gecorrigeerde verslag

2003

Deze brief stuurde het UWV naar de rechtbank:

thumbnail
UWV g.
Regio Z.
Afd. Bezwaar en Beroep

Rechtbank
Sector Bestuursrecht
R.

Contactpersoon Dhr. mr G.
Datum 2 oktober 2003
Uw kenmerk 03/2783 WAO

Betreft: beroepszaak ten name van de heer D. te ###

Edelachtbare vrouwe, heer,

In bovenvermelde beroepszaak doen wij u hierbij een afschrift toekomen van een brief d.d. 24 september 2003 van de heer D. alsmede van een aangepast medisch onderzoekverslag gedateerd 11 augustus 2003.
Wij hebben de heer D. een kopie van dit schrijven alsmede van het aangepaste verslag toegezonden.

Hoogachtend,
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen


De volgende brief werd naar mij verzonden:

thumbnail
UWV g.
Regio Z.
Afd. Bezwaar en Beroep

De heer D.

Contactpersoon Dhr. mr G.
Datum 2 oktober 2003
Uw brief van 24 september 2003

Betreft: correctieverzoek

Geachte heer D.,

Hierbij doen wij u een afschrift toekomen van een heden aan de rechtbank te R. gezonden brief alsmede van een aangepaste verzekeringsgeneeskundige rapportage d.d. 11 augustus 2003.

Hoogachtend,
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen


Bezwaarverzekeringsarts D. heeft met de hand in haar rapport de wijziging aangebracht (cursief weergegeven):

thumbnail thumbnail thumbnail thumbnail
gecorrigeerde versie blz. 3!
dd 2-10-03
SvD


UWV g.
Regio Z.
Afd. AG

MEDISCH ONDERZOEKSVERSLAG

Naam belanghebbende : D.
Woonplaats : ###
Naam rapporteur : Mevr. D.
Datum rapportage : 11 augustus 2003

Bezwaarschriftprocedure

1. Onderzoekskader
Het bezwaar is gericht tegen de beslissingen van 31-5-99 en 14-7-00waarin betrokkene wordt meegedeeld dat zijn arbeidsongeschiktheidspercentage per ongewijzigd 15-25 % is. Het gaat om het feit dat betrokkene op in dezelfde mate beperkt werd geacht en dat teruggegrepen wordt op de oude gegevens. De verergering is opgetreden zeker per 5-3-97. Daarnaast is de hoorzitting gehouden in verband met de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep dd 2-12-02, op grond waarvan functies werden geselecteerd met in achtneming van de urenbeperking en de overige eventuele medische beperkingen.

2. Vraagstelling
Is er aanleiding het medisch standpunt te wijzigen?

3. Onderzoeksactiviteiten
- Dossierstudie
- Hoorzitting
- Aansluitend lichamelijk onderzoek

4. Onderzoeksgegevens
- Rapportage bezwaarverzekeringsarts dd 15-1-03: Belastbaarheid 1997 en 1999 beschreven.
- Rapportage bezwaarverzekeringsarts dd 26-1-00: Nieuwe informatie brengt geen wijziging.
- Beslissing op bezwaar 26-9-1997: H- verklaring per 26-5-97, wel verwarring, geen reden tot wijziging.
- Inhoud bezwaarschrift: zie rapportage dd 26-1-00.
In het dossier aanwezig en door betrokkene genoemd op de hoorzitting.
- Brief reumatoloog S8. dd 18-12-97: Niet goede lichaamshouding met een scoliose van de rug en een versterkte thoracale kyphose. Indien dit langdurig bestaat kan dit leiden tot spierpijnen en blokkeringen in de rug.
- Brief reumatoloog S8. aan betrokkene dd 15-11-93: Het probleem is niet zozeer een reumatische aandoening, dan wel een mechanisch-functionele stoornis.
- Brief reumatoloog S8. dd 23-8-93: Chronisch nek en rugklachten door spierpijnen t.g.v. scoliose en blokkeringen op diverse niveaus Klachtenbeeld voornamelijk bepaald door niet goede houding.
- Rapport psychiater E. dd 26-10-94: Vermoedelijk zal betrokkene rond een arbeidssituatie van 6 uur een even rigide en beperkt leefpatroon opbouwen. De klachten van betrokkene hebben m.i. een sterk functioneel karakter hetgeen overigens door betrokkene zelf niet zo kan worden gezien.
- Rapport orthopeed S. dd 27-6-94: Geen duidelijke afwijkingen.

Overlegd tijdens hoorzitting
Röntgenverslag met handgeschreven uitleg en toevoeging van reumatoloog S8. dd 24-6-93: TWK; lichte scoliose hoog convex naar rechts. LWK; laag lumbale scoliose convex naar links. CWK; lichte scoliose naar links van C3-C4.
Brief betrokkene aan drs K7. dd 26-7-02: Probleem rond uitleg; passief-agressief.
Beslissing Centraal Tuchtcollege dd 18-3-03: Voor zover de arts de term "functioneel" onjuist heeft geïnterpreteerd en aan die interpretatie heeft vastgehouden is dat voor de uitkomst van het door de arts verrichte onderzoek en zijn rapportage van ondergeschikt belang. Gebleken is dat de arts zich tevens heeft gebaseerd op eigen waarnemingen, rapportage van de orthopeed alsmede een psychiatrisch rapport en hoewel de conclusie van het psychiatrisch rapport de tuchtrechtelijke toets niet heeft kunnen doorstaan, zijn de in dat rapport neergelegde bevindingen overeind gebleven. Het beroep wordt verworpen.

