Beslissing, beroep en correspondentie
2005
Hieronder staat de "Beslising op bezwaar", die tot mijn tiende
procedure (mijn achtste beroepsprocedure)
bij de Rechtbank leidde.
UWV
B.
Datum 18 FEB. 2005
Van Klantencontactcentrum
Ons kenmerk
B&B 194.049.08 JG4
Dhr. D.
Onderwerp
Beslissing op bezwaar
Geachte heer D.,
Met de beslissing van 16 juli 2004 hebben wij u meegedeeld
dat uw uitkering ingevolge
de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
met ingang van 1 juni 2004 wordt gebaseerd op een mate
van arbeidsongeschiktheid van 55 tot 65 %.
Tot 1 juni 2004 werd u voor 45 tot 55 % arbeidsongeschikt geacht.
Uw bezwaren
U heeft tegen deze beslissing in uw (aanvullend) bezwaarschrift
en tijdens de hoorzitting van 5 januari 2005 bezwaren van medische aard
naar voren gebracht. Uw bezwaren zijn gedetailleerd weergegeven
in de verzekeringsgeneeskundige rapportage d.d.
5 januari 2005
van mevrouw D2., bezwaarverzekeringsarts.
Deze rapportage is als bijlage als bedoeld in artikel 88d van
de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering bij deze
beslissing op bezwaar gevoegd.
Voorts heeft u de nodige kanttekeningen geplaatst
bij de handelwijze van de primaire
verzekeringsarts, mevrouw P2., en heeft u verzocht
om een kostenvergoeding.
Heroverweging
Artikel 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat
op grond van de aangevoerde bezwaren een heroverweging
moet plaatsvinden.
In dat verband hebben wij het volgende overwogen.
Ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt
de mate van arbeidsongeschiktheid van een persoon bepaald
door het verschil tussen het bedrag dat hij
in zijn vroegere functie (waarvoor hij medisch niet meer geschikt is)
zou kunnen verdienen en het bedrag dat hij met ander werk,
waarvoor hij wel geschikt is, kan verdienen.
Dit verschil, uitgedrukt in een percentage van het bedrag
dat met de vroegere functie zou kunnen worden verdiend
(het zogeheten verlies aan verdiencapaciteit), leidt dan
tot indeling in een bepaalde arbeidsongeschiktheidsklasse.
Blijkens de stukken, die ten grondslag liggen aan
de beslissing van 16 juli 2004, zijn er nog
voldoende functies aan te wijzen, die u ondanks
uw medische beperkingen zou kunnen vervullen,
terwijl het salaris dat u met die functies zou kunnen verdienen
niet kan leiden tot indeling in
een hogere arbeidsongeschiktheidsklasse dan de klasse van 55 tot
65 %. Het betreft hier de in de arbeidsmogelijkhedenlijst
d.d. 5 juli 2004 vermelde arbeidsmogelijkheden.
Op grond van de rapportage van bezwaarverzekeringsarts
D2. zijn uw beperkingen door mevrouw P2. niet onderschat.
Dit betekent dat u de geselecteerde functies kunt vervullen
en dat u gelet op de aan die functies verbonden salarissen
terecht bent ingedeeld in de arbeidsongeschiktheidsklasse
van 55 tot 65 %. De door u gemaakte opmerkingen met betrekking
tot de beoordeling door verzekeringsarts P2. leiden
niet tot wijziging van de objectief vastgestelde beperkingen.
Tenslotte merken wij op dat nu uw bezwaar ongegrond is,
u reeds daarom niet in aanmerking komt voor een kostenvergoeding.
Beslissing op bezwaar
Wij hebben op grond van het bovenstaande besloten
dat uw bezwaar ongegrond is.
Wettelijke grondslag
Deze beslissing is onder meer genomen op grond van
de artikelen 18 en 19 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
en artikel 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht.
Heeft u nog vragen?
U vindt meer informatie op www.uwv.nl.
Als u het niet eens bent met onze beslissing kunt u
tot uiterlijk zes weken na de dagtekening van deze brief
een beroepschrift indienen bij de rechtbank, sector bestuursrecht,
Postbus ### te ###.
Hoogachtend,
Namens de Raad van bestuur
van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
mr. G4.
medewerker bezwaar en beroep
Bijlage(n):
- Rapport bezwaarverzekeringsarts
De bovenstaande beslissing op bezwaar zit twee keer in mijn dossier.
De originele beslissing op bezwaar is zonder logo, en die met het
logo bovenaan is een kopie.
Hieronder staat een intern document van het UWV
UWV
B8.
Memo
Aan
Kantoor : BREDA (KCC Goes)
/Brew2
Afdeling:
ag
KOPIE
betaaldossier
Datum 18 FEB. 2005
Van
B&B, mr. G4. T (0900) ###, F ###
Ons kenmerk
B&B ###
INGEKOMEN
21 FEB. 2005
Onderwerp
Bezwaarprocedure WAO
Indiener : Verzekerde
Wkn sofi-nummer : ###
Wkg aansluitnr. : 27- -
Werknemer : Dhr. D.
Werkgever :
Eerste ao dag :
Infoblad bezwaar & beroep WAO
Bijgaand zenden wij u een afschrift van de beslissing op bezwaar.
Onderwerp:
datum primair besluit : 16 juli 2004
soort geschil : 412 AO-heid (18.1)
anders :
Resultaat:
Ongegrond
Wijze totstandkoming:
26 geen gebreken
Toelichting/gevalsanalyse:
Uit te voeren activiteiten:
[X] Geen/nvt
[ ] Herbeoordeling starten
[ ] Uitkering nabetalen/verrekenen
[ ] Wettelijke rente vergoeden
[ ] Terugvordering verlagen/afboeken
[ ] Systeem aanpassen
[ ] Voorziening realiseren (REA)
[ ] Subsidie/suppletie nabetalen (REA)
[ ] Anders
Evt. toelichting actie:
Bijlage:
Zo'n zelfde papier zit nog een keer in mijn dossier, maar
dan in plaats van "KOPIE betaaldossier" de tekst "KOPIE claimdossier".
Bij de beslissing op bezwaar van 18 februari 2005 zat wel het verslag van de arts, maar
niet het verslag van de notulist, dus dat vroeg ik op via een fax:
Aan: UWV B.
Afdeling Bezwaar & Beroep
t.a.v. dhr. mr. G4.
Per fax: ### (klantencontactcentrum)
24 februari 2005
Uw kenmerk:
B&B ### JG4
Geachte heer G4.,
Zou u mij het verslag van de hoorzitting van 5 januari 2005
willen toezenden.
Zou u mij tevens de BIG-nummers van bezwaarverzekeringsarts
mw. D2., en van verzekeringsarts mw. P2. willen doorgeven.
Met vriendelijke groet,
dhr. D.
Hieronder staat een intern document met handtekeningen.
Beslissing op bezwaar
Gezien door:
Staf ad ### Datum 2/3/05
Va ### Datum 2-3-05
Ad L1. arbeidsdeskundige Datum 2/3/05
CBA dhr. J2. claimbehandelaar AG UWV Gak Datum -2 MAART 2005
V Pluimpje
Als reactie op mijn brief van 24 februari 2005 ontving ik de volgende brief, met als
bijlage het
verslag van de notulist
van de hoorzitting.
UWV
B.
Datum 9 maart 2005
Van Klantencontactcentrum
Ons kenmerk
B&B ### JG4
De heer D.
Onderwerp
Bezwaarprocedure
Geachte heer D.,
In antwoord op uw brief van 24 februari 2005
doen wij u hierbij een afschrift toekomen van
het verslag van de hoorzitting van 5 januari 2005.
Wij hebben uw verzoek om BIG-nummers doorgegeven
aan de heer mr. M2.
Hoogachtend,
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
mr. G4.
beambte bezwaar en beroep
Hieronder staat mijn beroepschrift aan de Rechtbank, dat
ik in tweevoud opstuurde.
Aan: Rechtbank R.
Sector bestuursrecht
(aangetekend)
25 maart 2005
Betreft: beroepschrift
Bijlage: beslissing op bezwaar, d.d. 18 februari 2005
Edelachtbare Vrouwe, Heer,
Hierbij ga ik:
D.
in beroep tegen:
de beslissing op bezwaar,
van UWV B.,
d.d. 18 februari 2005 (zie bijlage).
Inleiding
1. De beslissing van 18 februari 2005 van het UWV is naar mijn mening
op vrijwel alle aspecten onzorgvuldig, in strijd met vele richtlijnen,
voorschriften en uitspraken, en gebaseerd op onjuistheden.
2. In mijn aanvullend bezwaarschrift van
11 november 2004 heb ik
een aantal problemen specifiek genoemd. Daarom wil ik de Rechtbank vragen
om mijn bezwaarschrift als onderdeel van dit beroepschrift te beschouwen.
Uit met name punt 7 en 9 van het aanvullend bezwaarschrift blijkt
naar mijn mening dat de nu genomen beslissing onzorgvuldig is.
