Ik maak vaak mee dat dokters en anderen zeggen dat mijn nekklachten psychisch zijn.
Op deze bladzijde beschrijf ik hoe dat gaat. Sommige dingen gaan altijd op precies
dezelfde manier.
Dit gebeurt alleen als het om nekklachten gaat.
Als ik bij een dokter kom en het gaat niet over nekklachten dan wordt
ik vriendelijk en goed behandeld, zoals bij de vriendelijke
dermatoloog V14.
en de vriendelijke
internist S24..
Vanzelfsprekend is er geen enkele deskundige en genuanceerde dokter die beweert dat mijn
nekklachten psychisch zijn.
Er zijn slechts twee redenen waarom dokters zeggen dat mijn nekklachten psychisch zijn:
• De dokter heeft minachting voor mij en wil mij bewust benadelen.
• De dokter staat zelf psychisch niet evenwichtig in het leven en heeft weinig realiteitszin.
Het is dus eigenlijk ordinair treitergedrag en de term "psychisch" wordt gebruikt als scheldwoord.
Sommige dokters hebben niet alleen vooroordelen over nekklachten,
maar hebben ook een hekel aan patiënten met nekklachten.
Als mijn klachten oplopen en duidelijk aan mij te merken zijn, dan wordt dat soms
opgevat als bevestiging dat het "psychisch" zou zijn.
Als ik mijn leven zou beschrijven in twee woorden, dan is dat in de eerste plaats
mijn "nekklachten" waar ik dag en nacht mee zit te tobben. In de tweede plaats
is dat de "haat" die over mij heen krijg.
Toen ik nog hele dagen werkte, toen wist ik niet eens dat zo iets bestond.
Vanaf het moment dat ik geen hele dagen meer kon werken
kreeg ik een lading haat over me heen. Dat blijft waarschijnlijk de rest
van mijn leven doorgaan.
Dat is niet alleen door dokters en andere mensen in de zorg maar ook door anderen.
Omdat ik van een uitkering leef en gezondheidsproblemen heb, vinden sommigen
mij minderwaardig. Sommigen hebben zelfs de dwangmatige behoefte om mij daarom
te benadelen.
Als een dokter stelt dat mijn nekklachten psychisch zijn, dan lijkt het alsof ik
opeens in een heel andere wereld ben beland.
Dan mag ik niet meer vertellen over mijn klachten, en ik mag niet meer vertellen
wanneer mijn klachten toenemen en wanneer ze afnemen. Meestal wordt van mijn (vele)
klachten alleen de "pijn" uitgelicht en daar wordt een soort van vage abstracte
pijn van gemaakt. Vanaf die vage abstracte pijn wordt dan de overstap gemaakt
om te zeggen dat het psychisch is.
Ik ben nu 58 jaar oud (ik schrijf dit in 2024) en in heel mijn leven heeft nog
nooit iemand mij willen vertellen welke van mijn klachten psychisch zouden zijn of
welke klachten te erg zouden zijn om te kunnen verklaren.
Daaruit trek ik de conclusie dat iedereen (zonder uitzondering) die beweert
dat mijn nekklachten psychisch zijn dat met slechte bedoelingen doet.
Soms wordt opgeschreven dat ik niets van psychische dingen wil weten.
Dat is een trucje onder dokters, want dat wordt gezien als "bewijs"
dat het dan wel psychisch moet zijn.
Zelfs als daar niet eens over wordt gesproken, dan wordt dat soms toch op een
overdreven manier opgeschreven. Een dokter probeert dan op een bombastische manier
zijn slechte bedoelingen door te drukken.
Een aparte groep vormen de psychiaters, psychologen en psychiatrisch verpleegkundigen.
Het is opvallend dat zij er het minste moeite mee hebben om hele rare kwetsende dingen
op te schrijven, en het minste redelijkheid en medemenselijkheid vertonen.
Deze mensen kunnen heel vriendelijk overkomen, maar het valt mij op dat
deze groep mensen het meest haatdragend is.
Zij hebben er over het algemeen weinig moeite mee om iemand anders allerlei
stoornissen toe te dichten, vooral als ze een hekel aan een patiënt hebben.
Daar maken artsen gebruik van. Als bijvoorbeeld een huisarts een hekel aan iemand heeft,
dan kan de huisarts zo iemand naar een psychiater of psycholoog verwijzen
en van die psychiater of psycholoog vragen om een psychische diagnose te stellen.
Volgens mij is het merendeel van de psychiaters en psychologen bereid om dat te doen.
Er is een standaard voor psychische aandoeningen, de DSM standaard. Daar staat ook in
aan welke voorwaarden voldaan moet worden om een bepaalde diagnose te stellen.
Ik heb nog nooit meegemaakt dat iemand zich aan die voorwaarden hield.
Het valt mij op hoe gemakkelijk deze groep mensen zichzelf voor de gek kunnen houden.
Ze verzinnen soms redenaties die kant nog wal raken.
Het is bij slechte psychiaters, psychologen en psychiatrisch verpleegkundigen
erg belangrijk om hun spelletje mee te spelen.
