Arrondissementsrechtbank te M.
Sector Bestuursrecht
De heer dr. E2.
kinderpsychiater
reg.nr.: 94/432 93 / 732 AAW /WAO
uw kenmerk:
M., 3 oktober 1994
casusnr.:
onderwerp: het beroep van D. te ###
Geachte heer,
Bij deze rechtbank is het bovengenoemde beroep aanhangig.
Het dossier zend ik u hierbij toe.
De rechtbank heeft u als deskundige benoemd voor het
instellen van een onderzoek. Indien u deze benoeming
aanvaardt bent u verplicht de in de bijlage bij deze brief
geformuleerde opdracht onpartijdig en naar beste weten
te vervullen.
Voor de oproeping van betrokkene kunt u desgewenst gebruik
maken van bijgaand formulier, waarop tijd en plaats van het
onderzoek nog moeten worden ingevuld.
Ik stel het op prijs uw schriftelijk verslag, vergezeld van
het dossier, binnen twee maanden na de dagtekening van deze
brief te ontvangen.
Hoogachtend,
griffier.
Arrondissementsrechtbank te M.
Sector Bestuursrecht
Reg. nr.: 93 / 732 AAW /WAO en 94 / 432
OPDRACHT DESKUNDIGENONDERZOEK
inzake het beroep van D.,
wonende te ###
tegen Het bestuur der
Nieuwe Industriële Bedrijfsvereniging, A..
I. OPDRACHT:
D. te onderzoeken en aan de hand van de bevindingen
ter zake de volgende vragen te beantwoorden.
II. VRAAGSTELLING:
A. 1. Acht u eiser - medisch gezien - op 1 oktober 1993 en
1 juni 1994 in staat zijn eigen werk van programmeur gedurende
6 uur per dag te verrichten?
Voor een beschrijving van deze arbeid verwijs ik u naar
gedingstuk B2.1 (zie AAW/WAO 93/732).
Ik verzoek u bij de behandelend sector inlichtingen in te winnen
omtrent eisers gezondheidstoestand en hiervan melding
te maken in uw rapport.
B. Acht u het gewenst dat een deskundige op een ander terrein
terzake een onderzoek verricht?
C. Valt te vrezen dat kennisneming door betrokkene van uw
verslag van dit onderzoek zijn of haar geestelijke of
lichamelijke gezondheid zal schaden?
Arrondissementsrechtbank te M.
Sector Bestuursrecht
AANTEKENEN
De heer D.
M.
reg.nr.: 93 / 732 AAW/WAO en 94/432
onderwerp: oproeping geneeskundig onderzoek.
telefoon voor dit onderwerp: ###
Geachte heer,
Met betrekking tot het beroep roep ik u op om u persoonlijk,
onder overlegging van deze oproeping, op 18 oktober om precies
13 00 uur, te melden bij dr. E2., psychiater
aan het adres ### (centrum "I.")
U bent wettelijk verplicht aan deze oproeping gevolg te geven
en zich aan het onderzoek te onderwerpen. Indien u niet aan
deze verplichtingen voldoet kan de rechtbank daaruit de
gevolgtrekkingen maken die haar geraden voorkomen. Uw kosten
worden niet vergoed, tenzij uw beroep gegrond wordt verklaard
en verweerder in de proceskosten wordt veroordeeld.
Hoogachtend,
###,
griffier.
Arrondissementsrechtbank te M.
Sector Bestuursrecht
Reg. nr.: 93 / 732 AAW /WAO REN M3
94/432
MACHTIGING
Overeenkomstig het verzoek van de president van de rechtbank machtigt ondergetekende:
D.
geboren: ### 1965
wonende: ###, ###
hierbij de huisarts: G.
wonende: A.
en de specialist(en): géén medisch specialistische behandeling
om met betrekking tot de beroepsprocedure, die door ondergetekende aanhangig
is gemaakt bij deze rechtbank en is geregistreerd onder nummer
93 / 732 AAW /WAO REN M3, die medische inlichtingen te verstrekken aan
de door de rechtbank aan te wijzen deskundige(n) over
de gezondheidstoestand die van belang zijn voor de uitvoering van
de verstrekte opdracht.
18-10-'94
(datum)
###
(handtekening)
Aan de heer W,
griffier van de Arrondissementsrechtbank
26 oktober 1994
Weledelgestrenge heer,
Het betreft de beroepszaak van de heer D.
De somatische anamnese en beoordeling staat uitvoerig vermeld
in rapportage voor de Raad van Beroep door kollega S.,
orthopedisch chirurg, daterend van 17 juni 1994.