Ik doe een beroep op de uitspraak van De Centrale Raad van Beroep
van
19 november 2002, waarin de beslissing van 1999 werd vernietigd.
Nu heeft verzekeringsarts mw. P2. alsnog
het (denkbeeldige) belastbaarheidprofiel van toen overgenomen
waarvan al vaststaat dat de Centrale Raad van Beroep dat onzorgvuldig vindt.
3. Tijdens de hoorzitting in de bezwaarprocedure heb ik
vragen gesteld over de uitspraken en de richtlijnen.
Een duidelijk antwoord waarom die genegeerd worden
gaf mr. G4. niet. En in
de verzekeringsgeneeskundige rapportage van
5 januari 2005
heb ik ook niet kunnen lezen waarom bijvoorbeeld de uitspraak
van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
over psychiater E. door het UWV genegeerd wordt.
Globale achtergronden
Aangezien dit mijn tiende procedure bij de Rechtbank tegen
het UWV/G. is (achtste beroepszaak en twee andere) wil ik ook
wat meer globale zaken noemen.
4. Regelmatig word ik door anderen ervoor gewaarschuwd
dat het UWV altijd de onjuistheden zal blijven overschrijven
en dat mijn inspanningen om het UWV tot zorgvuldigheid te bewegen
voor niets zijn. Maar zelfs als dat zo zou zijn, dan wil ik geen deel
uitmaken van iets wat ik zo onrechtvaardig vind. Daarom zal
ik proberen om mij, ondanks mijn gezondheidsproblemen,
daartegen te blijven verzetten.
5. In de
uitspraak van 2 maart 1995 bevestigde de Rechtbank
de beslissingen van het UWV, dat ik geschikt zou zijn voor
6 uur eigen werk. In 2002 deed ik een eerste verzoek voor herziening
van die uitspraak, maar dat verzoek werd afgewezen.
Ik ben sindsdien een tweede verzoek voor herziening aan het voorbereiden.
Toch kunnen de gegevens van die oude beslissingen niet zomaar
overgenomen worden vanwege verschillende uitspraken,
zoals de eerder genoemde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep
van
19 november 2002, waarin aan het UWV de opdracht wordt gegeven
dat mijn beperkingen "
...zelfstandig dienen te worden beoordeeld".
De beslissingen die het UWV daarop nam, zijn op dit moment opnieuw
ter beoordeling bij de Centrale Raad van Beroep.
De keuring en de bezwaarprocedure
6. Met mijn brief van 24 februari 2005 heb ik
de BIG-nummers van verzekeringsarts mw. P2. en
bezwaarverzekeringsarts mw. D2. opgevraagd. Die nummers heb ik
nog niet ontvangen. Daarom wil ik de Rechtbank vragen om de keuring
ongeldig te verklaren omdat niet duidelijk is of de verzekeringsarts
en de bezwaarverzekeringsarts bevoegde artsen zijn.
7. Door de vele onjuistheden en kwaadsprekerij in mijn
UWV dossier lijkt het voor het UWV niet mogelijk om objectief
te zijn. Maar zelfs als ik bij mijn huisarts of een specialist kom,
dan spelen mijn problemen met het UWV een grote rol.
Ook is niet duidelijk bij welk specialisme mijn klachten horen,
en ben ik beperkt wat reistijd betreft.
Het meest objectieve onderzoek lijkt mij daarom het onderzoek
wat verricht werd door de eerste specialist die mij onderzocht:
reumatoloog S8..
Hij stelde in 1993 een diagnose (geen reuma maar mechanisch)
toen ik halve dagen werkte. Naar mijn mening wordt zijn diagnose
echter niet door het UWV geaccepteerd, aangezien de bezwaarverzekeringsarts
in haar rapport van
5 januari 2005 schrijft: "
Deze klachten konden
niet verklaard worden door een somatisch substraat".
Het rapport van reumatoloog S8. is volgens mij nog nooit geaccepteerd
en is onvoldoende meegewogen bij het bepalen van mijn beperkingen
en mogelijkheden.
Ook het psychologisch onderzoek van 1997 is door het UWV nog
nooit geaccepteerd.
8. Om aan de Rechtbank duidelijk te maken dat het UWV weigert
om hun beslissingen te onderbouwen en te motiveren,
had ik
drie vragen voor de bezwaarverzekeringsarts
in mijn
bezwaarschrift gezet:
• Hoe komt dokter D2. aan het getal van "6" voor
het aantal uren per dag?
• Wat heeft reumatoloog S8. volgens dokter D2. vastgesteld?
• Welke gegevens worden op dit moment gebruikt
van het onderzoek bij het R.?
Voor mijn eerste twee vragen verwijst bezwaarverzekeringsarts
mevr. D2. in haar rapport van
5 januari 2005
naar voorgaande beslissingen, zonder daarbij te noemen
welke beslissingen zij bedoelt. Ik wil dan ook nadrukkelijk stellen
dat zij weigert om die 6 uur per dag te motiveren,
en dat zij weigert om iets over de diagnose van reumatoloog S8.
te zeggen. Op mijn derde vraag antwoordt zij dat er
van het R. geen gegevens bekend zijn die gebruikt
zouden kunnen worden. Toch heeft de zeer kwetsende brief
van drs. K7. van het R., d.d.
19 november 1992,
er voor gezorgd dat verzekeringsarts P. in 1993 mij voor 6 uur per dag
geschikt achtte. En sindsdien houdt het UWV/G. zich daaraan vast.
Nu drs. K7. voor die brief een waarschuwing (d.d. 17 oktober 2003)
heeft gekregen is dat volgens mij de zoveelste reden om niet langer
met de onjuiste gegevens te blijven doorgaan.
-
De woorden die in de brief van drs. K7. staan, hebben blijkbaar
tot de nodige irritatie geleid en heeft anderen ertoe aangezet
om mij ook op leugenachtige wijze negatief af te schilderen.
In werkelijkheid heb ik in 1992 gedaan wat mijn huisarts zei
en heb ik mij door het R. laten onderzoeken of er een oorzaak
voor mijn lichamelijk klachten was. Ik dacht namelijk zelf ook
dat mijn lichamelijke klachten misschien wel psychisch waren.
Op dat moment had ik alleen fysiotherapie gehad, en was nog niet door
een specialist onderzocht. Aan het onderzoek bij het R. heb ik
ook gewoon meegewerkt. Omdat het onderzoek bij het R. lang duurde
ben ik op eigen initiatief naar een psycholoog gegaan waarmee wel
een gesprek van mens tot mens te voeren was. Naar diezelfde psycholoog
ben ik in 1997 weer gegaan, en heb daarbij het rapport van
psychiater E. meegenomen, omdat mijn huisarts dat wilde.
-
Pas toen ik in 1992 stopte met fysiotherapieoefeningen,
en rekening ging houden met de beperkte belastbaarheid van mijn nek,
en na behandeling door een arts voor orthomanuele therapie,
ging het wat beter, en ben ik op eigen initiatief halve dagen gaan werken.
Die halve dagen werken heb ik tot het uiterste geprobeerd vol te houden.
Dat was in 1997 fysiek letterlijk niet meer mogelijk,
en sindsdien is de belastbaarheid van mijn nek verder verminderd.
9. De richtlijnen en voorschriften dienen er o.a. voor om mij
tegen willekeur te beschermen. In dat opzicht wil ik één
onderwerp noemen, namelijk de reden van mijn uitkering:
• Volgens het Geleideformulier Claimbeoordeling, d.d. 5 februari 2004:
"
AO t.g.v. is het spoor in de maatschappij kwijt,
wordt niet meer beter"
• Volgens de "Kritische Functionele Mogelijkheden Lijst"
van 5 juli 2004 zijn er twee dingen sterk beperkt, het omgaan met conflicten
en het frequent reiken tijdens het werk. Bij de beperking
van het aantal uren per dag staat echter niet of dit door
de psychische of de lichamelijke klachten is.
• Volgens het Medisch onderzoeksverslag van
29 april 2004
is de diagnose: "
8L100 Nekpijn (functionele nekklachten)"
• Volgens de hoorzitting van 11 augustus 2003
(van een vorige procedure, zie ook blz. 12 van het
woordelijk verslag d.d. 30 december 2003):
bezwaarverzekeringsarts D2.: Nee, ik ben het eens
met mijnheer G4.. Het komt inderdaad, omdat we in die tijd dachten,
nou we gaan een beetje mee met de klachten, we zullen een beetje kijken,
kunnen we een compromis proberen te kunnen bereiken, zoiets.
mr. G4.: Min of meer in de veronderstelling verkerend
dat het van lieverlee beter zou gaan met u,
Tot slot
10. Ik las dat volgens de "Kritische Functionele Mogelijkheden Lijst"
een gemiddelde van twee uur per dag werken een minimum is.
Dat is helaas voor mij niet mogelijk, en daarom wil ik u vragen
om een beslissing te nemen die daarmee overeenkomt,
of een andere beslissing die de Rechtbank rechtvaardig acht.