Hoorzitting dd 11-8-03, zie tevens verslag hoorzitting
Betrokkene heeft zijn betoog in 3 onderwerpen verdeeld.
- Hoe hij de problematiek ziet en hoe deze tot stand is gekomen.
a- Door de manier waarop hij op een stoel zit en praat kan hij verkeerd overkomen.
b- Het onderzoek door het R. in 1992 heeft naar zijn mening een grote rol gespeeld bij de beoordelingen terwijl toen is uitgegaan van onjuiste gegevens. Hij was naar zijn mening niet agressief-passief, hij had last van vermoeidheid.
c- De arts van het G. voegt hieraan toe dat hij karakterneurotisch overkwam. Ook het beschrevene dat hij moeite heeft zich staande te houden, klopt niet. Hij heeft integendeel psychisch veel veerkracht.
d- Het rapport van de eerste deskundige S. klopt niet
e- Over het rapport van de heer E. zegt hij niet veel. Uit de uitspraak van het Centraal College zou blijken dat het niet erger kan en zeker niet goed is.
f- Dr. S. heeft een lichamelijke oorzaak vastgesteld. Dat staat voor betrokkene vast, mede gezien de uitslag van de röntgenfoto's en de brief van de reumatoloog dd 23-8-97.

- Gezondheid, stand van zaken
In 1991 en 1992 heeft hij zeer veel last van verkrampte nekspieren gehad. Fysiotherapie verergerde zijn klachten. Om te trachten weer aan het werk te komen ging hij eerst een half uur zwemmen, maar zelfs dat kon hij niet. Hij zou zich niet schamen en psychiatrische stoornis te hebben. De psychiater zou in een latere brief niet ontkennen dat er ook sprake is van een somatische stoornis. De psychiater ontkracht daarmee zijn eerdere rapportage.
Hij had geen problemen op de werkvloer of met de collega's.
De problemen ontstaan juist als hij langere tijd iets doet. Hij krijgt meer klachten van bv afwassen, verkeerd liggen, moet op een speciale manier in bed draaien.
In 1997 zijn zijn klachten toegenomen. Hij heeft geprobeerd geforceerd zijn werk te doen, maar daardoor zijn de klachten juist toegenomen. Dokter L. heeft hem destijds niet onderzocht. Hoewel het Centraal College de handelwijze van de arts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft geacht, vindt betrokkene toch dat hij in zekere zin gelijk heeft gekregen.

Betrokkene kan slechts onder bepaalde voorwaarden functioneren. Zo heeft hij de week vooraf aan de zitting, zo weinig mogelijk gedaan. Hij neemt een douche van tevoren om zo soepel mogelijk te zijn. Hij heeft een speciale stoel nodig. Hij neemt pijnstillers om zo goed mogelijk te praten. (Indometacine en Tramal). De komende dagen zal het slecht met hem gaan, qua vermoeidheid en duizeligheid. Hij zal dan veel moeten rusten.

- Onderbouwing
De psychiater E. spreekt zich er niet over uit of de oorzaak somatisch of psychisch is. De reumatoloog S8. zegt dat het niet psychisch is. De arts L. heeft geen rekening gehouden met de lichamelijk klachten. Er is te weinig rekening gehouden met de uitslag van de rontgen foto's. Volgen reumatoloog S8. waren er afwijkingen op de rontgenfoto.
De oorzaak lijkt onder in de rug te zitten, wervels staan scheef en gedraaid op elkaar. In de onderrug wringt het altijd. Ook tussen de schouderbladen aan de rechterkant wringt het. Volgens S. zat er ook een scheve draaiing in de nek. Door de orthopeed en de röntgenoloog is dat niet beschreven. De toestand van rotatie en scheefstand bestaat al jaren. Op de rontgenfoto is een minimale torsie en scheefstand te zien. Hij heeft er jaren mee doorgelopen, geforceerd, in te kleine stoelen gezeten etc. Daar door zijn de klachten zo erg geworden. De migraine kan hier ook uit voort komen.
De tijdsbeperking van 6 uur wordt niet goed beredeneerd. Als hij het daar al mee eens zou zijn, zou het 3,6 uur moeten zijn. De rotatie in zijn nek is evident beperkt. Hij is tussen de neuroloog en de orthopeed ingevallen. Eigenlijk zou er een ander onderzoek plaats moeten vinden. In zijn regio heeft hij geen arts kunnen vinden, die zich gespecialiseerd heeft in zijn soort nekklachten.