Als je hen tegenspreekt of als je commentaar geeft op een vreemde vraag die ze stellen, dan voelen ze zich
aangevallen en dan nemen ze wraak in hun rapport.
Stel nooit hun vragen ter discussie. Je kunt vragen wat bedoeld wordt of
verzin eventueel ter plekke een antwoord. Zij leven in een andere wereld dan jij,
dus let er op dat je jezelf niet laat verrassen door een onzinnige vraag.
Ik schrijf hierboven dat zulke mensen in een andere wereld leven dan jij.
Dat klinkt misschien overdreven, maar dat is helaas een constatering die
ik op basis van mijn eigen ervaringen kan trekken.
En niet alleen op basis van mijn eigen ervaringen, er is ook een groot verschil
tussen de opvattingen van psychiaters en de realiteit.
Op dit moment, in 2023, is de NVVP (Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie)
van mening dat het niet mogelijk is om verslaafd te raken aan antidepressiva.
Het is echter al ruim dertig jaar bekend dat als de antidepressiva wordt
afgebouwd dat het lichaam er veel moeite mee kan hebben om zelf weer alle
stoffen aan te maken en daar een evenwicht in te vinden.
Sommige patiënten denken dat de afkickverschijnselen
hun eigen emoties zijn en zien dat als aanwijzing dat ze de antidepressiva
nog steeds nodig hebben.
Er zijn in 2023 nog steeds behandelaars die denken dat wanneer iemand depressief
is, dat diegene een tekort aan serotine heeft. Het verband tussen depressiviteit
en een tekort aan serotine is echter niet eenduidig. Er is onvoldoende
wetenschappelijk bewijs om zo'n conclusie te rechtvaardigden.
Er zijn natuurlijk ook goede psychiaters, psychologen en psychiatrisch verpleegkundigen.
Als ik op mijn ervaring af ga, dan is dat minder dan de helft.
Soms heeft iemand de opdracht gekregen om te beweren dat mijn klachten psychisch zijn.
Sommigen gaan zichzelf voor de gek houden door onredelijke redenaties op een overdreven
manier er door te drukken.
Sommigen verzinnen een reeks van leugens als onderbouwing dat mijn nekklachten
psychisch zouden zijn.
Van degenen die beweren dat mijn nekklachten psychisch zijn, is uiteindelijk
iedereen oneerlijk.
Mijn hele dossier is een voorbeeld van wat ik hierboven schrijf.
Hieronder noem ik een paar voorbeelden.
Door deze voorbeelden te noemen, zal iemand die het leest misschien gaan denken
dat zoiets niet zomaar wordt opgeschreven en het ook een beetje aan mij zou kunnen liggen.
Ik vind het echter belangrijk
om dit toch openbaar te maken, zelfs als niemand mij zou geloven.
Voorbeelden van de minachting die sommige dokters voor mij hebben:
Een dokter die van mening is dat mijn nekklachten psychisch zijn heeft ook altijd minachting
voor mij.
Huisarts B2. was de eerste huisarts waar ik naar toe ging in 1992.
Hij heeft zoveel minachting voor mij dat hij in het dossier schrijft: "eigen instelling bijwerken".
Een jaar later stopt hij als huisarts, terwijl hij nog geen 50 was.
Huisarts S9. schrijft op: "lage pijngrens !".
Ik zat toen in een situatie dat mijn nekspieren gingen verkrampen door de pijn in mijn nek,
en door het verkrampen van mijn nekspieren nam de pijn en de druk in mijn nek nog meer toe.
Soms stond er zoveel druk op mijn nek dat ik geen kracht meer had om op mijn benen te staan,
dat mijn buikspieren en vingers verkrampt stonden en mijn ademhaling niet automatisch meer ging.
Ik vroeg betere pijnstillers om uit die cirkel te komen, maar die kreeg ik niet.
De migraine was regelmatig nauwelijks te verdragen. Hij vond het zo belachelijk dat ik
vroeg om een medicijn tegen migraine dat hij opschrijft: "wil Imigran!". Ik kreeg dat middel niet.
Huisarts S9. is mij altijd minderwaardig blijven vinden, en hij heeft mijn nekklachten nooit
serieus genomen.
Keuringsarts L6.
schrijft in 1997: "Hij moet juist wat gaan doen!".
Op dat moment kon ik mijn werk niet meer doen.
Doordat ik tot het uiterste had geprobeerd mijn werk (halve dagen) vol te houden waren
mijn klachten flink toegenomen.
Ik klaagde later Keuringarts L6. bij het Medisch Tuchtcollege aan, omdat hij
denk dat iedereen van mening is dat mijn klachten psychisch zijn. Het Medisch Tuchtcollege
vond het niet nodig om hem een waarschuwing te geven, maar ik krijg wel gelijk.
Keuringsarts L6. zat fout.
Voorbeelden van de haat van psychiaters, psychologen en psychiatrisch verpleegkundigen:
Ik had een klacht ingediend tegen
psycholoog X14..
Om mij negatief af te schilderen bij de klachtencommissie liegt die psycholoog wel erg hard.