11. Overigens wil ik niet beweren dat ik niets kan.
Vanzelfsprekend ben ik in de eerste plaats met mijn gezondheid bezig.
Maar voor de rest besteed ik mijn beste momenten aan de procedures
met het UWV, wat o.a. door allerlei aanpassingen nog steeds mogelijk is.
Daarnaast heb ik hulp van anderen, en heb ik ook apparatuur gekocht
om dat vol te houden. Ook heb ik daarvoor de afgelopen jaren voor
zo'n 10.000 euro per jaar uitbesteed (voornamelijk advocaatkosten).
12. Hierbij vraag ik de Rechtbank om de beslissing
van het UWV te vernietigen met veroordeling van de tegenpartij
in de kosten van deze procedure.
13. Tevens vraag ik u om mij een vergoeding toe te kennen
van 1000 euro, omdat ik in een proces word meegesleurd
dat enkel ontstaat doordat het UWV zich blijft vastklampen
aan een reeks van aantoonbare onjuiste gegevens.
De hoogte van dat bedrag is overigens zeer arbitrair.
Hoogachtend,
D.
De Rechtbank stuurde mijn beroepschrift naar het UWV, met
de volgende begeleidende brief:
Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht
De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
B.
Onderdeel T2
Contactpersoon mevr ###
Datum 1 april 2005
Ons kenmerk procedurenummer 05 / 1394 WAO GVZ T2
casusnummer
Uw kenmerk
Bijlage(n)
Onderwerp het beroep van D. te ###
Geachte heer/mevrouw,
Hierbij zend ik u een kopie van het beroepschrift (met bijlagen),
gericht tegen het daarin genoemde besluit.
Ik verzoek u binnen vier weken na de dagtekening van deze brief
in tweevoud de op de zaak betrekking hebbende stukken - genummerd
en in chronologische volgorde en voorzien van
een inventarislijst - alsmede het verweerschrift in te dienen.
Indien het beroepschrift niet de gronden van het beroep bevat,
heeft de rechtbank de indiener in de gelegenheid gesteld
dit verzuim te herstellen. Na ontvangst van het aanvullend beroepschrift
zal ik u een kopie daarvan zenden. In dat geval dient u
het verweerschrift binnen vier weken na de dagtekening
van de desbetreffende brief in te dienen.
Hoogachtend,
###
griffier
Hieronder staat een interne brief van het UWV.
Memo
Aan WAO
Datum 6 april 2005
Van
B&B, Mw. V4. T (0900) ###, F ###
Ons kenmerk ###
Onderwerp
Beroepsprocedure
Indiener :
Wkn sofi-nummer : ###
Werknemer : D.
Wkg aansluitnr. :
Werkgever :
Eerste ao dag :
Beste collega,
Hierbij sturen wij u een kopie van het beroepschrift ter kennisname.
Om tijdens de beroepsprocedure niet voor onverwachte situaties te komen staan
verzoeken wij u het volgende:
- Geef eventuele opmerkingen die u wilt maken over het beroepschrift zo snel mogelijk
aan ons door.
- Geef nadere gegevens/stukken aan ons door die u in verband met deze belanghebbende
ontvangt, zoals schriftelijke of mondelinge reacties of inlichtingen van artsen.
- Houd rekening met de lopende beroepszaak bij het uitbrengen van nieuwe adviezen of
beslissingen, en neem daarover zonodig contact met ons op.
Als de rechtbank op het beroep heeft beslist sturen wij u
een kopie van de uitspraak. Dan informeren wij u ook over eventuele
uit te voeren activiteiten.
Met vriendelijke groet,
Mw. V4.
Afdeling
B&B BREDA
Bijlage:
- beroepschrift
Op bovenstaande formulier staat een stempel met "AG 07"
(de afdeling die het ontving) en
een datumstempel met "07 APR. 2005".
Van de Rechtbank ontving ik de volgende brief.
Arrondissement R.
Financieel-Economische Zaken
Nota
D.
Datum 07.04.2005
Betreft BEROEPSCHRIFT D. vs Het uwv, B.
Notanummer 1080013945
Document 21086533
Hierbij bevestig ik de ontvangst van uw beroepschrift.
Voor de behandeling van het beroep is een griffierecht verschuldigd.
Het bedrag is hieronder vermeld.
Van dit griffierecht kan geen vermindering of vrijstelling worden
verleend. Het verschuldigde bedrag dient binnen 4 weken na de dag van
verzending van deze mededeling te zijn bijgeschreven op de hieronder
vermelde rekening, bij voorkeur door middel van aangehechte
acceptgirokaart.
Indien u daaraan de voorkeur geeft, kan het bedrag ook binnen de
termijn ter griffie (Centrale Balie, eerste etage) worden gestort.
Ik wijs u erop dat indien het griffierecht niet binnen de termijn
is bijgeschreven of gestort, het beroep niet-ontvankelijk
wordt verklaard tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld
dat de indiener van het beroepschrift in verzuim is geweest.
De griffier.
Hieronder staat de brief, die de Rechtbank naar het
UWV stuurde.
Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht
De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
B.
Onderdeel T2
Contactpersoon mevr ###
Datum 3 mei 2005
Ons kenmerk procedurenummer 05 / 1394 WAO GVZ T2
casusnummer
Uw kenmerk
B&B ### JG4
Bijlage(n)
Onderwerp het beroep van D. te ###
Geachte heer/mevrouw,
In de onderhavige beroepszaak is het bestreden besluit totstandgekomen
met toepassing van het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem (het CBBS).
In een zestal uitspraken van 9 november 2004, gepubliceerd onder meer
in RSV 2004/351 en USZ 2004/353, heeft de Centrale Raad van Beroep
een - niet uitputtende - opsomming gegeven van een aantal aan
het CBBS klevende onvolkomenheden, die in de weg staan aan
een nog als toereikend aan te merken niveau van inzichtelijkheid,
verifieerbaarheid en toetsbaarheid van een schattingsbesluit.
Ter compensatie van die onvolkomenheden verzoekt de rechtbank u
een toelichting te geven op de volgende punten.
a. Bij een aantal van de matchende belastbaarheidsaspecten van
de FML zijn beperkingen aangenomen. Ik verzoek u ten aanzien van
elk van deze belastbaarheidsaspecten aan te geven welke van
de functie-belastingpunten van de geduide functies op
het betreffende belastbaarheidsaspect betrekking hebben.
Voorts verzoek ik u de zogeheten transponeringstabel over te leggen
teneinde deze aan de gedingstukken te kunnen toevoegen.
b. Op welke functiebelastingpunten van de geduide functies heeft
het CBBS een signalering gegeven ten teken dat sprake kan zijn
van een overschrijding van de belastbaarheid van de verzekerde op
die punten?
c. Heeft ten aanzien van deze overschrijdingen overleg plaatsgevonden
tussen de (bezwaar-) arbeidskundige en de (bezwaar-verzekeringsarts?
Zo ja, dan verzoek ik u de uitkomst van het overleg mee te delen
en een schriftelijke weergave ervan over te leggen.
d. Heeft het CBBS één of meerdere functies
als potentieel passend geselecteerd terwijl die functie
of functies een aanmerkelijke belasting kennen op onderdelen
waarvoor de betrokken verzekerde volgens
de niet-matchende belastbaarheidsaspecten van de FML evenzeer
aanmerkelijk beperkt is? Zo ja, dan verzoek ik u toe te lichten
of de geduide functies niettemin als geschikt voor
de betrokken verzekerde moeten worden aangemerkt.
e. Heeft hieromtrent overleg plaatsgevonden tussen
de (bezwaar-) arbeidskundige en de (bezwaar-) verzekeringsarts?
Zo ja, dan verzoek ik u de uitkomst van het overleg mee te delen
en een schriftelijke weergave ervan over te leggen.
f. Ik verzoek u de enquêtedata van de diverse geduide functies
mee te delen.
Ik verzoek u de rechtbank de gevraagde inlichtingen
en stukken binnen vier weken te doen toekomen.
Tevens verzoek ik u mij de Functionele Mogelijkhedenlijst
naar aanleiding van het onderzoek op 28 april 2004 alsnog
te doen toekomen. Bij de door u ingezonden stukken heb ik slechts
de Kritische Functionele Mogelijkhedenlijst aangetroffen
Hoogachtend,
###
griffier
Hieronder staat de begeleidende brief die ik
van de Rechtbank ontving, met daarbij het verweerschrift
van het UWV.
Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht
De heer D.
Onderdeel T2
Contactpersoon mevr ###
Datum 3 mei 2005
Ons kenmerk procedurenummer 05 / 1394 WAO GVZ T2
casusnummer
Uw kenmerk
Bijlage(n) A6
Onderwerp het beroep van D. te ###
Geachte heer,
Met betrekking tot het bovengenoemde beroep zend ik u
een kopie van het verweerschrift.
Hoogachtend,
griffier
Postbus ###
B.
De Rechtbank
Sector Bestuursrecht
R.
