WAO-keuringsarts P5.
Rapportages 1993
1993
Ik ontving onderstaande oproep om naar een keuring te komen.
Gemeenschappelijke Medische Dienst
GMD
Goes
Administrateur: Gemeenschappelijk Administratiekantoor
D.
Ons kenmerk GMD.ADM.NDM ###
Datum 26-jan-1993
Geachte mijnheer,
Door onze dienst moet een vervolgonderzoek ingesteld worden naar de mate van uw
arbeidsongeschiktheid.
Ik zou u daarom willen uitnodigen voor mijn spreekuur op woensdag 3 februari
1993 om 15.30 uur op het kantoor van de GMD te Goes, ###.
Mogelijk volgt aansluitend een geneeskundig onderzoek.
Ik verzoek u dringend aan de oproep gehoor te geven. Het niet verschijnen op
deze afspraak kan consequenties hebben voor uw uitkering. U bent verplicht aan
deze oproep gevolg te geven.
Mocht u desondanks beslist niet in staat zijn om naar het spreekuur te komen,
wilt u dan contact opnemen met mijn teamsecretaresse mevr. M?..
Deze is tijdens kantooruren bereikbaar op bovenstaand telefoonnummer.
De door u gemaakte reiskosten zullen u op basis van openbaar vervoer, laagste
tarief worden vergoed op vertoon van de reiskaartjes. Komt u per auto, dan
krijgt u f 0,21 per kilometer vergoed.
In afwachting van uw komst op mijn spreekuur.
Hoogachtend,
namens het behandelingsteam,
p/o M?.
P5., verzekeringsgeneeskundige
Ik ontving onderstaande brief van de bedrijfsvereniging.
Nieuwe Industriële Bedrijfsvereniging
NIBv 27
Goes
Administrateur Gemeenschappelijk Administratiekantoor
behandeld door Mw. G?.
D.
uw kenmerk Uitkeringsnummer ###
ons kenmerk Aansluitingsnummer zw ###
datum 01 FEB. 1993
Maximum uitkeringstermijn Ziektewet.
Geachte heer D.,
Het ziekengeld, dat u op het ogenblik ontvangt, duurt niet langer dan 52
weken. Indien u arbeidsongeschikt blijft, zal voor het laatst ziekengeld
worden betaald over 22 maart 1993.
In dat geval moet beoordeeld worden of u recht hebt op een uitkering van de
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (wao). Voor de hoogte van die
wao-uitkering maakt het verschil of u geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent.
Als u geheel arbeidsongeschikt bent, is de hoogte 70% van uw
loon; bent u gedeeltelijk arbeidsongeschikt, dan is dit lager.
Mogelijk hebt u ook recht op een uitkering van
de Algemene arbeidsongeschiktheidswet (aaw) en/of
een toeslag op uw aaw of wao-uitkering op grond
van de Toeslagenwet (tw). U ontvangt hierover nog bericht.
Wij willen u nu alvast wat informatie verstrekken.
Arbeidsongeschikt in de zin van de aaw en wao.
Door de Gemeenschappelijke Medische Dienst (GMD) wordt beoordeeld of u na
22 maart 1993 nog geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent. De GMD
geeft daarover een advies aan de bedrijfsvereniging, die bepaalt of u voor
een aaw/wao-uitkering in aanmerking komt. Wij hebben de GMD al gevraagd een
advies te geven. U hoeft daar zelf niets voor te doen. Het kan zijn, dat u
van de GMD reeds een oproep heeft gekregen voor een onderzoek. Dit onderzoek
vindt in het algemeen plaats nadat u over zes maanden ziekengeld heeft
ontvangen.
Bezoek van de contactbeambte aaw/wao.
Om te bepalen hoe hoog uw eventuele uitkering moet zijn, zal
een loononderzoek plaatsvinden. Daartoe neemt onze contactbeambte aaw/wao
zowel met u als met uw werkgever(s) contact op.
Dit kan mondeling of schriftelijk gebeuren.
Om u nu reeds over de aaw, de wao en de Toeslagenwet te informeren sturen
wij u hierbij enkele folders:
- "informatie over de aaw en de wao"
- "informatie over de Toeslagenwet"
- "aaw-voorzieningen"
en een circulaire over de betaling van uw uitkering via een postrekening.
Wilt u meer informatie over de aaw/wao-uitkering, dan kunt u daarvoor het
contact afwachten van onze bovengenoemde beambte.
