Aan: E4., afdeling "I.",
t.a.v. drs. E2., (kinder)psychiater
aangetekend met ontvangstbevestiging
21 januari 2004
Bijlagen:
verslag van telefoongesprek van 8 feb. 1999, d.d. 11 november 2000.
Geachte psychiater E2.,
Op 18 maart is er een zitting bij de rechtbank in R. tussen mij
en de UWV (G.), en ik denk erover, om daar een stukje uit
het telefoongesprek tussen u en mij te laten horen,
zoals uw opmerking dat er de afgelopen jaren van alles gebeurd
kan zijn.
Zonder tegenbericht ga ik er van uit, dat ik stilzwijgend
uw toestemming heb, om die opname voortaan te gebruiken.
Een kopie van die opname stuurde ik u eerder al.
Indien u toch op deze brief reageert, dan wil ik ook
dat u toegeeft, dat u uw beroepsgeheim geschonden heeft,
door drs. K7. over uw rapport uit 1994 te vertellen.
De reden voor deze brief is, dat het UWV (G.) nog steeds
op dezelfde manier doorgaat, en zich op achterhaalde gegevens
blijft baseren, en ik nu met mijn zevende beroepszaak bezig ben.
Met vriendelijk groet,
D.