Datum 14 APR. 2005
Van Klantencontactcentrum
Ons kenmerk
B&B ###
Uw kenmerk 05/1394 WAO GVZ T2
Onderwerp
Het beroep van D. te ###
VERWEERSCHRIFT
Eiser heeft bij u een beroepschrift ingediend tegen onze beslissing
van 18 februari 2005.
In uw brief van 1 april 2005 heeft u ons gevraagd om stukken
die betrekking hebben op deze zaak. Deze stukken ontvangt u hierbij.
De inhoud van het beroepschrift geeft ons geen aanleiding
tot het geven van een reactie.
Wij zijn van mening dat onze beslissing op goede gronden
is genomen en wij verzoeken u dan ook het beroep ongegrond
te verklaren.
Hoogachtend,
Namens de Raad van bestuur
van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
mr. G4.
beambte bezwaar en beroep
Hieronder staat de brief die ik van de Rechtbank
ontving, met daarbij de inventarislijst van de
stukken van het UWV.
Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht
De heer D.
Onderdeel T2
Contactpersoon mevr ###
Datum 3 mei 2005
Ons kenmerk procedurenummer 05 / 1394 WAO GVZ T2
casusnummer
Uw kenmerk
Bijlage(n) A5 en b-stukken
Onderwerp het beroep van D. te ###
Geachte heer,
Hierbij zend ik u een kopie van de stukken die
de rechtbank heeft ontvangen.
U krijgt te zijner tijd bericht.
Hoogachtend,
griffier
Inventarislijst
Eiser : D.
Woonplaats : ###
Kenmerk rechtbank : 05/1394 WAO GVZ T2
Kenmerk UWV :
B&B ### NR4
1. Aanvraag voortzetting AO-uitkering 26.01.2004
2. Brief eiser aan UWV 26.01.2004
3. Herbeoordeling deel1 20.02.2004
4. Herbeoordeling deel2 20.02.2004
5. Brief eiser aan UWV 02.04.2004
6. Medisch onderzoekverslag 29.04.2004
7. Verzekeringsgeneeskundige rapportage 29.04.2004
8. Brief eiser aan UWV 10.05.2004
9. Brief UWV aan eiser 17.05.2004
10. Kritische functionele mogelijkheden lijst 28.04.2004
11. Overzicht niet eindgeselecteerde functies 05.07.2004
12. Resultaat eindselectie 05.07.2004
13. Notities functiebelasting 05.07.2004
14. Arbeidsmogelijkhedenlijst 05.07.2004
15. Samenvatting arbeidsmogelijkhedenlijst 05.07.2004
16. Recapitulatie voorselectie 05.07.2004
17. Rapportage algemeen 07.07.2004
18. Brief UWV aan eiser 15.07.2004
19. Beslissing 16.07.2004
20. Voorlopig bezwaarschrift 12.08.2004
21. Ontvangstbevestiging 18.08.2004
22. Antwoordformulier 20.08.2004
23. Brief eiser aan UWV 01.10.2004
24. Brief verzoek gronden bezwaar 26.10.2004
25. Aanvullend bezwaarschrift 11.11.2004
26. Verslag hoorzitting 05.01.2005
27. Verzekeringsgeneeskundige rapportage 05.01.2005
28. Beslissing op bezwaar 18.02.2005
Ik belde de Rechtbank op, dat wat het UWV opgestuurd had,
maar een klein deel van mijn dossier was. Mij werd verteld
dat ik het in ieder geval kon melden, maar ik hoefde
niet het hele dossier op te sturen.
Daarom stuurde ik de volgende brief in tweevoud naar
de Rechtbank.
Aan: Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht
Onderdeel T2
t.a.v. mevr. ###, griffier
R.
(aangetekend)
9 mei 2005
Uw kenmerk: procedurenummer 05 / 1394 WAO GVZ T2
Betreft: stukken incompleet
Edelachtbare Vrouwe,
De stukken die het UWV naar de Rechtbank stuurde is slechts
een klein deel van mijn dossier.
De rest van mijn dossier is ook van belang aangezien
ik mij beroep op verschillende uitspraken en beslissingen
van voor 2004 en ook het UWV verwijst regelmatig
naar vorige rapporten en procedures.
Hoogachtend,
dhr. D.
Bovenstaande brief werd door de Rechtbank doorgestuurd naar
het UWV. Hieronder staat de begeleidende brief die de
Rechtbank daar met mee stuurde.
Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht
De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
B.
Onderdeel T2
Datum 11 mei 2005
Ons kenmerk procedurenummer 05 / 1394 WAO GVZ T2
casusnummer
Uw kenmerk
B&B ### JG4
Onderwerp het beroep van D. te ###
Geachte heer/mevrouw,
Ter completering van uw dossier zend ik u hierbij
een kopie van (de) stuk(ken): A10.
Hoogachtend,
griffier
Ik ontving vervolgens onderstaande brief.
Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht
De heer D.
Onderdeel T2
Datum 17 mei 2005
Ons kenmerk procedurenummer 05 / 1394 WAO KRD T2
Bijlage(n) Onderwerp het beroep van D. te ###
Geachte heer,
In het kader van de behandeling van het hierboven vermelde beroep vraag ik,
voorzover van toepassing onder verwijzing naar bijgevoegd(e) stuk(ken),
uw aandacht voor het/de volgende aangegeven punt(en):
X De rechtbank is van oordeel dat het vooronderzoek is voltooid.
Het onderzoek ter zitting zal, naar het zich thans laat aanzien, plaatsvinden
op 7 juli 2005. U ontvangt daarvoor te gelegener tijd,
doch uiterlijk zes weken tevoren, een uitnodiging.
Indien thans reeds bekend is dat u verhinderd bent verzoek ik u
dit binnen 10 dagen na dagtekening van deze brief onder opgave van redenen
aan de rechtbank mede te delen. Nadien ontvangen verzoeken om verdagingen
worden slechts bij uitzondering gehonoreerd.
Zodra de hiervoor bedoelde proceshandeling(en) is/zijn verricht,
dan wel na het ongebruikt verstrijken van de daarvoor geldende termijn,
gaat de rechtbank over tot verdere behandeling van het beroep.
U ontvangt daarover zo spoedig mogelijk nader bericht.
Hoogachtend,
###
Een vergelijkbare brief zoals hierboven, stuurde de Rechtbank
ook naar het UWV.
Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht
De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Onderdeel T2
Contactpersoon ###
Datum 17 mei 2005
Ons kenmerk procedurenummer 05 / 1394 WAO KRD T2
casusnummer
Uw kenmerk
B&B ### JG4
Onderwerp het beroep van D. te ###
Geachte heer/mevrouw,
In het kader van de behandeling van het hierboven vermelde beroep vraag ik,
voorzover van toepassing onder verwijzing naar bijgevoegd (e) stuk(ken),
uw aandacht voor het/de volgende aangegeven punt(en):
X De rechtbank is van oordeel dat het vooronderzoek
is voltooid. Het onderzoek ter zitting zal, naar het zich thans
laat aanzien, plaatsvinden op 7 juli 2005. U ontvangt daarvoor
te gelegener tijd, doch uiterlijk zes weken tevoren, een uitnodiging.
O Tot op heden is nog geen verweerschrift ontvangen.
Mag ik u verzoeken dit thans per omgaande in te zenden.
Zodra de hiervoor bedoelde proceshandeling(en) is/zijn verricht,
dan wel na het ongebruikt verstrijken van de daarvoor geldende termijn,
gaat de rechtbank over tot verdere behandeling van het beroep.
U ontvangt daarover zo spoedig mogelijk nader bericht.
Hoogachtend,
###
Het lijkt erop dat de Rechtbank de procedure door laat gaan,
zonder dat ze het dossier hebben (behalve de dingen die
het UWV stuurde). Ik stuurde daarom onderstaande brief.
De brief had ik in tweevoud moeten sturen, maar dat was ik
vergeten.
Aan:
Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht, Onderdeel T2
t.a.v. mevr. ###
(aangetekend)
24 mei 2005
Uw kenmerk: procedurenummer 05 / 1394 WAO KRD T2
Geachte mevrouw ###,
Op 7 juli 2005 ben ik niet verhinderd en als mijn gezondheid
het toelaat zal ik bij de zitting aanwezig zijn. Naar aanleiding
van uw brief van 17 mei 2005 heb ik wel enkele verzoeken en een opmerking:
1. Zou u mij een kopie willen sturen van de brieven die de Rechtbank
in deze procedure naar het UWV heeft verzonden?
2. Kunt u mij de naam van de behandelende rechter laten weten?
3. Hierbij wil ik u ook vragen om de zitting in zijn geheel openbaar
te houden.
4. Bij de vorige beroepszaak had ik de bezwaarverzekeringsgeneeskundige
en de jurist van het UWV opgeroepen. Zij kwamen echter niet op de zitting.
Daarom wil ik de Rechtbank vragen om hen op te roepen. De Rechtbank kan
dan zelf constateren dat wanneer er naar een motivatie of
een onderbouwing gevraagd wordt, er van de zijde van het UWV vrijwel altijd
een zeer vaag of een onjuist antwoord komt.