Ook kunt u vragen stellen bij: afdeling aaw/wao te Vlissingen ###.
Wilt u dan het registratienummer vermelden.
Beslissing over uitkering/betaling.
U ontvangt van ons zo spoedig mogelijk de beslissing over uw recht op
aaw/wao-uitkering en de hoogte daarvan. Als u een aanvraag om toeslag heeft
ingediend zullen wij u over het recht hierop eveneens zo spoedig mogelijk
berichten. Als de betaling niet via uw werkgever loopt, zult u uw uitkering
tussen de 10e en 15e van iedere maand ontvangen.
Ziekenfondsverzekering.
Het kan zijn, dat u op grond van uw aaw of wao-uitkering verplicht verzekerd
wordt voor het ziekenfonds. U ontvangt dan bij de beslissing over
uw uitkering een verklaring, een zogenaamde "aanmeldingskaart". Die kaart moet u
inleveren bij het kantoor van het ziekenfonds. Als u op de dag waarop uw
ziekengeld eindigt, de beslissing over uw uitkering nog niet ontvangen hebt
en u thans op grond van uw ziekengelduitkering verplicht verzekerd bent voor
het ziekenfonds, blijft uw ziekenfondsverzekering als regel nog enige tijd
voortduren (maximaal 13 weken). Uw ziekenfonds kan hierover nadere informatie
verstrekken.
Tenslotte.
Vanneer u uw werk weer volledig kunt hervatten, vóórdat de periode van 52
weken ziekengeld om is, was deze brief overbodig. Wij sturen deze brief
echter aan alle personen die ongeveer 8 a 9 maanden ziekengeld hebben ontvangen.
Wij doen dat om er voor te zorgen, dat de mensen die langer dan 52
weken arbeidsongeschikt blijven, direct in aansluiting op hun ziekengeld de
wao-uitkering kunnen ontvangen.
Een afschrift van deze brief hebben wij aan uw werkgever(s) gestuurd.
Hoogachtend
Gemeenschappelijk Administratiekantoor
Bijlagen: 5
doc 320/lk/39
Naar mijn werkgever ging een
vergelijkbare brief.
In mijn dossier zit een papier "Aangifteset AAW/WAO" van 1 februari 1993.
Mijn gegevens en de gegevens van mijn werkgever staan er in,
en dat ik 50% werk met een loon van 73,49.
De keuring
Van de keuring weet ik weinig meer van af.
Hieronder staat het rapport van de keuringsarts.
Rapportage algemeen
Naam belanghebbende D.
Naam rapporteur P5.
Functie Verzekeringsgeneeskundige
Datum rapportage 03-feb-1993
Rapportage naar aanleiding van een medisch vervolgonderzoek
in het kader van
een behandelplan. Zie ook rapportage d.d. 16-12-1992.
1. Vraagstelling:
Wat is de belastbaarheid van belanghebbende ?
2. Onderzoek:
Onderzoeksaktiviteiten:
D.d. 3-2-1993 verscheen belanghebbende op het spreekuur ten kantore van de
GMD
in G..
gegevevens verkregen uit onderzoek:
Anamnese:
In aansluiting op rapportage d.d. 16-12-1992 is het volgende op te merken.
Belanghebbende is een 27-jarige alleenstaande man, die april 1992 uitviel
wegens oververmoeidheid. Geen organ-substraat gevonden. Belanghebbende wijt de
klachten aan scheef zittende nekwervels, derhalve 's nachts niet goed uitrust
en 's ochtends moe wakker wordt. Rigide persoonlijkheid die sterk
somatiseert. Afweer tegen psychiatrische bemoeienissen. Op eigen initiatief
voor halve dagen weer begonnen sinds 1 week. Doet alle moeite halve dagen vol
te houden, moet dan veel rust nemen. Last van rug-, hoofdpijn, vermoeidheid.
Vorige week niet gewerkt, kreeg last van duizeligheid ten gevolge van de
vermoeidheid. Via huisarts naar osteopaath geweest, dhr. D.. Heeft
röntgenfoto's bij zich.