De vraagstelling die beantwoord moet worden luidt of eiser
medisch psychiatrisch gezien op 1 oktober 1993 en 1 juni 1994
in staat moet worden geacht zijn eigen werk van programmeur
gedurende 6 uur per dag te verrichten.
Ik onderzocht betrokkene op 18 oktober 1994.
Status praesens:
Betrokkene wil direkt z'n dagbesteding vermelden waartoe hij
uiteraard de gelegenheid krijgt: hij staat tussen half 8 en 8
uur 's morgens op, gaat dan altijd warm douchen want dat helpt
tegen zijn nekklachten en vervolgens ontbijten. Om half 9 gaat
hij naar zijn werk en hij werkt van 8.45 tot 12.30 bij C.
Hij gaat dan met de auto om zichzelf zoveel mogelijk te
ontlasten. Vervolgens gaat hij lunchen en daarna op bed liggen
tot ongeveer 17.00 uur. Hij maakt dan het eten klaar, wast af,
gaat t.v. kijken en gaat rond 21.00 uur op bed liggen.
Betrokkene woont zelfstandig maar eet de weekenden bij zijn
moeder thuis. Betrokkene vertelt nauwelijks andere bezigheden
te hebben en eigenlijk geen of nauwelijks vrienden te hebben.
Hooguit 4 keer per jaar is hij een uurtje bij een vriend.
Zoals gezegd gaat hij wel ieder weekend naar zijn moeder,
hetgeen hij ook al deed voordat zijn vader vorig jaar overleed.
Betrokkene heeft geen hobby's en zit niet op een of ander
klub. Hij houdt wel van racefietsen maar dat doet hij niet
meer en ook heeft hij het zwemmen opgegeven i.v.m. hoofdpijn
en duizeligheid.
Hij moet van deze aktiviteiten onmiddellijk een week
herstellen zoals hij het zelf noemt. Ook komt hij tot de volgende
uitspraak: "ik heb m'n hobby's en vrienden opgegeven om werk
vol te kunnen houden".
Wat betreft de klachten zegt hij het volgende:
Z'n rugklachten gaat wat beter, o.a. door de behandeling bij
dhr. D., osteopaat. Hij heeft thuis aangepaste
stoelen en dat gaat wel goed. De nekklachten nemen echter wel
toe waardoor hij weer hoofdpijn en duizeligheidsklachten
krijgt. Volgens betrokkene hebben de nekklachten en de
hoofdpijn en duizeligheidsklachten met elkaar te maken. Er zit
namelijk in z'n nek links een zere plek waardoor hij
verkrampte spieren krijgt. Vandaar ook dat de warme douche 's morgens
helpt.
Hij vertelt dat hij 's middags bij het rusten volstrekt in
stilte en duisternis moet liggen. Anders herstelt hij niet
goed. De reden waarom dit precies zo moet gebeuren kan hij
echter niet goed opgeven. Hij heeft van de zomer een tijdlang
met een kraag rondgelopen en dat hielp wel goed maar zo'n
kraag zou z'n spieren verzwakken en uiteindelijk zou hij dan
slechter af zijn.
Hij schaamt zich er een beetje voor dat zijn moeder en zijn
zusje z'n huis moeten schoonmaken omdat hij dat zelf onvoldoende kan.
betrokkene vertelt dat hij feitelijk 6 uur per dag zou moeten
werken en is daar in oktober 1993 wel mee begonnen maar dat
lukte maar 2 weken. Toen kreeg hij weer hoofdpijn en
duizeligheid en hij kwam niet tot rust waardoor hij zich ziek heeft
gemeld en nu in overleg met z'n werkgever halve dagen is gaan
werken. Hij vertelt ook dat hij z'n vakantiedagen en ook extra
onbetaald verlofdagen gebruikt om uit te rusten tussendoor.
Als ik vraag wat hij zou doen met vakantiedagen indien hij die
wel op zou nemen, weet hij dat niet goed. Hij zou dan meestal
bij zijn moeder zitten. Hij zou bijvoorbeeld niet naar het
strand kunnen gaan want dat is te veel moeite, te veel licht
en te veel lawaai. Als ik vraag wat hij feitelijk van zijn
huidige bestaan vindt, zegt hij dat hij veel steun van zijn
moeder en zijn zuster krijgt en dat hij dat noodzakelijk en
prettig vindt. Verder doet hij z'n werk ook graag en het gaat
goed met kollega's. Wel realiseert hij zich dat er een
vriendin niet in zit omdat hij zo per dag nogal gestruktureerd
leeft. Toch gaat hij er blijmoedig vanuit dat e.e.a. in de
toekomst nog wel goed komt.