Hij schrijft (via zijn jurist): "In de intervisiegroep is aan verweerder het advies gegeven melding te doen bij de politie".
De "verweerder" is die psycholoog.
Ik heb vanzelfsprekend daar geen enkele aanleiding voor gegeven. Hij verzint dat om mij negatief af te schilderen.
Dat heeft blijkbaar geholpen, want de klachtencommissie vond mijn klacht ongegrond.
Het werd trouwens niet duidelijk of die intervisiegroep wel bestaat.
Ik ben op geen enkele manier agressief of intimederend naar de psycholoog geweest. Die leugen van hem ervaar
ik echter als behoorlijk intimiderend. Volgens mij is die leugen daar ook voor bedoeld.
Vanzelfsprekend heeft de psycholoog geen melding gedaan bij de politie, want er was niets om een melding over te doen.
Dit is de ergste leugen in mijn dossier.
Ik vroeg die psycholoog om hulp omdat er een artikel in de krant stand waarin stond dat hij ook aan mediation
deed, en ik het getreiter en de onjuiste beschuldigingen niet meer aan kon.
Dat hij mij dan juist ten onrechte gaat beschuldigen is volgens mij kwaadwillende opzet.
Die psycholoog doet zich voor als een christelijke hulpverlener.
In 1992 werd ik naar het Riagg verwezen om te onderzoeken of er een psychische oorzaak voor mijn
lichamelijk klachten was. Bij het
eerste aanmeldgesprek moest ik van een boze mevrouw zeggen
dat ik ontevreden met mijn leven zou zijn. Ik vond dat raar en dat heb ik niet gezegd.
Het schijnt zo te zijn dat als iemand niet zou willen meewerken,
dat dan in het dossier geschreven wordt dat iemand "passief-agressief" is.
Dus dat werd in mijn dossier geschreven. Dat werd vervolgens weer overgeschreven en kwam bij de keuringsartsen van
het UWV terecht.
Toen mijn dossier werd overgedragen van de afdeling voor de Ziektewet naar de afdeling voor de W.A.O. bij het UWV,
toen werd mijn uitkering stop gezet, waarschijnlijk vanwege die term "passief-agressief".
En dat dus alleen maar omdat ik het raar vond dat ik moest zeggen dat ik ontevreden met mijn leven zou zijn.
Mijn moeder had in de laatste jaren van haar leven veel thuiszorg.
De coördinator van de thuiszorg heeft een keer
op mijn moeder zitten inpraten (in 2018 of 2019) dat ik niet meer zomaar
mijn moeder zou mogen bezoeken.
Een paar weken later vertelde mijn moeder dat ze erg
onder druk was gezet en dat ik me
er niets van aan hoefde te trekken en dat ik altijd
langs kon komen.
Later sprak ik die coördinater via de telefoon.
Toen ik zei dat ik niets verkeerds heb gedaan, toen
reageerde de coördinater schamper. Dus blijkbaar
was haar haat tegen mij vast in haar hoofd gaan zitten.
De coördinater heeft een opleiding als psychiatrisch verpleegkundige.
Andere voorbeelden van de haat die ik over mij heen krijg:
In 2015 ging ik zelfstandig wonen in een huurhuis. Ik hoopte
dat het goed zou gaan, en dat niemand zich tegen mij zou keren.
Helaas ging het mis. Binnen een jaar probeerde iemand om de hele
buurt tegen mij op te zetten door rare leugens over mij te
verspreiden. Mijn achterbuurvrouw vertelde me dat de hele
buurt het er over had.
Tot op heden weet ik niet wie dat deed. Het gaat waarschijnlijk om
iemand die mij alleen in de verte heeft gezien en die ik niet
eens heb gesproken.
Ik weet niet of die leugens over mij online in een groep is
geplaatst.
Diegene heeft nooit bij mij aangebeld om excuses aan te bieden.
Mijn moeder is in 2019 overleden en de laatste twee weken
van haar leven lag zij in het ziekenhuis.
Mijn moeder beklaagde zich tegen mij dat ze in het
ziekenhuis last had van getreiter en gedreig van iemand.
Een paar dagen voor haar overlijden bestookte degene
mijn moeder met leugens over mij om mijn moeder tegen
mij op te zetten. Mijn moeder werd daar bang van en
vervolgens stelde het ziekenhuis een maatregel in dat
ik niet meer mocht bellen met mijn moeder.
Ik heb daardoor geen contact met mijn moeder gehad
in de laatste dagen dat mijn moeder leefde.
In mijn persoonlijke omgeving zijn er veel meer mensen
die zich tegen mij afkeren. Sommigen worden boos op me als ik
iets met met goede bedoelingen doe.
Dat komt niet alleen door kwaadsprekerij van anderen, maar ook
door de manier waarop ik over kom. Als mijn klachten oplopen
dan kan ik afwezig over komen en kan het aan mijn stem en mijn
gezicht te zien zijn. Het gebeurt soms dat iemand verschrikt
om zich heen gaat kijken als ik iets zeg.