Is nu bij S. arts voor ortho-manipulatie
geweest. De behandeling was daar beëindigd. Moet in maart 1993 voor
controle. Kortom belanghebbende wijt zijn klachten volledig aan de verkeerde
wervelstand. Bedrijfsarts: is bij Dr. B. geweest. 2 weken geleden. Deze
zei dat het psychisch is. Dat gelooft belanghebbende niet zonder meer. Het
blijkt altijd niet meer te kloppen. Is nu bij Dr. G. in plaats van
B2.. Deze geloofde niet wat hij zei en daarom naar huisarts G..
Lichamelijk onderzoek:
Er vond geen lichamelijk onderzoek plaats omdat gecontraïndiceerd is en
somatisatie in de hand werkt.
3. Diagnose:
Hoofddiagnose moeheid e.c.i.
Nevendiagnose karakterneurot. ontwikkeling.
Prognose wel goed.
4. Beschouwing:
Functiebeperkingen/-mogelijkheden en argumentatie:
Belanghebbende werkt nog steeds halve dagen met moeite. Moet daarna veel
rusten. Om de pijn nog een week moeten verzuimen. Duizelig van de vermoeidheid.
Belanghebbende brengt foto's van de nek (en rug?) mee om de wervelafwijkingen
te laten zien. Deze kan ik niet beoordelen. Dit heb ik
belanghebbende ook medegedeeld. Wel heb ik duidelijk naar voren gebracht dat
hiermee zijn klachten niet te verklaren zijn. Belanghebbende denkt sterk
mathematisch. Er moet iets aantoonbaars zijn. Gesprek over psychosom.
aandoeningen volgde. Mijns inziens kost het belanghebbende moeite zich staande
te houden, hetgeen hem veel energie kost. Belanghebbende ontkent dit. Doch mijn
stellige houding dat er psychische problematiek moet bestaan en een oorzaak
voor zijn moeheid is, deden hem toch besluiten opnieuw naar de huisarts te
gaan. Deze had ook al gesproken dat hij zich het beste kon wenden tot een
psychiater bij PZ.
Prognose van de functiebeperkingen:
Gunstig, er is verbetering te verwachten.
Reactie van de belanghebbende:
Belanghebbende kan zich wel verenigen met de overwegingen.
5. Conclusie:
Op einde wachtijd halve dagen arbeid.
6. Planning na teamoverleg:
Een medisch heronderzoek zal plaatsvinden in mei 1993.
Hierboven schrijft de keuringsarts bij de diagnose:
"Hoofddiagnose moeheid e.c.i.".
Dat "e.c.i." staat voor "e causa ignota", dat betekent "met onbekende oorzaak".
In het rapport hierboven lees ik zo'n 12 leugens, die ik opvat
als kwaadsprekerij.
Keuringsarts P5. schrijft dat hij geen lichamelijk onderzoek deed,
omdat gecontraïndiceerd is. Volgens hem was er een psychische
oorzaak vastgesteld, maar dat is niet zo.
In bovenstaand rapport staat: "Mijns inziens kost het belanghebbende
moeite zich staande te houden...". Tijdens de keuring was ik amper
in staat om op de stoel te blijven zitten, van de pijn in mijn rug
en nek. Daarop zei keuringsarts P5. dat ik mij psychisch moeilijk
staande kon houden. Ik zei toen, dat dat niet zo was, maar
ik had zoveel pijn, en was zo verbaasd over zijn opmerking,
dat ik niet veel meer kon zeggen.
En intussen was de keuringsarts al weer bezig met de volgende
belasterende opmerkingen.
De keuringsarts schrijft: "Belanghebbende denkt sterk mathematisch.
Er moet iets aantoonbaars zijn". Volgens mij geeft dat de verkeerde indruk. Ik weet
nog wel dat hij maar bleef volhouden dat het psychisch moest zijn, en dat ik toen
heb gezegd, dat er dan toch iets moest zijn, waarop hij dat baseerde.
Als ik gewoon over mijn klachten vertel, en wat daar op van invloed is,
dan ben ik volgens de keuringsarts rigide. Maar nu schrijft hij in zijn
rapport over zichzelf dat hij een "stellige houding" heeft dat het
psychisch moet zijn.
Achteraf heb ik wel een vermoeden wat er hier gebeurde. Het schijnt
dat mensen met een psychiatrische ziekte soms ook last hebben van
vermoeidheid. Keuringsarts P5. denkt blijkbaar bij vermoeidheid, dat
iemand dan een psychiatrische stoornis moet hebben. Hij negeert voor
het gemak mijn andere klachten (pijn, duizeligheid, bewegingsproblemen),
en dat er een samenhang tussen de klachten is, negeert hij al helemaal.