Als ik vraag waarom hij uiteindelijk zo weinig sociale
relaties onderhoudt zegt hij dat dat te inspannend zou zijn en dat
hij aan zichzelf genoeg heeft. De kontakten op het werk gaan
meestal over het werk en zijn oppervlakkig. Hij vertelt dat
hij blij is met de huidige werksituatie omdat hij minder goede
stage-ervaringen in de persoonlijke sfeer heeft.
De stemming van betrokkene is wat wisselend. Hij voelt zich
beslist niet depressief. Hij probeert van dag tot dag te
leven. Hij heeft het idee dat God hem steunt in zijn werk en
dat het leven beslist niet zinloos is. Soms heeft hij wel een
spuugzat gevoel. Angsten heeft hij niet en ook geen dwang.
Als ik vraag wat zijn droomwens zou zijn als een tovenaar die
in vervulling zou laten gaan zegt hij dat hij christen is en
dat hij het daarvan moet hebben en niet van tovenaars. Hij zou
bidden dat ### christen mag worden ook al
belemmerd hem dat in z'n vriendschap niet. Hij ziet ###
overigens nauwelijks. En verder zou hij om gezondheid bidden.
Als ik vraag of hij wel eens verliefd is geweest zegt hij dat
hij nooit een vriendin heeft gehad en nooit verkering maar ook
niet verliefd is geweest. Hij vertelt dat toen hij in B.
woonde weleens een aardige vrouw heeft ontmoet waar hij echter
uit de buurt is gebleven en het achteraf stom vond dat hij
daar geen kontakt mee heeft gezocht. Hij heeft dus ook nooit
seksuele relaties gehad. Betrokkene heeft alleen kontakt gehad
met mannen en zou niet aan homoseksuele twijfels lijden.
Hij vertelt dat z'n vrienden hem niet zo erg geloven in al z'n
klachten en dat alleen z'n moeder en z'n zuster hem serieus
nemen.
Voorgeschiedenis:
Betrokkene is in ### geboren in een gezin met vader,
moeder, een 2 jaar oudere zuster en hijzelf. Hij noemt z'n
zusje net zo eigenwijs als hijzelf. Z'n vader was
w. en had een winkel in m. en v. De
sfeer was niet zo naar z'n zin hij geeft het vooral een
onvoldoende. Het kontakt met elkaar was niet zo goed.
Betrokkene stelt dat het geloof wat via zijn zuster toen die
op 16-jarige leeftijd het gezin verliet in het gezin is
geintroduceerd de gezinsleden onderling meer met elkaar in
kontakt heeft gebracht. Het is opvallend dat betrokkene heel
weinig jeugdherinneringen heeft zeker over de lagere
schoolperiode. Van de middelbare school herinnert hij zich vooral
fietskontakten omdat hij vanuit ### naar de stad moest
fietsen. Hij fietste dan wel eens met een jongen mee.
Betrokkene is toen hij van de middelbare school afkwam naar de HTS
in R. gegaan waar hij op en neer reisde. Toen hij
daarmee klaar was in 1988 ging hij in M. wonen, eerst
bij zijn zusje omdat hij slecht met z'n ouders bleek te kunnen
opschieten.
Betrokkene zat toen in de put en voelde zich ook depressief.
Betrokkene kon z'n draai niet vinden. Uiteindelijk blijkt dat
betrokkene al vanaf z'n vroege jeugd een beetje als een
kneusje is beschouwd en dat hij ook op de middelbare school niet
naar disco's ging wat andere jongens wel deden. Z'n vader zei
regelmatig wanneer word je eens een gezonde Hollandse jongen,
maar aan dat beeld heeft hij nooit kunnen voldoen. Hij ging
liever wat sporten, meestal alleen. Op de HTS in R.
trok hij zich steeds meer van z'n ouders terug en kon de
aansluiting bij leeftijdsgenoten moeilijk vinden. Hij werd
toenemend depressief. Betrokkene wijt dit vooral aan
vermoeidheid en weinig met z'n ouders over de problemen kunnen praten.
Hij had het idee dat z'n vader te weinig aandacht voor hem had
en z'n moeder hem te sterk bemoederde. Z'n moeder vond het dan
ook heel erg toen hij bij z'n zuster ging wonen in 1988. Na
ongeveer 5 maanden kwamen er weer gesprekken met z'n ouders.
