Oproep om naar zitting te komen

2007

Keuringsarts P2. had mij in 2004 gekeurd. De beslissing die het UWV vervolgens over mijn arbeidsongeschiktheid had genomen leverde mijn achtste beroepszaak op, en de Rechtbank ging niet akkoord met de beslissing van het UWV.
Er kwam vervolgens een nieuwe procedure op gang (mijn negende beroepszaak) waarin mijn arbeidsongeschiktheid van 2004 opnieuw beoordeeld zou moeten worden.
Voor de zitting bij de Rechtbank van mijn negende beroepszaak riep ik keuringsarts P2. op om naar de zitting te komen.

Een arbeidsdeskundige had gezegd, dat keuringsarts P2. zou stoppen met haar werk bij het UWV. Ik ging ervan uit dat zij daarom niet meer bij het UWV werkte. Als ik mijn oproep aan het UWV zou sturen, dan vetrouwde ik er niet op dat die oproep bij haar terecht zou komen.
Daarom ging ik op zoek naar haar privé adres. En ik vond iets dat geen privé adres was, maar wel met haar te maken leek te hebben. Daar belde ik op 27 augustus 2007 naar toe. Zij nam zelf de telefoon op. Het bleek dat zij nog wel bij het UWV werkte, dus kon ik mijn brief gewoon naar het UWV sturen. Daarna ronde zij het gesprek af en legde de hoorn neer. Ik had dus geen gelegenheid meer om te zeggen dat ik vind dat zij mij flink belazerd heeft.

Met onderstaande brief riep ik haar op om naar de zitting bij de Rechtbank van mijn negende beroepszaak te komen.

thumbnail thumbnail

Aan: UWV Goes
Afdeling AG
t.a.v. mevr. P2., verzekeringsarts
Goes

(aangetekend)

Datum : 12 september 2007
Referentie Rechtbank : procedurenummer 07 / 1682 WAO BRO1 T1
Referentie UWV : B&B ### JG4
Bijlagen :
• Uitnodiging Rechtbank aan mij, d.d. 14 augustus 2007.
• Uw Medisch onderzoeksverslag, d.d. 29 april 2004.
• Woordelijk verslag van keuring op 29 maart 2004, d.d. 19 juli 2004.
• Mijn aanvullend bezwaarschrift, d.d. 11 november 2004.
Mijn beroepschrift, d.d. 25 maart 2005.
• Mijn pleitnotities voor de zitting van 7 juli 2005.

Geachte dokter P2.,

Hierbij roep ik u op om naar de zitting van mijn negende beroepszaak te komen.

In 2004 heeft u mij gekeurd. De beslissing die het UWV daarop nam heeft de Rechtbank vernietigt. Op dit moment is mijn arbeidsongeschiktheid in 2004 opnieuw onder de rechter.

Zou u tijdens de zitting de volgende vragen willen beantwoorden:

(1)
In uw rapport van 29 april 2004 schrijft u bij de diagnose "8L100 Nekpijn (functionele nekklachten)". Wat bedoelt u met "functionele nekklachten" ?

Ik wijs u er op dat verzekeringsarts L6. in 1996 en 1997 beweerde dat mijn klachten een psychische oorzaak hebben omdat reumatoloog S8. in zijn rapport van 23 augustus 1993 schrijft: "Het probleem is niet zozeer een reumatische aandoening, danwel een mechanisch-funktionele stoornis". Alhoewel dat volgens mij niet onduidelijk is, licht reumatoloog S8. dat desgevraagd nog eens toe in zijn brief van 18 december 1997, waarin hij schrijft: "Voor alle duidelijkheid, funktioneel betekend indeze niet dus psychisch". Omdat de verzekeringsartsen na verzekeringsarts L6. toch bleven overschrijven dat mijn nekklachten functioneel (in de betekenis van psychisch) zouden zijn, heb ik verzekeringsarts L6. bij het Tuchtcollege aangeklaagd. Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg legde hem geen maatregel op, maar schrijft wel in hun beslissing van 18 maart 2003: "Aan klager moet worden toegegeven dat, waar de arts de door de reumatoloog gebruikte term "functioneel" heeft geïnterpreteerd als "psychisch", deze interpretatie op zich niet juist is".

(2)
Met mijn brief van 12 november 2004 stuurde ik u een kopie van mijn aanvullend bezwaarschrift van 11 november 2004. Bij deze brief heb ik opnieuw mijn aanvullend bezwaarschrift toegevoegd. Daarnaast heb ik ook mijn beroepschrift van 25 maart 2005 en mijn pleitnotities van de zitting op 7 juli 2005 toegevoegd.

Bij punt 5 van mijn aanvullend bezwaarschrift heb ik genoemd dat u zelf tijdens de keuring heeft gezegd:
"Dus concludeer ik dat psychisch gezien zijn er geen zaken die problemen geven, het ligt puur in de lichamelijk sfeer, zeg maar. U voelt beperkingen in de lichamelijke sfeer en dat kan dus zijn, uh, ja dus van de, van de rug en de nek en die daardoor u beperken in het functioneren overdag, in uw dagelijks leven. Dat is een duidelijk zaak."
In uw rapport schrijft u echter dat ik dat heb gezegd, want daarin schrijft u:
"Er zijn geen psychische afwijkingen, constateert hij."
Maar dat heeft u geconcludeerd. Door het zo op te schrijven komt het overeen met onzorgvuldigheden die in de vorige rapporten staan.
Kunt u bij de rechter uitleggen waarom dit zo heeft opgeschreven?

(3)
Bij punt 6 van mijn aanvullend bezwaarschrift noem ik het verschil tussen uw mening tijdens de keuring en het overschrijven van de mening van de vorige verzekeringsartsen in uw rapport.
Het lijkt mij goed als u bij de Rechtbank duidelijk maakt in hoeverre u bekend bent met nekklachten en of u nog steeds achter uw mening van de keuring staat.

(4)
In mijn aanvullend bezwaarschrift schrijf ik over allerlei richtlijnen en uitspraken bij de punten 7 en 9.
Waarom heeft u op zo'n grote schaal de richtlijnen en uitspraken genegeerd?

Indien u niet naar de zitting komt, zou u deze vragen dan schriftelijk willen beantwoorden. U kunt uw antwoorden naar mij sturen, of uw antwoord via de afdeling bezwaar & beroep naar de Rechtbank sturen. Dhr. mr. G4. behandeld mijn zaak namens het UWV.

Nu weet ik ook wel dat de werkwijze van het UWV is om elkaar niet tegen te spreken, zolang ik geen nieuwe medische gegeven kan toevoegen. Maar naar mijn mening heeft u de mening van vorige verzekeringsartsen overgeschreven in strijd met uw eigen deskundigheid. In menselijk opzicht schiet niemand daar iets mee op en is het zinloos. Daarom wil ik u vragen om los van deze procedures het met mij in orde te maken.

Met vriendelijke groet,
D.


Laatste wijziging van deze bladzijde: september 2007