Keuringsarts P5. schrijft dat mijn huisarts ook al had gesproken
dat ik me het beste kon wenden tot een psychiater bij PZ (psychiatrisch
ziekenhuis). Dat is tegengesteld met wat mijn huisarts tegen mij zei,
dus heb ik m'n huisarts daarover gevraagd. Huisarts G. vertelde mij
dat hij telefonisch had gesproken met keuringsarts P5., en dat het
een onplezierig gesprek was. Mijn huisarts zei tegen mij, dat
keuringsarts P5. beter zelf naar een psychiater kan gaan.
Op 5 mei 1993 ontving ik een oproep om naar een keuring op 13 mei 1993
te komen.
In de agenda op mijn werk had ik geschreven dat ik eerder weg moest,
en in mijn persoonlijk agenda had ik geschreven dat ik naar het GMD
moest. En ik heb dat niet doorgestreept. Maar of ik ook echt
naar het GMD ben geweest is niet zeker. Ik ontving een oproep
voor een keuring voor twee weken later, en van die tweede is
wel een rapport door de keuringsarts geschreven.
Maar ik ben ook een keer naar het GMD geweest om mijn dossier in te zien.
Hieronder staat eerst de brief, waarvan ik niet weet of ik ook echt naar het GMD geweest ben.
Gemeenschappelijke Medische Dienst
GMD
Goes
Administrateur: Gemeenschappelijk Administratiekantoor
De heer D.
Ons kenmerk GMD.ADM.NDM ###
Datum 05-mei-1993
Geachte mijnheer,
Door onze dienst moet een vervolgonderzoek ingesteld worden naar de mate van uw
arbeidsongeschiktheid.
Ik zou u daarom willen uitnodigen voor mijn spreekuur op donderdag 13 mei 1993
om 13.30 uur op het kantoor van de GMD te Goes, ###.
Mogelijk volgt aansluitend een geneeskundig onderzoek.
Ik verzoek u dringend aan de oproep gehoor te geven. Het niet verschijnen op
deze afspraak kan consequenties hebben voor uw uitkering. U bent verplicht aan
deze oproep gevolg te geven.
Mocht u desondanks beslist niet in staat zijn om naar het spreekuur te komen,
wilt u dan contact opnemen met mijn teamsecretaresse mevr. M?..
Deze is tijdens kantooruren bereikbaar op bovenstaand telefoonnummer.
De door u gemaakte reiskosten zullen u op basis van openbaar vervoer, laagste
tarief worden vergoed op vertoon van de reiskaartjes. Komt u per auto, dan
krijgt u f 0,21 per kilometer vergoed.
In afwachting van uw komst op mijn spreekuur.
Hoogachtend,
namens, het behandelingsteam,
p/o M?.
P5., verzekeringsgeneeskundige
De oproep hierboven ging misschien niet door. De oproep hieronder
is hetzelfde maar dan voor een datum van twee weken later.
Gemeenschappelijke Medische Dienst
GMD
Goes
Administrateur: Gemeenschappelijk Administratiekantoor
De heer D.
Ons kenmerk GMD.ADM.NDM ###
Datum 18-mei-1993
Geachte mijnheer,
Door onze dienst moet een vervolgonderzoek ingesteld worden naar de mate van uw
arbeidsongeschiktheid.
Wij zouden u daarom willen uitnodigen voor ons spreekuur op donderdag 27 mei
1993 om 11.30 uur op het kantoor van de GMD te Goes, ###.
Mogelijk volgt aansluitend een geneeskundig onderzoek.
Wij verzoeken u dringend aan de oproep gehoor te geven. Het niet verschijnen op
deze afspraak kan consequenties hebben voor uw uitkering. U bent verplicht aan
deze oproep gevolg te geven.
Mocht u desondanks beslist niet in staat zijn om naar het spreekuur te komen,
wilt u dan contact opnemen met onze teamsecretaresse mevr. M?..
Deze is tijdens kantooruren bereikbaar op bovenstaand telefoonnummer.
De door u gemaakte reiskosten zullen u op basis van openbaar vervoer, laagste
tarief worden vergoed op vertoon van de reiskaartjes. Komt u per auto, dan
krijgt u f 0,21 per kilometer vergoed.