Dit is vooral via het geloof gegaan. Sindsdien is het kontakt
met z'n ouders een stuk beter geworden.
Betrokkene is eerst nog in B. gaan werken en wonen maar
kon daar niet aarden want hij was geen café-type. In 1990 is
hij terug in Z. gekomen. Toen zijn vader in april 1993
overleed was dat voor hem ook een intensieve periode met
toename van klachten. De onderlinge band tussen moeder, zuster
en betrokkene zelf is toen nog hechter geworden. Z'n zusje
heeft inmiddels een vriend en die gaat volgend jaar trouwen.
Toen hij in 1991 klachten kreeg van vermoeidheid en allerlei
rug- en nekpijnen dacht men eerst dat het psychiatrisch was.
Dat kwam omdat bij betrokkene alles moeilijk liep. Hij had het
toen ook niet naar z'n zin op het werk omdat hij werk deed dat
niet gebruikt werd. Later is hij in deze baan nuttiger
werkzaamheden gaan verrichten.
Hij heeft ook kort een R.-kontakt gehad maar dat hielp
niet, het vlotte niet.
Zelfomschrijving:
Betrokkene geeft eerst als antwoord dat hij een "lang stom
stuk vreten" is. Even later blijkt dat dit een soort grapje is
maar ook een soort ontwijking van die vraag. Wanneer ik daar
toch op aandring zegt hij dat hij niet agressief is omdat hij
door de R. wel als passief agressieve persoonlijkheid is
geduid. Hij noemt zichzelf eigenwijs, optimistisch, niet zo
uitbundig, iemand die wel kontakten nodig heeft maar die dat
helaas niet veel heeft. Hij vertelt op z'n verjaardag vaak te
zeggen dat mensen maar moeten wegblijven. Als ik vraag waarom
hij zo weinig aan sociale kontakten doet, zegt hij dat hij het
niet kan.
Visie op het werk:
Betrokkene stelt dat hij niet meer dan de 3,9 uur die hij
thans werkt kan werken. Ik stel tegenover betrokkene dat ik me
het kan voorstellen dat hij gezien zijn nekklachten
bijvoorbeeld niet lang achter elkaar op een burostoel kan zitten of
achter een komputer of iets dergelijks maar dat ik mij minder
goed kan voorstellen dat hij een toename van zijn nekklachten
krijgt wanneer hij bijvoorbeeld 's middags of 's avonds wat
meer aan sociaal verkeer zou deelnemen. Betrokkene stelt dat
dit wel zo is maar hij kan niet goed duidelijk maken waarom.
Hij vertelt dat hij 's middags en 's avonds volledig gericht
is op de werkzaamheden van de volgende ochtend en zich daar op
prepareert. Als hij een kontakt met een vriend zou hebben dan
zou hij de volgende ochtend niet naar z'n werk kunnen.
Betrokkene houdt op uiterst rigide wijze aan dit concept vast.
Psychiatrische taxatie:
Betrokkene is een lange man met kort donkerblond stekeltjes
haar en lichte wat starende ogen waarmee hij je wel aankijkt
maar in feite moeilijk te peilen oogkontakt mee maakt. Hoewel
betrokkene koöperatief aan het onderzoek lijkt mee te doen is
de opstelling uiteindelijk defensief en is er zeker geen
sprake van een kontaktgroei. Eerder moet onderzoeker
vaststellen dat er met betrokkene nauwelijks kontakt te maken is omdat
het gesprek zich op geen enkel terrein weet te verdiepen. De
mededelingen blijven oppervlakkig, stranden in rigide
uitspraken of geloofsbelijdenissen.
Discussies worden daarmee afgekapt en de uitspraken van
betrokkene zijn meer statements. Wanneer er persoonlijke vragen
komen of betrokkene wat met z'n situatie wordt gekonfronteerd
begint betrokkene wat krampachtig te lachen en verwijst
onmiddellijk naar de volgende deskundige die in deze beroepszaak
zal optreden omdat hij het met de visie die mogelijk achter
mijn konfrontatie schuil zou gaan niet eens is.
De orientatie in tijd, plaats en persoon is verder goed en er
zijn geen waarnemingsstoornissen. Het denken is gepreoccupeerd
met lichamelijke zwakte en beperkingen en lijkt ook sterk
egocentrisch. Betrokkene geeft zelf ook aan een zeer eigenwijs
persoon te zijn.