Het betreft:
• dhr. mr. G4., jurist in de bezwaarprocedure.
• mw. D2., bezwaarverzekeringsgeneeskundige.
Ik geef er de voorkeur aan dat ook de volgende personen opgeroepen worden:
• dhr. mr. M2., manager afdeling bezwaar en beroep.
• mw. L.A. P2., verzekeringsarts.
5. Naar aanleiding van de brief van de Rechtbank van 3 mei 2005 had ik gebeld
naar de Rechtbank om te melden dat het weken of misschien maanden gaat duren
wanneer ik zelf de stukken naar de Rechtbank moet sturen. Ik had van u begrepen
dat het in principe de bedoeling is dat het UWV het dossier opstuurt.
Naar mijn mening heeft het UWV er belang bij dat de Rechtbank
een zeer onvolledig dossier heeft en mogelijk lukt het mij niet
om voor de zitting een voldoende compleet dossier samen te stellen.
Hoogachtend,
D.
Bovenstaande brief verstuurde ik op 24 mei, en op diezelfde datum
stuurde de Rechtbank twee brieven naar mij, waarbij nog stukken van
het UWV zaten, en waarin de naam van de rechter al stond.
Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht
De heer D.
Onderdeel T2
Contactpersoon mevr V.
Datum 24 mei 2005
Ons kenmerk procedurenummer 05 / 1394 WAO KRD T2
casusnummer
Uw kenmerk
Bijlage(n) A14 t/m A151
Onderwerp het beroep van D. te ###
Geachte heer,
Ter completering van uw dossier zend ik u hierbij
een kopie van (de) stuk(ken):
Hoogachtende,
griffier
Bij bovenstaande brief zat een pak papier van 3 1/2 centimeter dik,
met als eerste de onderstaande brief:
UWV
B.
Rechtbank
Sector Bestuursrecht
R.
Datum 17 MEI 2005
Van Klantencontactcentrum
Ons kenmerk
B&B ###
Uw kenmerk 05/1394 WAO GVZ T2
Onderwerp
Beroepszaak ten name van de heer D. te ###
Edelachtbare heer, vrouwe,
In antwoord op uw brief d.d. 3 mei 2005 doen wij u hierbij
een afschrift in tweevoud toekomen van een rapportage gedateerd
10 mei 2005 van de heer B6, bezwaararbeidsdeskundige,
in welke rapportage de door u gevraagde toelichting wordt gegeven
op de aan de hand van het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem
geselecteerde functies. Bovendien zenden wij u hierbij kopieën
toe van de Functionele Mogelijkheden Lijst en van
het formulier "CBBS vergelijking FML en Belastingpunten".
Voorts hebben wij naar aanleiding van de brief van de heer D.
van 9 mei 2005 geconstateerd dat abusievelijk een aantal
op de zaak betrekking hebbende stukken niet zijn verzonden.
In verband hiermee doen wij u hierbij alsnog afschriften
van deze stukken in tweevoud toekomen.
Hoogachtend Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
G4.
beambte bezwaar en beroep
Bij bovenstaande brief zat nog een aantal stukken
(waaronder een nieuw rapport van de
bezwaar-arbeidsdeskundige),
maar nog steeds geen compleet dossier.
Ik ontving een brief dat de zitting op 7 juli 2005
zal zijn:
Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht
AANTEKENEN
De heer D.
Onderdeel T2
Contactpersoon mevr V.
Datum 24 mei 2005
Ons kenmerk procedurenummer 05 / 1394 WAO KRD T2
casusnummer
Uw kenmerk
Bijlage(n)
Onderwerp het beroep van D. te ###
Behandelend rechter mr. K10.
Geachte heer,
Hierbij deel ik u mede dat het beroep zal worden behandeld ter zitting
van de rechtbank (enkelvoudige kamer) op donderdag 7 juli 2005,
om 14.40 uur te R., ### , Rechtbank Sector Bestuursrecht,.
Ik nodig u uit daarbij aanwezig te zijn. U bent niet verplicht
om ter zitting te verschijnen, tenzij u naast deze uitnodiging
een oproeping ontvangt. Uw kosten worden niet vergoed.
Voorzover het onderzoek ter zitting betrekking heeft
op medische gegevens, vindt in beginsel de zitting
met gesloten deuren plaats. De rechtbank kan ambtshalve
of op verzoek van een of meer partijen beslissen dat
de behandeling ter zitting in het openbaar zal plaatsvinden.
U kunt getuigen en deskundigen ter zitting meebrengen
of hen bij aangetekende brief of deurwaardersexploit oproepen
om ter zitting te verschijnen. U dient daarvan uiterlijk een week
voor de zitting aan de rechtbank en aan de andere partijen mededeling
te doen, met vermelding van de namen en woonplaatsen van
de getuigen en deskundigen. Aan de door u opgeroepen
of meegebrachte getuigen en deskundigen bent u een vergoeding
wegens reis- en verblijfkosten en tijdverzuim verschuldigd,
die na de zitting op uw verzoek ter griffie wordt vastgesteld.
U kunt tot tien dagen voor de zitting nadere stukken bij de rechtbank indienen.
Hoogachtend,
griffier
Zo'n zelfde brief als hierboven stuurde de Rechtbank naar het UWV,
maar dan gericht aan: De Raad van bestuur van het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
Ik ontving de volgende brief van de Rechtbank.
Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht
De heer D.
Onderdeel T2
Contactpersoon dhr ###
Datum 10 juni 2005
Ons kenmerk procedurenummer 05 / 1394 WAO KRD T2
casusnummer
Uw kenmerk
Bijlage(n) A 3, A 9, A 11, A 13 en A 153
Onderwerp het beroep van D. te ###
Geachte heer D.,
In antwoord op uw schrijven van 24 mei jl. deel ik u hierbij
het volgende mede.
De rechter die uw zaak ter zitting op 7 juli a.s. zal behandelen
is mr. K10..
In de wet is bepaald dat, voor zover het onderzoek ter zitting
betrekking heeft op medische gegevens, dit in beginsel
met gesloten deuren plaats vindt.
Echter, gelet op uw uitdrukkelijk verzoek acht de rechter vooralsnog geen
reden aanwezig de behandeling ter zitting niet openbaar te laten geschieden.
Partijen zijn niet verplicht om aan de uitnodiging ter zitting te verschijnen
gevolg te geven, tenzij een partij uitdrukkelijk wordt opgeroepen
te verschijnen. Het oproepen van partijen is een bevoegdheid van
de rechtbank. Naast het oproepen van een partij om ter zitting te verschijnen,
kan de rechtbank ook getuigen oproepen ter zitting te verschijnen.
De rechter kan beslissen hiertoe over te gaan in het geval hij/zij
van oordeel is dat de betreffende partij of getuige ontbrekende informatie
kan geven die nodig is om tot een goede beoordeling van de zaak te komen.
In uw beroepszaak is de rechter vooralsnog van oordeel dat hij
met de stukken die zich in het dossier bevinden en met hetgeen besproken
zal worden bij de behandeling ter zitting op 7 juli a.s. voldoende informatie
zal hebben om uitspraak te doen.
Vertrouwende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
###
Bij bovenstaande brief zaten ook de brieven die de Rechtbank eerder
schreef naar het UWV, en die ik opgevraagd had. Dat waren de
brieven:
• A3: 1 april 2005, verzoek voor stukken en verweer.
• A9: 3 mei 2005, verzoek voor toelichting bij CBBS.
• A11: 11 mei 2005, begeleidende brief bij mijn brief.
• A13: 17 mei 2005, Zitting op 7 juli 2005.
• A153: 24 mei 2005, Officiële mededeling zitting 7 juli.
Ik stuurde ontbrekende stukken naar de Rechtbank:
Aan: Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht, Onderdeel T2
R.
(aangetekend)
21 juni 2005
Uw kenmerk: procedurenummer 05 / 1394 WAO KRD T2
Geachte mevrouw of heer,
Hierbij wil ik het dossier aanvullen. De eerste 164 stukken zijn
vrijwel allemaal bij het UWV bekend, maar zijn door het UWV
niet naar de Rechtbank verstuurd.
Op de volgende bladzijden vind u de inventarislijst,
met een korte toelichting bij elk onderdeel.
Hoogachtend,
D.
Inventarislijst
(onderdeel van brief van 21 juni 2005)
Bijlage: CDROM met geluidsopnamen
Deze bijlage bevat een CDROM met computerbestanden
met opnamen van de laatste drie hoorzittingen
en de keuring van vorig jaar.
Datum Beschrijving
1. 1 juni 2005 Geluidsopnamen van:
• hoorzitting, d.d. 15 januari 2001.
• hoorzitting, d.d. 11 augustus 2003.
• keuring, d.d. 29 maart 2004.
• hoorzitting, d.d. 5 januari 2005.
