Eigen verklaring
2002
Hieronder volgt mijn eigen verklaring over de keuring door keuringsarts K.
eigen verklaring over de medische keuring van 20 mei 1999
21 september 2002
Op 20 mei 1999 zei verzekeringsgeneeskundige K. aan het eind van
de keuring wat hij zou gaan doen.
Dokter K. vertelde dat hij op dat moment uitmaakte, dat hij niet
helemaal tevreden was met het WAO-percentage. Hij zou mijn
dag- en weekoverzicht, zijn onderzoeksbevindingen en wat hij daar
zelf van denkt, aan de arbeidsdeskundige presenteren. Hij zei voor
mij te hopen dat het financieel voor mij beter zou worden, omdat hij
het marginaal vond.
Hij zei, dat hij het dossier nog niet helemaal had bestudeerd, maar
volgens hem was er toch wel wat aan de hand.
Tijdens het gesprek had ik verteld, dat neuroloog dr. R. had aangegeven,
dat ik misschien moet accepteren, dat ik de rest van mijn leven invalide
blijf. Dokter K. refereerde daaraan, en zei te hopen, dat ik uiteindelijk
geholpen zou worden, dat het met mijn gezondheid toch een beetje de
goede kant uit zou gaan.
Naar aanleiding van zijn opmerkingen, heb ik toen gezegd, dat het mechanisch is.
Dokter K. heeft niet gezegd dat ik een bepaald aantal uren per dag of
een bepaald percentage zou kunnen of zou moeten werken.
Ik heb daarna niet met een arbeidsdeskundige gesproken.
Hierbij verklaar ik, dat bovenstaande gegevens juist zijn, en dat ik ze
niet eenzijdig heb opgeschreven. Om de onafhankelijkheid van mijn begeleider
te garanderen, heb ik hem geen kennis laten nemen van het bovenstaande.
D.
Mijn begeleider, die als getuige bij de keuring aanwezig was,
schreef ook een verklaring. De naam van mijn begeleider heb
ik vervangen door "Begeleider".
Begeleider
21 sept.2002
Als chauffeur van de heer D.,was ik:
Begeleider wonende te ###,
aanwezig bij het gesprek van dhr K. met dhr. D.,d.d.20 mei 1999 om
omstreeks 15.00 uur in het gebouw van het G. te G..
Met toestemming van de heren K. en D. heb ik een aantal
aantekeningen van dit gesprek gemaakt.
Nu ruim 3 jaar na dit gesprek kan ik met behulp van deze aantekeningen
het volgende onder uw welwillende aandacht brengen.
De heer K. nam het dikke dossier door en merkte op:
Hier is behoorlijk wat aan de hand.
Dhr.D. was van 1992 tot in 1997 op dezelfde werkplek werkzaam.
Na bezoeken aan o.a. Dr G. van het G. in 1997,een neuroloog
manueel therapie en osteopathie bleven de pijnklachten o.a.
in de bovenrug voortduren.
Dhr. K. voerde o.a. de volgende controle's uit:voorover buigen,hoofd buigen
en draaien,voor,achter en opzij. Armen wijd,in vingers knijpen enz.
Dhr K. zei dat de coordinatie goed was.
Na dit onderzoek merkte dhr.K. op,dat hij het uitkeringspercentage
15%-25% erg laag vond en dat hij zijn best zou doen om het
uitkeringsbedrag te verhoogd te krijgen,want van Fl 300.- kun je
niet leven.
Reeds in de auto,op weg naar huis bespraken wij nog het een en ander
en kwamen tot de ontdekking dat er helemaal niet is gesproken of
Dhr.D. weer zou moeten of kunnen werken en zo ja,in welke mate.
Ik verklaar hierbij dat het bovenstaande een onvolledig,maar wel een
op waarheid berustend verslag is.
Begeleider
Laatste wijziging van deze bladzijde: september 2002