In afwachting van uw komst op ons spreekuur.
Hoogachtend,
namens, het behandelingsteam,
p/o M?.
P5., verzekeringsgeneeskundige
O4., arbeidsdeskundige
De keuring
Van deze keuring weet ik weinig meer.
Hieronder staat het rapport van de keuringsarts.
Rapportage algemeen
Naam belanghebbende D.
Naam rapporteur P5.
Functie vg
Datum rapportage 27-mei-1993
Rapportage naar aanleiding van een medisch vervolgonderzoek in het kader van
een behandelplan. Zie ook rapportage d.d.
16-12-1992,
3-2-1993.
1. Vraagstelling:
Wat is de belastbaarheid van belanghebbende ?
2. Onderzoek:
Onderzoeksaktiviteiten:
D.d. 27-5-1993 verscheen belanghebbende op het spreekuur ten kantore van de
G. in G..
Gegevens verkregen uit onderzoek:
Anamnese:
In aansluiting op rapportage d.d.
3-2-1993 is het volgende op te merken.
Belanghebbende is een 27 jarige alleenstaande man die thans met zeer veel
moeite voor halve dagen werkt. Viel in 1992 uit wegens moeheidsklachten.
Belanghebbende is gefixeerd op organische aandoening, wervels zitten scheef,
daardoor pijn en slecht slapen. Mogelijk dat hij nu over de drempel is geholpen
om psychiatrische hulp te zoeken. Bij het R., geen resultaat. Werkt wel 5
halve dagen.
- is wel bij huisarts geweest, nu naar dr. D. osteopaat.
- moet ook nog naar rheumatoloog dr. S..
- gaat 's-middags van half 2 tot 4 of 5 uur naar bed, 2 1/2 à
3 uur.
Casus werd besproken met DVG, waarna oproep volgde met arbeidsdeskundige
O. op 27-5-1993 om 10.30 uur te G..
Gesproken werd over het zich "thuis"voelen op de werkplek, mogelijk dat dit een
belemmerende factor kan zijn. Dit werd ontkend. Er zou geen sprake zijn van een
gemaskerd arbeidsconflict. Belanghebbende onderhoudt geen contacten met collega
buiten het werk, omdat hij daar te moe voor is.
Belanghebbende persisteert in een organische aandoening.
Medegedeeld dat ik geen ziekte c.q. gebrek vindt, die het rechtvaardigt halve
dagen te blijven continueren.
Belanghebbende zal nog enige respijt worden gegeven en na de vacantie zal hij
dienen uit te breiden naar 6 uur/dag.
3. Diagnose:
Hoofddiagnose moeheid e.c.i.
4. Beschouwing:
Functiebeperkingen/-mogelijkheden en argumentatie:
- Stationair beeld
- Werkt halve dagen
- Gaat 's-middags 2 1/2 à 3 1/2 uur rusten
- Is verwezen naar rheumatoloog dr. S. en D., manueel
therapeut, voor beide wachtlijst
- Na de vacantie dient belanghebbende te gaan uitbreiden.
5. Conclusie:
45-55% handhaven.
6. Planning na teamoverleg:
Een medisch heronderzoek zal plaatsvinden eind augustus 1993.
Hierboven schrijft de keuringsarts bij de diagnose:
"Hoofddiagnose moeheid e.c.i.".
Dat "e.c.i." staat voor "e causa ignota", dat betekent "met onbekende oorzaak".
Tijdens bovenstaande keuring vroeg keuringsarts P5. of er misschien
problemen met
collega's of chefs waren op het werk. Dat was niet zo, dus dat heb
ik ook gezegd. Keuringsarts P5. deed alsof hij dat vreemd vond, en
vertelde dat als hij over de gang liep, dat hij dan mensen
tegenkwam waarmee hij niet overweg kon.
Dat is mij bevestigd door anderen, keuringsarts P5. was niet
bepaald geliefd bij patiënten maar ook niet bij
zijn collega's.
In het rapport staat de afkorting "DVG", dat zou zoiets kunnen
zijn als "Directeur VerzekeringsGeneeskunde", maar het kan
net zo goed iets anders zijn, want ik weet niet wat het betekend.
Het rapport hierboven werd verzonden aan de bedrijfsvereniging,
zoals in de interne brief hieronder staat.
Gemeenschappelijke Medische Dienst
GMD
22 juni 1993 DK .07
Reintegratiebericht
Van
GMD-kantoor te G.