Bijlage: Aanvulling op lopende procedure
Het UWV stuurde bij het verweerschrift van 14 april 2005 stukken mee
van de laatste keuring en bezwaarprocedure. Dat deel wil ik aanvullen
met deze bijlage. Hieruit blijk hoe ik mijn best gedaan heb
om zoveel mogelijk duidelijkheid te krijgen (aangetekende brieven
en woordelijke verslagen) en welke toestanden er ontstaan als
ik mijn dossier opvraag.
Datum Beschrijving
2. 16 maart 2004 Oproep
3. 29 maart 2004 Tijdens keuring overhandigde brief, met bijlagen:
4. 29 maart 2004 Begeleidende brief bij cassettebandje, aangetekend.
5. 13 mei 2005 Verhuizing dossiers naar UWV B..
6. 14 mei 2005 Verzoek voor volledige rapportage.
7. 8 juli 2004 Begeleidende brief bij cassettebandje.
8.
10 juli 2004 Opvragen correspondentie met voormalige werkgever.
9. 19 juli 2004 Opvragen kopie dossier.
10. 26 juli 2004 Nieuw postadres afdeling Bezwaar en Beroep.
11. 30 juli 2004 Klacht over opvragen correspondentie voormalige werkgever.
12. 10 augustus 2004 Kopie dossier wordt niet verschaft.
13. 13 augustus 2004 Herhaling verzoek kopie dossier.
14. 13 augustus 2004 Herhaling verzoek kopie dossier aan directie.
15. 13 augustus 2004 Klacht over opvragen dossier.
16. 17 augustus 2004 Ontvangstbevestiging klacht.
17. 26 augustus 2004 Informatie over afhandeling van klacht.
18. 1 september 2004 Klachtenafhandeling: klacht gegrond.
19. 28 september 2004 Brief aan klachtenbureau.
20. 1 oktober 2004 Brief aan Bezwaar en Beroep, ik bedoel het hele dossier.
21. 1 oktober 2004 Klachtenbureau: klacht van 28 september ontvangen.
22. 28 oktober 2004 Correspondentie met vorige werkgever: 4 kopieën.
23. 3 november 2004 Klacht aan De Nationale Ombudsman.
24. 5 november 2004 Ontvangstbevestiging van De Nationale Ombudsman.
25.
12 november 2004 Brief aan verzekeringsarts.
26. 12 november 2004 Brief aan regiodirecteur.
27. 18 november 2004 Brief wordt doorgestuurd naar nieuwe regiodirecteur.
28. 20 november 2004 Nieuwe klacht, het was niet alle correspondentie van werkgever.
29. 22 november 2004 Brief van 20 november 2004 naar De Nationale Ombudsman.
30. 25 november 2004 Brief wordt doorgestuurd naar afdeling Bezwaar en Beroep.
31. 8 december 2004 Uitnodiging hoorzitting.
32. 15 december 2004 Heropening klacht.
33. 23 december 2004 Begeleidende brief bij dossier.
34. 23 december 2004 Brief van Regiodirecteur aan De Nationale Ombudsman.
35. 24 december 2004 Melding aan De Nationale Ombudsman: ik ontving dossier.
36. 30 december 2004 De Nationale Ombudsman: klachtformulering.
37. 5 januari 2005 Woordelijk verslag hoorzitting (d.d. 30 maart 2005).
38. 5 januari 2005 Begeleidende brief bij cassettebandje, aangetekend.
39. 24 februari 2005 Verzoek om verslag hoorzitting en BIG-nummers.
40. 4 maart 2005 De Nationale Ombudsman: onderzoek wordt beëndigd.
41. 9 maart 2005 Reactie op brief van 24 februari.
42. 13 juni 2005 Klacht over dossierstukken.
Bijlage: Aanvulling op dossier
Het UWV stuurde bij hun brief van 17 mei 2005 een afschrift
van stukken mee. Daarmee is het dossier nog steeds erg incompleet.
Bij mijn aanvullingen, zoals hieronder weergegeven,
ontbreken mogelijk nog belangrijke stukken,
omdat ik door tijdgebrek mijn eigen papieren dossier nog
niet op orde heb.
Het UWV heeft een correctie aangebracht in het onderzoekverslag
van 11 augustus 2003, maar stuurde de ongecorrigeerde versie
naar de Rechtbank. Daarom heb ik die brief met correctie hier
nog aan toegevoegd.
Datum Beschrijving
43. 1 december 1992 Melding/adviesaanvraag aan
GMD
44. 8 december 1992 eigen notities van uitslag van R. (+ aanvulling 23 nov. 2001)
45. nov/dec 1993 Afschrift medische kaart.
46. 10 november 1993 Brief aan rechtbank, geen contra-memorie.
47. 2 februari 1994 Reactie op klacht van verzekeringsarts, handgeschreven.
48. 2 februari 1994 Uitgewerkte reactie op klacht, uitgewerkt op 30 maart 2002.
49. 21 februari 1994 Brief van G. aan arrondissementsrechtbank, werkomschrijving.
50. 24 februari 1994 Rekening huiskamerstoel.
51. 28 februari 1994 Verweerschrift, ziektewet.
52. 3 maart 1994 Reactie van D. op stukken, ziektewet.
53. 22 maart 1994 Bericht van arrondissementsrechtbank, ziektewet.
54. 8 april 1994 Brief van D., ziektewet, trekt beroep niet in.
55. 28 april 1994 Uitnodiging voor zitting, ziektewet (op zitting beroep ingetrokken)
56. Verweerschrift ongedateerd.
57. 14 juni 1994 Aanvulling beroep.
58. 21 maart 1996 Intake en Besluitvorming.
59. Medische kaart (12/3, 21/3, 10/4, 21/5), handgeschreven
60. Afschrift medische kaart, met commentaar D..
61. 27 maart 1997 Beslissing: geen recht (meer) op ziekengeld.
62. 29 mei 1997 Brief van D., aanvraag motivatie.
63. 22 september 1997 Rapportage verzekeringsarts.
64. 10 december 1997 Brief aan reumatoloog over "mechanische functionele stoornis".
65. 5 maart 1998 Verweerschrift.
66. 18 januari 1999 Verweerschrift.
67. 18 mei 1999 Verslag van dr. R., handgeschreven.
68. mei 1999 Geleideformulier Claimbeoordeling.
69. 17 september 1999 Brief van H., manueel therapeut.
70. 20 januari 2000 Interne brief afdeling Bezwaar en Beroep.
71. 3 februari 2000 Interne voorlegger bezwaarschiftprocedure.
72. 10 februari 2000 Beroepschrift.
73. 15 februari 2000 Medische onderbouwing van verzekeringsarts S..
74. 26 februari 2000 Klacht over correctie.
75. 28 februari 2000 Reactie op klacht van 28 januari.
76. 15 maart 2000 Beroepschrift, nadere gronden.
77. 25 maart 2000 Klacht tegen verzekeringsarts.
78. 31 maart 2000 Reactie op klachten van 26 februari en 25 maart.
79. 10 april 2000 Brief aan de Nationale Ombudsman over klacht van 26 februari.
80. 28 april 2000 Brief van D., over stukken aan rechtbank.
81. 3 mei 2000 Reactie op brief, over stukken aan rechtbank.
82. 20 mei 2000 Klacht tegen verzekeringsarts.
83. 23 juni 2000 Klacht over het niet nemen van een zorgvuldige beslissing.
84. 29 juni 2000 Reactie op klacht tegen verzekeringsarts van 20 mei.
85. 30 juni 2000 Vraag over term "mechanisch-funktionele stoornis".
86. 14 juli 2000 Beslissing: weigering herziening uitkering.
87. 14 juli 2000 Reactie op brieven van 23 juni en 30 juni.
88. 20 juli 2000 Brief aan de Nationale Ombudsman.
89. 20 juli 2000 Brief aan arrondissementsrechtbank, toevoeging van stukken.
90. 15 augustus 2000 Klacht aan hoofdkantoor G., over niet beantwoorden van vraag.
91. 23 augustus 2000 Beroepschrift.
92. 23 augustus 2000 Verzoek voor correctie.
93. 25 augustus 2000 Reactie op verzoek voor correctie.
94. 1 september 2000 Reactie op klacht van hoofdkantoor G..
95. 8 september 2000 Herhaalde verzoek voor correctie.
96. 12 september 2000 Reactie op herhaalde verzoek voor correctie.
97. 18 september 2000 Formele klacht over correctie.
98. 27 september 2000 Voorstel om rekeningen van advocaat door te sturen, fax.
99. 29 september 2000 Herhaling formele klacht, aangetekend.
100. 4 oktober 2000 Reactie op herhaalde formele klacht.
101. 17 oktober 2000 Reactie van staatssecretaris op fax.
102. 13 november 2000 Bezwaarschrift, nadere gronden.
103. 5 december 2000 Brief aan verzekeringsarts L..
104. 21 december 2000 Beroepschrift, nadere gronden.
105. 30 december 2000 Toelichting, van D..
106. 9 januari 2001 Belastbaarheid, zelf ingevuld.
107. 10 januari 2001 Reactie op brief aan verzekeringsarts L..
108. 15 januari 2001 Brief van bezwaarverzekeringsarts (onderdeel verweer).
