Later is patiënt nog gezien
door diverse andere behandelaars, onder andere een chiropractor en een
orthomanueel therapeut. Momenteel staat hij nog onder behandeling van een
osteopaat. De behandelingen hebben hoogstens vier dagen effect. Geleidelijk
leken de lage rugklachten wel te verminderen, maar de nekklachten nemen toe en
de migraine-achtige hoofdpijn en vermoeidheid blijven. Tussen de middag moet
patiënt rusten. Hij staat al "duf" en duizelig op. Momenteen werkt hij
maar halve dagen. Er treedt niet zodanige verbetering op dat uitbreiding van de
3,6 uur per dag voor patiënt tot de mogelijkheden hoort. De familie helpt
in het huishouden. Patiënt woont overigens alleen. Hij is erg gevoelig
voor afleiding.
Wat betreft de rugklachten lijkt de pijn niet door te trekken
naar de benen, er zijn geen gevoelsstoornissen. Algemeen: in 1993 is
patiënt gezien door de rheumatoloog. Patiënt merkt nog op dat hij
's morgens vaak een rode waas voor de ogen heeft. Hij zou gevoelig zijn voor
huisstof. Patiënt gebruikt geen bijzondere medicijnen. Patiënt
vermeldt nog dat hij volgens de
GMD-arts zes uur per dag moet werken en
daarop is nu ook de uitkering gebaseerd.
Patiënt weet echter dat hij het werk niet voor zes uur per dag kan
volhouden.
ONDERZOEK:
Niet zieke, 28-jarige man, lengte 1,95 m, gewicht 92 kg. Bekken horizontaal,
beenlengte gelijk, in het geheel genomen matig ontwikkelde musculatuur. De rug
gaat recht op, de curvaturen zijn vrij vlak, er is geen hypertonie van de
musculatuur. Het hoofd wordt recht gedragen. Er is enige kloppijn rechts
paraventebraal T6 en op de schedel. De schouders zijn goed bewegelijk, de nek
vertoont een volledige flexie-extensie, rotaties 45°, links en rechts,
lateroflexie 30 en 30°. Bij de hakvalproef wordt pijn in het hoofd
aangegeven. De bewegingen in de rug zijn verder niet gestoord. Aan de benen
geen duidelijke afwijkingen, heup- en kniefuncties volledig, geen
atrofieën, op neurologisch terrein geen duidelijke afwijkingen.
verder geen relevante orthopaedische bevindingen.
RONTGENONDERZOEK
d.d. 16 mei 1994, Ziekenhuis W.: X-bekken ap: normaal skelet.
SI-gewrichten geen bijzonderheden, normale heupgewrichten. X-lumbale
wervelkolom: lichte lumbale slingering, met minimale torsie, verder geen
afwijkingen. Geen tekenen van spondylose of spondylarthrose. Geen olisthesis of
lysis van de bogen. X-thoracale wervelkolom: hoogthoracaal minimale slingering,
wat spondylose T4T5, aan de rechterzijde, verder geen afwijkingen.
X-cervicale wervelkolom vier richtingen: normaal. In de map bevinden zich ook
foto's d.d. 23 juni 1993, gemaakt op verzoek van de rheumatoloog
collega S.: ook hier op thorale en lumbale wervelkolomfoto's geen afwijkingen
van betekenis.
AANVULLENDE ANAMNESE:
Van patiënt wordt een kopie verkregen van een reeds vernietigd R.
dossier, Onderzochte kan zich niet verenigen met de inhoud van een
intake gesprek en een vervolg intake gesprek en daardoor kan door mij
nauwelijks gebruik worden gemaakt van de vermelde gegevens. Een kernvraag
blijft kennelijk de relatie psychisch functioneren en somatische afwijkingen en
er is geen eenstemmigheid over het psychosociaal functioneren van
patiënt.
SAMENVATTING:
Voor onderzoek wordt een 28-jarige man gezien die, werkzaam als programmeur, al
enkele jaren klachten heeft van hoofdpijn, rugpijn en vermoeidheid, in periodes
ook "overspannenheid'. De rugklachten bestaan waarschijnlijk al langer dan vijf
jaar en patiënt heeft meerdere keren periodes in de ziektewet gezeten, in
verband met onvoldoende goed kunnen functioneren op het werk. Patiënt is
door diverse behandelaren gezien, echte verbetering treedt er niet op. Ook nu
blijven klachten van rugpijn, hoofdpijn vermoeidheid en duizeligheid een grote
rol spelen in het leven van patiënt. Halve dagen werken houdt patiënt
als het maximum.
Voor onderzoek wordt een lange, niet zieke man gezien, met een matig
ontwikkelde musculatuur, verder enige kloppijn rechts paralumbaal T6, lichte
bewegingsbeperking in de nek, maar overigens orthopaedisch geen duidelijke
afwijkingen.
Röntgenologisch aan gehele wervelkolom en bekken geen duidelijke
afwijkingen, afgezien van een zeer lichte slingering.
OVERWEGINGEN:
Het meegestuurde dossier wordt zorgvuldig bestudeerd. In gedingstuk A9, het
beroep van de heer D., wordt voornamelijk ingegaan op al dan niet
gedane uitspraken van rapporteurs en onderzochte. In gedingstuk A11
veronderstelt de osteopaat D. "dat de beperking van C2
waarschijnlijk verantwoordelijk is voor de hoofdpijn en nekklachten".
In gedingstuk A12 meldt collega S., rheumatoloog, dat het
klachtenbeeld voornamelijk mechanisch bepaald wordt door een niet goede
houding. Daarbij memoreert de rheumatoloog ook een nerveuze gespannenheid welke
bij patiënt aanwezig zou zijn.
Ook de brief aan de huisarts is als gedingstuk A13 in het dossier aanwezig,
zodat verder geen nadere informatie door mij bij de rheumatoloog is opgevraagd.
In gedingstuk B1.1 wordt ongeveer halverwege gememoreerd dat belanghebbende
elke vorm van psychisch lijden volstrekt afwijst.
CONCLUSIE:
U verzoekt de vraag te beantwoorden, of eiser op 1 oktober 1993 in staat moet
worden geacht zijn eigen werk van programmeur gedurende zes uur per dag te
verrichten.
Bij het orthopaedisch onderzoek worden niet zodanige afwijkingen gevonden dat
de in gedingstuk B2.1 beschreven arbeid onmogelijk zou zijn, ook niet voor een
hele dag. Orthopaedisch gezien moet ik uw vraag dus bevestigend beantwoorden.
B: gezien de in de anamnese genoemde klachten die patiënt naar voren
brengt en de moeilijke situatie waarin hij terecht is gekomen, waarvoor
waarschijnlijk geen lichamelijke afwijkingen aansprakelijk zijn, moet ik ter
betere beoordeling van de gezondheidstoestand een onderzoek door een psychiater
sterk adviseren.
C: kennisneming door betrokkene van dit verslag, hoeft patiënt niet te
worden onthouden.
Ik hoop uw vragen hiermee voldoende te hebben beantwoord en teken,
met de meeste hoogachting,
S2., orthopaedisch chirurg