Zelfstandige arts T4.
1992
Naar aanleiding van problemen met
huistarts B2. ging ik naar
dokter T4.. Dit is een zelfstandige arts, wiens kosten
niet altijd vergoed worden.
Ik kwam bij dokter T4. terecht omdat
mijn vader daar eerder naar toe was gegaan.
Mijn vader was mede door dokter T4. gestopt met roken.
Ik weet helaas niet hoe mijn vader bij hem terecht kwam en ik weet ook niet
voor welke klachten mijn vader naar hem toe ging.
Ik weet nog wel dat mijn vader dokter T4. een sympathieke dokter vond.
Blijkbaar schoten de huisartsen daarin te kort bij mijn vader.
Daar zou mijn vader een paar jaar later nog flink mee geconfronteerd
worden toen
mijn vader naar de huisartsen ging
en de huisartsen zeer ernstig faalden.
Mijn vader had al zijn tanden en kiezen laten trekken en dokter T4. zag
op een röntgenfoto dat er nog stukjes wortel en ook ontstekingen zaten.
Op advies van dokter T4. is mijn vader naar een kaakchirurg gegaan om
dat te laten verwijderen.
Op dat moment werd soms gedacht dat een ingekapselde ontsteking geen problemen kan geven.
Daar wordt tegenwoordig anders over gedacht, dus achteraf had dokter T4.
op dit punt helemaal gelijk en was hij zijn tijd vooruit.
Bij dokter T4. zijn bij mij een aantal dingen onderzocht, maar ook
wat dingen geprobeerd. Er is een bloedonderzoek gedaan,
en extra vitaminen, en geprobeerd om met slaapmedicijnen
te proberen of ik dan beter zou uitrusten, en
ozon-therapie dat een soort doping is.
De slaapmedicijnen werkten averechts, ik sliep dan
zo'n 4 uur, en werd precies net zo vermoeid wakker, als
toen ik in slaap viel.
De ozon-therapie werkte wel, ik kon overdag meer doen,
en rustte ook tijdens mijn slaap meer uit.
Dat was op dat moment belangrijke informatie, omdat er voor het eerst
iets was dat duidelijk invloed had op mijn klachten.
Het viel dokter T4. op, dat mijn rug en nek niet soepel
bewogen, en hij stelde voor om naar een chiropractor
te gaan, of naar een behandelaar voor ortho-manuele therapie.
Hij (of de chiropractor) heeft ook
röntgenfoto's gemaakt.
Hij was heel geïnteresseerd in het volgende:
Toen ik misschien een jaar of 9 was, in 1974, toen werd mij
geadviseerd om een vetarm dieet te volgen en geen dierlijk vet te gebruiken
maar olijfolie.
Olijfolie was toen lastig te krijgen in Nederland. Het zat in groene blikken.
Pas later werd duidelijk dat mijn cholestorol van HDL en LDL
een scheve verhouding heeft en dat olijfolie dan inderdaad beter is
dan dierlijke vetten.
Hoe kon iemand in 1974 dit allemaal al weten?
In mijn "
eigen verhaal" schrijf ik dat een schoolarts het advies gaf
om een vet-arm dieet te volgen. Daar ben ik niet helemaal zeker van. Het is mogelijk
dat iemand anders het advies heeft gegeven om olijfolie te gebruiken.
In 1992 vond ik hem een pientere, eerlijke, hulpvaardige en meelevende dokter,
die mij op het goede spoor heeft gezet wat uiteindelijk duidelijkheid
gaf over mijn nekklachten. Het voordeel was
dat hij als dokter buiten de gewone gezondheidszorg om werkte en dus niet klakkeloos
aannam wat andere dokters beweren. Dat is ook meteen het nadeel,
omdat hij zich op de grens begaf van wat wel en niet
medisch verantwoord was en therapieën gebruikte waarvan de
werking niet medisch aangetoond was.
In 2018 staat deze dokter op een website "zwarte lijst artsen"
omdat hij in 2013 uit zijn ambt is gezet. Op die website staat
niet dat hij dat in 2014 ongedaan heeft laten maken bij
de Raad van State.
Die website "zwarte lijst artsen" werd in 2021 door een rechter verboden.
Zie de uitspraak:
ECLI:NL:RBMNE:2021:23 (link geldig in 2021).
De uitspraak vat ik op dat de rechter zegt dat die website te ver is doorgeschoten.
Dat zou kunnen betekenen dat een vergelijkbare website op een andere en betere manier
wel mogelijk zou kunnen zijn.
In de uitspraak staat: "De voorzieningenrechter is van oordeel dat het belang van
de eerbiediging van de eer en goede naam van de artsen en zorgverleners
zwaarder weegt dan het belang van ...".
Volgens mij is dat een partijdige blunder.
Als de rechter niet was meegegaan met de woorden "eerbiediging" en "eer" en "goede naam",
dan was het een betere uitspraak geweest.
Het lijkt er op dat de rechter zich niet kan voorstellen dat er dokters zijn die
hun macht misbruiken om doelbewust een patiënt te benadelen.
Hoe zit het met de de "goede naam" en "eer" en "eerbiediging" van de patiënten?
Laatste wijziging van deze bladzijde: januari 2021