109. 15 januari 2001 Verslag hoorzitting.
110.
16 januari 2001 Verweerschrift.
111. 25 januari 2001 Brief aan stafarts, over copie van verslag.
112. 26 januari 2001 Brief van advocaat over dossier.
113. 5 februari 2001 Brief van bezwaar-verzekeringsarts.
114. 13 februari 2001 Brief van regiodirecteur.
115. 19 maart 2001 Brief van G., hoorzitting niet elders.
116. 30 maart 2001 Brief van advocaat, herhaling verzoek hoorzitting elders.
117. 12 april 2001 Reactie op verzoek hoorzitting elders: geen wijziging standpunt.
118. 27 april 2001 Klacht tegen bezwaarverzekeringsarts.
119. 2 mei 2001 Reactie op klacht, geen inhoudelijke reactie.
120. 10 mei 2001 Herhaling verzoek hoorzitting elders.
121. 14 mei 2001 Reactie op verzoek, hoorzitting niet elders.
122. 31 mei 2001 Klacht aan hoofdkantoor G., over locatie hoorzitting.
123. 6 juni 2001 Uitspraak klachtencommissie E..
124. 6 juli 2001 Reactie op klacht.
125. 10 oktober 2001 Uitspraak Nationale Ombudsman.
126. 4 december 2001 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg.
127.
27 februari 2002 Brief aan Centrale Raad van Beroep.
128. 5 april 2002 Brief van Centrale Raad van Beroep.
129. 27 mei 2002 Rapportage bezwaar-arbeidsdeskundige.
130.
6 juni 2002 Begeleidende brief bij rapportage van 27 mei.
131. 5 juni 2002 Uitspraak
NIP over drs. K7..
132. 23 augustus 2002 Brief van UWV/G. aan Nationale Ombudsman, reactie op klacht.
133. 5 september 2002 Verzoekschrift tot herziening (nadere gronden).
134.
21 september 2002 Eigen verklaring over keuring van 20 mei 1999.
135. 23 september 2002 Uitspraak van De Nationale Ombudsman over hoorzitting.
136.
23 december 2002 Uitspraak Rechtbank: verzoek voor herziening afgewezen.
137.
15 januari 2003 Medisch onderzoeksverslag.
138.
4 februari 2003 Rapportage bezwaar-arbeidsdeskundige.
139.
18 maart 2003 Beslissing Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg.
140. 31 maart 2003 Verzoek voor gesprek met regiodirecteur.
141. 1 mei 2003 Uitnodiging voor hoorzitting.
142. 8 mei 2003 Herhaling verzoek voor gesprek met regiodirecteur.
143. 11 augustus 2003 Medisch onderzoeksverslag, met correctie van 2 oktober 2003.
144. 18 augustus 2003 Dupliek van verzekeringsarts K. aan Tuchtcollege.
145. 1 september 2003 Vonnis van kanton rechtbank, schadevergoeding niet toegewezen.
146. 2 september 2003 Rapportage bezwaar-arbeidsdeskundige.
147. 24 september 2003 Verzoek voor correctie.
148. 29 september 2003 Inventarislijst.
149. 13 oktober 2003 Herhaling verzoek voor gesprek met regiodirecteur.
150. 17 oktober 2003 Beslissing College van Beroep
N.I.P.
151. 21 november 2003 Vraag over richtlijnen voor bezwaarverzekeringsarts.
152. 24 november 2003 Klacht over verzoek voor gesprek met regiodirecteur.
153. 17 december 2003 Reactie op brief van 21 november 2003.
154. 30 december 2003 Woordelijk verslag van hoorzitting op 11 augustus 2003.
155. 18 maart 2004 Pleitnota van advocaat.
156. 18 maart 2004 Aanvulling op pleitnotities van D. (d.d. 13 maart 2004).
157.
15 april 2004 Uitspraak Rechtbank: beroep ongegrond.
158. 13 mei 2004 Beroepschrift aan
CRvB (onder nader aan te voeren gronden).
159. 17 mei 2004 Nogmaals vraag over richtlijnen voor bezwaarverzekeringsarts.
160. 25 juni 2004 Vraag over richtlijnen aan bezwaarverzekeringsarts.
161. 28 juni 2004 Antwoord op vraag over richtlijnen voor bezwaarverzekeringsarts.
162. 29 juni 2004 Beroepschrift (nadere gronden) aan de
CRvB.
163. 2 juli 2004 Verweerschrift.
164. 5 juli 2004 Kritische Functionele Mogelijkheden Lijst.
Bijlage: Huisartsen
In mijn beroepschrift schreef ik bij punt zeven dat de problemen
van het UWV een grote rol spelen in het contact met mijn huisarts
of een specialist. Als voorbeeld geef ik de correspondentie
met drie opeenvolgende huisartsen.
Datum Beschrijving
1. 30 januari 1999 Brief aan huisarts S9., met klacht.
2. 8 februari 1999 Brief van huisarts S9..
3. 22 november 2002 Brief aan huisarts J..
4. 2 december 2002 Brief van huisarts J. (handgeschreven).
5. 2 december 2002 Uitgewerkte brief van huisarts (uitgewerkt op 4 juni 2005).
6. 18 november 2003 Brief aan huisarts A..
7. 21 november 2003 Brief van huisarts A..
8. 29 december 2003 Brief aan Klachtencommissie.
9. 6 januari 2004 Brief van Klachtencommissie over bemiddeling.
10. 7 januari 2004 Antwoord: geen bezwaar bemiddeling + machtiging.
11. 16 februari 2004 Brief van huisarts A.: verslaglegging verwijderd.
12. 17 februari 2004 Klachtencommissie: binnenkort afspraak voor bemiddeling.
13. 19 februari 2004 Klacht ingetrokken.
14. 24 februari 2004 Klachtencommissie: sluiting dossier conform verzoek.
Bijlage: Psychiater E.
Omdat sommigen nog steeds waarde hechten aan het rapport van
psychiater E., overleg ik het dossier van de procedure
bij het Tuchtcollege. Hierbij bevinden zich voor de volledigheid
ook het psychiatrisch rapport en mijn "bespreking" daarvan,
die ook al bij de stukken van het UWV zaten.
Datum Beschrijving
15. Oproep.
16. Opdracht deskundigenonderzoek.
17. 26 oktober 1994 Psychiatrisch rapport.
18. 8 december 1998 Brief aan psychiater E..
19. 1 februari 1999 Nogmaals brief aan psychiater E..
20. 11 februari 1999 Reactie op brief.
21. 4 maart 1999 Brief aan psychiater E..
22. 22 maart 1999 Reactie op brief.
23. 12 mei 1999 Eigen "bespreking" van psychiatrisch rapport.
24. 22 juni 1999 Klaagschrift en machtiging.
25. 5 augustus 1999 Verweerschrift.
26. 16 september 1999 Repliek.
27. 24 oktober 1999 Dupliek.
28. 22 december 1999 Brief aan Regionaal Tuchtcollege.
29. 28 maart 2000 Proces-verbaal van zitting.
30. 28 maart 2000 Pleitnota.
31. 15 november 2000 Beslissing: College wijst klacht af.
32. 6 december 2000 Advocaat legt praktijk neer, nieuwe advocaat.
33. 5 maart 2001 Voorlopig beroepschrift hoger beroep.
34. 23 april 2001 Beroepschrift, aanvullende gronden.
35. 4 mei 2001 Verweerschrift.
36. 5 juni 2001 Reactie op verweerschrift.
37. 25 juni 2001 Brief van Arrondissementsrechtbank over dossier.
38. 2 augustus 2001 Reactie van psychiater E..
39. 4 december 2001 Beslissing: psychiater krijgt waarschuwing.
Hierboven wordt bij nummer 157 de uitspraak van 15 april 2004 genoemd,
dat is eigenlijk 14 april 2004.
Bij de stukken die ik met bovenstaande brief stuurde, had ik een
CDROM met geluidsopnamen toegevoegd (wav-bestanden, 22050 Hz, 16-bit, mono),
en daar het volgende bestand "uitleg.txt" aan toegevoegd:
CDROM met geluidsopnamen
------------------------
Deze CDROM is een bijlage bij mijn aanvulling van het dossier,
in de procedure: procedurenummer 05 / 1394 WAO KRD T2.
Op deze CDROM bevinden zich de volgende bestanden:
2001.wav Geluidsopname van hoorzitting, d.d. 15 januari 2001.
2003.wav Geluidsopname van hoorzitting, d.d. 11 augustus 2003.
2004.wav Geluidsopname van keuring, d.d. 29 maart 2004.
2005.wav Geluidsopname van hoorzitting, d.d. 5 januari 2005.
uitleg.txt Dit bestand.
De tijdmarkering op de woordelijke verslagen komt helaas
niet overeen met deze bestanden door verschil in bandsnelheid.
Bij het bestand 2005.wav komt het wel overeen, want dat is
een digitale opname.
dhr. D.