De advocaat voegt nog het volgende toe. Betrokkene is vooraf maanden en maanden met deze zitting bezig geweest. Na de zitting voelt hij zich intens rot. Feitelijk zoekt hij en stuk erkenning voor het geen hem is overkomen en voor zijn medisch situatie. De advocaat vindt dat er een reconstructie zou moeten komen van 97 en 99. Naar de mening van de advocaat lukt het betrokkene niet lichamelijk te functioneren en is hij aan bed gebonden. Er zou weer een medisch onderzoek van cliënt nodig zijn. Volgens betrokkene is de oorzaak puur mechanisch.

Lichamelijk onderzoek
Betrokkene maakt een normale indruk zowel lichamelijk als psychisch. Hij reageert alert en heeft zich goed voorbereid. Opvallend is zijn houding die zeer rechtop is en de voorzichtige bewegingen met de nek. Hij zit in een speciaal meegebrachte tuinstoel. Aan de rug, de armen en de benen zijn geen specifieke bewegingsbeperkingen vast te stellen De nek is stijf, roteren gaat maar tot 45 graden actief, ik heb dit met passief getoetst.
Aan de onderbenen en enkels zijn bruine verkleuringen te zien, rechts meer dan links. Betrokkene heeft er geen last van en is er niet mee naar de huisarts geweest. In de liezen zijn 2 goed afgegrensde eczeem plekken. Ook hier heeft betrokkene geen last van. Ik heb betrokkene geadviseerd met de huidafwijkingen naar de huisarts te gaan.
Hart en longen geen afwijking
Gewicht, 82 kg. Lengte (volgens betrokkene) 1 98m.

5. Diagnose
conform

6. Beschouwing
Het gaat om dezelfde beslissing als beschreven in mijn rapportage van 26-1-00. Daarnaast dient de uitspraak van de CRvB meegewogen te worden. Gezien de klachten van betrokkene en de behandeling en het lichamelijk onderzoek zijn er sedert de datum in geding geen dramatische veranderingen geweest. Betrokkene vertelt nog steeds dat hij niet veel kan, wegens zijn vermoeidheidsklachten, zijn rug en nekklachten. Als gevolg hiervan kan hij concentratie problemen hebben. Daarnaast is hij het niet eens met de rapporten van de diverse deskundigen.

Het rapport van psychiater E. heeft de tuchtrechtelijke toets niet geheel kunnen doorstaan. Dat betekent echter niet automatisch dat de conclusie onjuist was. De rechter blijft uitgaan van deze conclusie. Een discussie over de exacte oorzaak doet hier niet aan af. Het gaat juist om het probleem dat er geen oorzaak te vinden is voor de klachten van betrokkene en zeker niet die mate van klachten. Uit de brief van de reumatoloog blijkt niet dat betrokkene lijdt aan een ernstige aandoening. Hij heeft geen reumatische aandoening hetgeen het specifieke terrein is van de reumatoloog. Juist omdat er eventueel sprake was van een mechanisch probleem is betrokkene door de deskundige orthopeed S. onderzocht, die op zijn terrein geen afwijkingen kon vinden. Een orthopeed is deskundig op het gebied van standsveranderingen. Daarnaast zijn de Röntgenbevindingen zijn niet echt afwijkend. Een röntgenuitslag kan op zich geen maat zijn voor arbeidsongeschiktheid.

Betrokkene beleeft zeer veel pijnklachten. Hij heeft zijn eigen theorie over de oorzaak en het ontstaan van de klachten. Hij heeft zich een bepaald levenspatroon aangewend om zo min mogelijk klachten te hebben.
Het probleem is dat de beleving van de pijn van betrokkene niet overeenkomt met oorzaak en gevolg volgens algemeen medisch wetenschappelijke maatstaven. Met andere woorden: In het klachtenpatroon van betrokkene kan ik geen enkele correlatie ontdekken met de geringe standsveranderingen. Zeker de ernst is niet te verklaren.

De oplossing van het feit dat betrokkene erkenning van zijn ziektegevoel zoekt kan niet gevonden worden in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling. Het is antirevaliderend te bevestigen dat betrokkene totaal niet tot werken in staat is. Te meer omdat daar geen enkele wetenschappelijke onderbouwing voor is.

Bij het lichamelijk onderzoek door de diverse specialisten en mijzelf worden geen zodanig ernstige afwijkingen gevonden, waaruit men zou kunnen concluderen dat betrokkene volledig arbeidsongeschikt is.

Gezien de gevonden afwijkingen moet betrokkene in staat zijn normale lichamelijke activiteiten uit te voeren. Ook uit het lichamelijk onderzoek komen geen bijzonderheden naar voren, behalve een huidafwijking waarvoor ik betrokkene heb geadviseerd zijn huisarts te bezoeken. Deze is echter niet van invloed op de belastbaarheid.

7. Conclusie
Er is geen aanleiding een ander medisch standpunt in te nemen en het belastbaarheidspatroon te wijzigen.

Mevr. D.
Bezwaar-verzekeringsarts


In bovenstaande brief wordt een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep genoemd van "2-12-02", maar de datum van die uitspraak is eigenlijk van 19 november 2002.

Laatste wijziging van deze bladzijde: mei 2006