Adres ###
Aan Nieuwe Industriële Bedrijfsver BV nr 27
Adres G., ### Gevalsnummer BV R 06
Betreft
S O F I - nummer ###
Registratienummer Naamc. ### Dag ### Maand ### Jaar ### Aanw. ### C-getal. ###
Naam(vrouw:meisjesnaam) D.
Vrouw: gehuwd met
Voornamen ###
[X] Man [ ] Vrouw
postcode en woonplaats ###
Deze berichtgeving vindt plaats naar aanleiding van
behandelplan d.d.
Het bestuur van de Gemeenschappelijke Medische Dienst deelt mede:
Bijgaand ontvangt u een voortgangsrapportage van de arbeidsdeskundige.
Nadere rapportage volgt binnen 13 weken na medisch heronderzoek in augustus a.s..
Bijlage(n)
[X] Rapportage(s) algemeen vg 27-mei-1993
[ ] Rapportage(s) algemeen ad
Verzonden aan de BV op
MD
21 JUNI 1993
Omdat er allerlei verkeerde gegevens van het Riagg bij de keuringsarts waren gekomen,
stuurde ik een brief naar de keuringsarts, met daarbij de interne papieren van
het Riagg. Ik had met een rode stift alles doorgestreept wat gelogen en verzonnen was.
Ik dacht zo wat begrip te kunnen krijgen, dat er veel verkeerd op papier staat.
Maar het werkte eerder andersom.
Later heb ik deze brief laten verwijderen.
Hieronder staat alleen mijn brief uitgewerkt, niet de bijlagen met de doorgestreepte dingen.
Aan: GMD
t.a.v. dhr. P5.
Goes
###, 04 aug 1993
Bijlage: dossier RIAGG
Geachte heer P5.,
Hierbij stuur ik u een kopie van mijn dossier van het RIAGG. Dit bestaat uit:
1) verslag intake gesprek door mw. K9. van 6 april 1992
2) verslag vervolg-intake door dhr. B10.
3) verslag psychologisch onderzoek door dhr. K7. van 14 sep 1992
De passages die onjuist of onterecht zijn, heb ik doorgestreept. Met name
het verslag van het intake gesprek is subjectief.
Verklaring
In de verslagen wordt gesproken van slaapproblemen en concentratieproblemen.
Dit is onvolledig. De slaapproblemen werden in hoofdzaak veroorzaakt door
hoofdpijn/migraine, rugpijn en oververmoeidheid. Op het moment van het intake
gesprek had ik al ruim een half jaar dagelijks last van hoofdpijn.
Er wordt ook melding gemaakt van eenzaamheid. Dit is in zoverre juist, dat ik
door mijn klachten niet meer in staat was om s'avonds of in de weekends nog
veel te ondernemen.
In de verslagen staat dat ik sterk bleef geloven in een somatische hypothese.
Dit was niet altijd zo. In het begin ging ik uit van een psychische oorzaak.
Tijdens de gesprekken bij het RIAGG bleek echter dat daarvoor
geen enkele aanwijzing bestond. Ik heb toen voor een "second opinion"
kontakt gezocht met een psychologe en een arts.
Naar aanleiding van hun bevindingen kon ik geen andere
konklusie trekken, dan dat mijn klachten een lichamelijke oorzaak hadden.
Er wordt beschreven dat er in de gesprekken van een zichtbare spanning sprake
is. Hier ben ik het helemaal mee eens. Door mijn ongewoon lange rug, en mijn
vermoeidheids- en rugproblemen is het voor mij een flinke inspanning om op een
(verkeerde) stoel te zitten, en een diepgaand gesprek te voeren.
Rest mij nog te melden, dat verschillende feiten uit de verslagen gedateerd zijn.
P.S. Voor de zekerheid stuur ik deze brief aangetekend naar u toe.
Met vriendelijke groet,
D.
Hieronder volgt de oproep voor de volgende keuring.
Gemeenschappelijke Medische Dienst
Administrateur: G.
Aan D.
Datum 25-aug-1993
Geachte mijnheer,
Door onze dienst moet een vervolgonderzoek ingesteld worden
naar de mate van uw arbeidsongeschiktheid.
Ik zou u daarom willen uitnodigen voor mijn spreekuur op donderdag
2 september 1993 om 15.00 uur op het kantoor van de
GMD te ###, G..