1 juni 2005
Mijn brief van 21 juni 2005 met alle stukken had ik in tweevoud
aan de rechtbank verstuurd. Deze had ik in een op maat gemaakt
doos gedaan, met de versie voor de rechtbank (met mijn geschreven
handtekening) bovenop, en de gecopieerde versie onderop.
Op 23 juni 2005 ontving ik één zo'n pakket van
de Rechtbank terug (de versie met mijn geschreven handtekening).
Dit was per ongeluk aan mij verstuurd in plaats van naar het UWV.
Hieronder staat de brief die erbij zat:
Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht
De heer D.
Onderdeel T2
Contactpersoon mevr ###
Datum 22 juni 2005
Ons kenmerk procedurenummer 05 / 1394 WAO KRD T2
casusnummer
Bijlage(n) Stukken A158 t/m A365
Onderwerp het beroep van D. te ###
Geachte heer,
Ter completering van uw dossier zend ik u hierbij
een kopie van (een) stuk(ken), ontvangen na
de verzending van de uitnodiging voor de behandeling
van het beroep ter zitting van donderdag 7 juli 2005.
Hoogachtend,
griffier
Na met de Rechtbank gebeld te hebben,
heb ik het retour gestuurd met de volgende brief:
Aan: Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht, Onderdeel T2
t.a.v. mevr. ###
R.
(aangetekend)
23 juni 2005
Uw kenmerk: procedurenummer 05 / 1394 WAO KRD T2
Betreft: uw brief van 22 juni 2005.
Geachte mevrouw ###,
Zoals vandaag telefonisch afgesproken stuur ik u hierbij
de abusievelijk aan mij verzonden stukken retour.
De envelop stuur ik mee. Deze was stuk gegaan en
is door TPG Post aan elkaar geplakt, zoals ook op
de envelop staat vermeld. Volgens mij zijn alle papieren
nog aanwezig en ook op volgorde.
Hoogachtend,
D.
De onderstaande brief stuurde de Rechtbank naar het
UWV. Ik weet niet of dat voor of na mijn telefoongesprek is,
maar ik denk daarna.
Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht
De Raad van bestuur van
het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
B.
Onderdeel T2
Contactpersoon mevr V.
Datum 23 juni 2005
Ons kenmerk procedurenummer 05 / 1394 WAO KRD T2
casusnummer
Uw kenmerk ###
Bijlage(n)
Onderwerp het beroep van D. te ###
Geachte heer/mevrouw,
Ter completering van uw dossier zend ik u hierbij een kopie
van (een) stuk(ken), ontvangen na het verzenden van
de uitnodiging voor de behandeling van het beroep ter zitting
van donderdag 7 juli 2005.
De cd-rom verwijzend naar in A159 wordt u zo spoedig mogelijk
na gestuurd.
Hoogachtend,
griffier
Een paar dagen later stuurde de Rechtbank de onderstaande
brief nog naar het UWV.
Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht
De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen
B.
Onderdeel T2
Contactpersoon mevr V.
Datum 27 juni 2005
Ons kenmerk procedurenummer 05 / 1394 WAO KRD T2
casusnummer
Bijlage(n)
Onderwerp het beroep van D. te ###
Geachte heer/mevrouw,
Hierbij stuur ik u de CD-rom behorende bij gedingstuk A159.
Hoogachtend,
griffier
Volgens onderstaande notitie van een telefoongesprek
heeft de Rechtbank naar het UWV gebeld.
Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht
X Telefoonrapport uitgaand gesprek
reg.nr.: WAO 05/1394
het beroep van: D.
gesprek gevoerd door: J.
gesprek gevoerd met: dhr. G. (kamergenoot van G4., gem.verw,
die vandaag niet aanwezig is)
datum/tijdstip gesprek: 30/6//2005 10.15 uur
inhoud van het gesprek: verzoek enquetedata bij de geduide functies
op te sturen in de zaak D.. Hij zal deze naar mij faxen
en in het geval hij ze niet kan vinden zal hij mij terugbellen.
datum: 30/6
paraaf: ###
Bij 30/6 14.15 uur:
Mevr. R.
Zij heeft eea doorgelezen v G.
Dossier is niet te vinden, heeft G4.
waarschijnlijk meegenomen naar ander kantoor
waar hij vandaag zit.
Zal morgen G4. verzoeken enquetedata
per omgaande toe te sturen. Per fax.
Op 2 juli 2005 ontving ik het volgende van de Rechtbank:
Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht
De heer D.
Onderdeel T2
Contactpersoon mevr ###
Datum 1 juli 2005
Ons kenmerk procedurenummer 05 / 1394 WAO KRD T2
casusnummer
Uw kenmerk
Bijlage(n) Brief verweerder d.d. 1 juli 2005
Onderwerp het beroep van D. te ###
Geachte heer,
Ter completering van uw dossier zend ik u hierbij
een kopie van (een) stuk(ken), ontvangen na de verzending
van de uitnodiging voor de behandeling van het beroep
ter zitting van donderdag 7 juli 2005.
Hoogachtend,
griffier
Bij bovenstaande brief zaten 21 gefaxte a4-tjes:
UWV
FAXBERICHT
AAN: Rechtbank R.
VAN: Bezwaar en Beroep UWV B.
BEDRIJF: Sector bestuursrecht, mevr. ###
DATUM: 1 juli 2005
FAXNUMMER: ###
AANTAL PAGINA'S INCLUSIEF HET VOORBLAD: 20
TELEFOONNUMMER: ###
REFERENTIENUMMER AFZENDER: ###
BETREFT: Beroepszaak dhr. D.
UW REFERENTIENUMMER: 05/1394 WAO GVZ T2
[X] SPOED
[ ] TER INFORMATIE
[ ] UW COMMENTAAR A.U.B.
[ ] UW ANTWOORD A.U.B
OPMERKINGEN/COMMENTAAR:
ONTVANGEN 01-07-2005 11:30
UWV
B.
Rechtbank
Sector Bestuursrecht
t.a.v. mevrouw ###
R.
Datum 1 juli 2005
van Klantencontactcentrum
Ons kenmerk ###
Uw kenmerk 05/1394 WAO GVZ T2
Onderwerp
Beroepszaak ten name van de heer D. te ###
Geachte mevrouw ###,
Op uw telefonisch verzoek van 30 juni 2005 doen wij u hierbij
een afschrift toekomen van beschrijvingen van de geduide functies.
De enquètedata zijn onderaan de beschrijvingen vermeld
bij "datum (her)onderzoek".
Hoogachtend,
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
mr. G4.
beambte bezwaar en beroep
Vervolgens zaten daar functiebeschrijvingen bij
voor "stikster meubelbekleding", "coupeuse m/v",
"medewerker interne dienst", "bestelautochauffeur",
"medewerk(ster) beddenwasafd." en "consultatiebureau-assistent".
Vlak voor de zitting ontving ik een brief dat er niemand
van het UWV naar de zitting komt. Hieronder staat eerst
de begeleidende brief van de Rechtbank.
Rechtbank R.
Sector Bestuursrecht
De heer D.
Onderdeel T2
Contactpersoon mevr ###
Datum 5 juli 2005
Ons kenmerk procedurenummer 05 / 1394 WAO KRD T2
casusnummer
Uw kenmerk
Bijlage(n) Brief verweerder d.d. 4 juli 2005
Onderwerp het beroep van D. te ###
Geachte heer,
Ter completering van uw dossier zend ik u hierbij
een kopie van (een) stuk(ken), ontvangen na de verzending
van de uitnodiging voor de behandeling van het beroep ter zitting
van donderdag 7 juli 2005.
Hoogachtend,
griffier
UWV
B.
Rechtbank
Sector Bestuursrecht
R.
Datum 4 juli 2005
Van Klantencontactcentrum
Ons kenmerk ###
Uw kenmerk 05/1394 WAO KRD T2
Onderwerp
Het beroep van de heer D. te ###
Geachte heer, mevrouw,
Hierbij delen wij u mee dat wij ons niet zullen laten vertegenwoordigen
tijdens de zitting van 7 juli 2005.
Hoogachtend,
Namens de Raad van bestuur
van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
mr. G4.
beambte bezwaar en beroep
Daarna was er de
de zitting.
Na de zitting ontving ik ook nog de BIG-nummers,
die bleken te kloppen, en de artsen bleken bevoegde
artsen te zijn.
UWV
B.
De heer D.
Datum 13 juli 2005
Van W.
Ons kenmerk 2005.06.0784
Onderwerp
BIG-inschrijfnummers
Geachte heer D.,
In vervolg op de inhoud van onze brief aan u d.d.
12 juli 2005
delen wij u, naar aanleiding van uw verzoek daartoe,
de BIG-inschrijfnummers mede van de verzekeringsarts
en de bezwaarverzekeringsarts.
Mevrouw P2. 19024608201
Mevrouw D2. 69021663901
Gaarne nemen wij aan u hiermede te informeren.
Hoogachtend,
J3.
Regiomanager Bezwaar en Beroep UWV B.
Laatste wijziging van deze bladzijde: mei 2006