Er zijn zoals gezegd zeer duidelijke kontaktuele beperkingen.
Mijns inziens hebben deze kontaktproblemen altijd al bestaan.
De stemming is normofoor en angst en dwang lijken niet voor te
komen. Het hele beeld van betrokkene imponeert mij zeker als
pathologisch waarbij er sprake lijkt van een
ontwikkelingsstagnatie. Er lijkt vroege persoonlijkheidsproblematiek te
spelen, psychodynamisch gezien wortelend in de autonomiefase
rond het 2e - 3e levensjaar. Betrokkene is in zijn
psychoseksuele en psychosociale funktioneren niet verder gekomen dan
dat in feite. Toen betrokkene wat meer loskwam van thuis
ontwikkelde hij een depressief beeld en heeft zich via het
geloof regressief weer in het oude gezin genesteld. Het is ten
koste gegaan van sociale uitgroei en ook de somatische
verschijnselen zie ik als een defensiemanoeuvre.
Deze funktionele kant van de klachten is met betrokkene
absoluut niet bespreekbaar. Er bestaat een massale afweer tegen
psychogene duiding van zijn klachten. Toch lijkt me deze
interpretatie van zijn klachten zeer waarschijnlijk.
Het aantal uren dat betrokkene werkt lijkt een soort eiland te
vormen waarop betrokkene min of meer normaal lijkt te
funktioneren ook al zijn ook daar de kontakten funktioneel en
oppervlakkig. Betrokkene lijkt ervoor te leven om dit nog in stand
te houden. Waarom dit uiteindelijk maar een kleine 4 uur per
dag is kan betrokkene in feite niet goed motiveren.
Overleg met de behandelende sektor:
Op 18 oktober 1994 heb ik uitvoerig telefonisch overleg
gevoerd met de huisarts G. Deze deelt mijn
visie en zal betrokkene binnenkort oproepen op zijn spreekuur
om toch nog eens voor een psychiatrische behandeling te pleiten.
Samenvatting en beantwoording van de vraagstelling:
Betrokkene is een 29-jarige ongehuwde jongeman afkomstig uit
een affektief minder plezierig funktionerend gezin van waaruit
betrokkene altijd al moeite had om kontakten te leggen met
leeftijdsgenoten en in de ogen van zijn ouders niet naar
behoren funktioneerde althans niet "zoals een gezonde
Hollandse jongen" zou moeten doen.
Betrokkene heeft wel een normale en goede schoolkarrière weten
af te ronden maar de ontwikkeling naar normaal zelfstandig
wonen, werken en het vinden van een levenspartner is duidelijk
gestagneerd.
Psychodynamisch gezien lijkt er sprake van een emotionele
ontwikkelingsfixatie in de pre-oedipale fase, precieser gezegd
een emotionele stagnatie in de autonomiefase in de leeftijd
rond 2 - 3 jaar. Dit heeft gezorgd voor ernstige
kontaktproblemen ook in de psychoseksuele sfeer, ernstige rigiditeit en
eigenwijsheid en koppigheid, en het sterk somatisch reageren
op externe stress. Werk en sociaal verkeer vormen voor
betrokkene zo'n bron van stress.
Middels een uitermate rigide leefpatroon en het sterk gericht
zijn op God en christenzijn is betrokkene nog enigszins in
balans. Het gaat wel ten koste van een aantal uren arbeid, van
sociale kontakten en met een redelijke mate van lichamelijke
klachten. Op zichzelf zijn er onvoldoende argumenten aan te
dragen waarom betrokkene maar 4 uur zou kunnen werken en niet
bijvoorbeeld 6 uur per dag. Vermoedelijk zal betrokkene rond
een arbeidssituatie van 6 uur een even rigide en beperkt
leefpatroon opbouwen. De klachten van betrokkene hebben m.i.
een sterk funktioneel karakter hetgeen overigens door
betrokkene zelf beslist niet zo kan worden gezien. Er is sprake van
een zeer beperkt ziekte-inzicht en een hoge mate van
defensiviteit.
Beantwoording van de vraagstelling:
Ik acht eiser medisch psychiatrisch gezien op 1 oktober 1993
en 1 juni 1994 in staat z'n eigen werk van programmeur
gedurende 6 uur per dag te verrichten.
Op zich acht ik een neurologisch onderzoek, waar in het
verweerschrift van betrokkene melding van wordt gemaakt, niet
direkt nodig.
Betrokkene kan uiteraard inzicht krijgen in mijn rapportage.
Hoogachtend,
E2., psychiater