Mogelijk volgt aansluitend een geneeskundig onderzoek.
Ik verzoek u dringend aan de oproep gehoor te geven. Het niet
verschijnen op deze afspraak kan consequenties hebben voor uw
uitkering. U bent verplicht aan deze oproep gevolg te geven.
Mocht u desondanks beslist niet in staat zijn om naar het
spreekuur te komen, wilt u dan contact opnemen met mijn
teamsecretaresse mevr. M.. Deze is tijdens kantooruren bereikbaar
op bovenstaand telefoonnummer. De door u gemaakte reiskosten
zullen u op basis van openbaar vervoer, laagste tarief worden
vergoed op vertoon van de reiskaartjes. Komt u per auto, dan krijgt
u f 0,21 per kilometer vergoed.
In afwachting van uw komst op mijn spreekuur.
Hoogachtend,
namens het behandelteam,
P5. verzekeringsgeneeskundige
Hieronder staat het rapport van de keuringsarts.
Rapportage algemeen
Naam belanghebbende D.
Naam rapporteur P5.
Functie vg
Datum rapportage 02-sep-1993
Rapportage naar aanleiding van een medisch vervolgonderzoek in het kader van
een behandelplan. Zie ook rapportage d.d.
16-12-1992,
3-2-1993,
27-5-1993.
1. Vraagstelling:
Wat is de belastbaarheid van belanghebbende ?
2. Onderzoek:
Onderzoeksaktiviteiten:
D.d. 2-9-1993 verscheen belanghebbende op het spreekuur ten kantore van de
GMD
in G..
Gegevens verkregen uit onderzoek:
Anamnese:
In aansluiting op rapportage d.d.
27-5-1993 is het volgende op te merken.
Belanghebbende is een 27 jarige alleenstaande man die thans met veel moeite
voor halve dagen werkzaam is in eigen werk.
Moeheidsklachten.
Uitbreiding naar 6 uur per dag.
Bij dr. S. geweest. 20-8 retour.
Het meest opvallende was dat de nekwervels niet recht stonden. Lichte scoliose
naar links.
Ziet geen nut in neurologisch consult.
Is paar maal bij D. geweest. Het lukt dus weer niet. Is daar nog wel
onder behandeling.
Volgens D. is de beperking van C2 verantwoordelijk voor hoofdpijn en
nekpijn.
Hoeft niet meer retour naar dr. S..
Toont tevens beoordelingslijst van zijn directe chef. Merendeel der aspecten
worden als voldoende aangeduid.
3. Diagnose:
Hoofddiagnose: Moeheid e.c.i.
Prognose: goed.
4. Beschouwing:
Functiebeperkingen/-mogelijkheden en argumentatie:
Belanghebbende is 20-8 voor de uitslag bij dr. S. geweest.
Rö: de nekwervels niet recht staan, tevens sprake van lichte scoliose en
ook arthrosis.
Belanghebbende gaat toch weer terug naar D. om opnieuw te proberen de
nekwervel C2 recht te zetten. Moest eerst even rustpauze nemen.
Te overwegen valt om volgend jaar nog arts in A. te raadplegen. Ik
handhaaf mijn mening dat de moeheid zoals belanghebbende naar voren brengt niet
veroorzaakt wordt door minder goede anatomische verhoudingen van de nekwervels.
Om die reden is ook geen verder lichamelijk onderzoek verricht. Uitbreiding
naar 6 uur ziet belanghebbende niet haalbaar thans. Gaat in beroep.
Reactie van belanghebbende:
Belanghebbende kan zich niet verenigen met de overwegingen.
5. Conclusie:
Geschikt voor 6 uur eigen werk.
6. Planning na teamoverleg:
Een medisch heronderzoek zal plaatsvinden in maart 1994.
Hierboven schrijft de keuringsarts bij de diagnose:
"Hoofddiagnose: Moeheid e.c.i.".
Dat "e.c.i." staat voor "e causa ignota", dat betekent "met onbekende oorzaak".
Op het moment van bovenstaande keuring had een specialist
een rapport geschreven en in dat rapport bij de
conclusie
een diagnose gesteld,
maar de keuringsarts houdt zijn eigen mening.
De arbeidsdeskundige schreef ook nog een
rapport.
Dit leidde tot mijn
tweede beroepszaak.
Laatste wijziging van deze bladzijde: september 2011